United States or Puerto Rico ? Vote for the TOP Country of the Week !


De band tusschen kolonie en moederland? De Indische baten? De kruk van ons nationaal bestaan?" Vergeefs. Niemand hoorde hem meer. De oude was verdwenen. De stoel alleen, in welken hij gekeuveld had, hobbelde nog zachtkens in het maanlicht, neigende als ten groet. Eene min in den zonneschijn. Dahin! Dahin Möcht' ich mit dir, o heiss geliebte, ziehn.

Hoe krielt het wederom, langs al de Leyeboorden, van lieden, half gekleed, die half in 't water staan, en halen, lekende uit, lijk lijken van versmoorden, 't gebonden, zappig vlas, en 't spreidende openslaan! 't Verrijst! Het wordt alhier, het wordt aldaar bewogen, gestuikt , gekeuveld en gehut.

Valentijn en Proteus worden naar het hof des keizers gezonden, maar komen bij een naamloozen hertog te Milaan aan; van een schoonen ridder Eglamour wordt in Verona verteld, dat hij naar Julia's hand dingt, en in Milaan wordt van Eglamour getuigd, dat hij, om de nagedachtenis zijner gestorven geliefde in eere te houden, de gelofte van eeuwige kuischheid heeft afgelegd; hij wordt door Silvia gekenschetst als ridder zonder smet of blaam en door haar als beschermer gekozen op haar reis, maar weet, door roovers overvallen, verbazend snel beenen te maken; Julia heeft in het eerste bedrijf een vader, maar geeft, als zij haar tocht gaat ondernemen, het beheer van haar vermogen, landerijen enz. aan haar kamerjuffer en vertrouwde over; als Proteus een poos met Silvia gekeuveld heeft, zegt hij: "Ik heb nog alleen hare beeltenis gezien"; Julia geeft aan Silvia eerst een verkeerden brief en daarna den rechten, maar van den eersten hoort men niets meer; Silvia ontmoet volgens afspraak den ridder Eglamour bij de cel van broeder Patricius, en toch zegt later haar vader, dat zij er niet geweest is; Valentijn zucht in het bosch om Silvia, ontrukt haar aan de handen van zijn trouweloozen vriend Proteus, die door Silvia verafschuwd wordt, maar staat, zoodra Proteus schuld belijdt en berouw toont, hem zijn Silvia oogenblikkelijk af, en deze heeft niets hiertegen te zeggen.

Nadat zij eene pooze zeer opgeruimd en tevreden hadden gekeuveld, zei de oude heer met een fijn glimlachje: »En nu moet ik je nog wat nieuws vertellen, André! Ik heb van de week een zeer aangenamen brief van Willem uit Utrecht gehad!" Sinds langen tijd had men niet van Willem gehoord.

Beter maakten die gedachten hem op dit oogenblik niet, maar wel aandoenlijker; en aangedaan-zijn is in den regel eene streelender gewaarwording dan beter-worden. "En wat," vroeg hij op innemenden toon, toen zij als tortelduiven eene poos kussend gekeuveld hadden, "wat zal nu, lieve, het onderpand van onze verzoening zijn?"

"Niet waar, zij is bekoorlijk?" zeide de gravin. "Haar echtgenoot wees haar de plaats naast mij aan en ik verheugde mij daar zeer over. Wij hebben de geheele reis over gekeuveld. En gij...? Men zegt: vous filez le parfait amour. Tant mieux, mon chèr, tant mieux." "Ik weet niet, wat u daarmede meent, mama!" antwoordde de zoon koel. "Zullen wij gaan, mama?"

Daarvan getuigde de ongelijkheid van haar humeur; hare onnatuurlijke neerslagtigheid in het eene, hare even onnatuurlijke opgewondenheid in het andere oogenblik; de sombere stemming, waarin gisteren avond André haar aangetroffen had; de gemaakte opgeruimdheid, waarmede zij dien ochtend met hem had geschertst en gekeuveld; de hartstogtelijke toon, waarop zij daareven was uitgevaren tegen Ruardi.