Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 mei 2025
Bravo!” en zeer voorzichtig klapt hij zachtjes in de handen. Pietersen weet nu niets beters te doen, dan deel te nemen aan ’t applaudissement; hij richt zich op en slaat met kracht zijn knokige handen ineen, terwijl hij luidkeels „Bravo! Bravissimo!” roept. „Om Godswil! niet zoo hard; zachtjes, zachtjes, anders schrikt ze,” fluistert Walten, haastig zich omwendend, hem toe. „O! dat wist ik niet!”
„Wel, zit „De Vrek” er weer goed in?” Pietersen wijst met het boekje, waaruit hij Walten de rol van Nikolaas uit „De dochter van Dominique” overhoort, op zijn voorhoofd. „Ik geloof ’t wel, maar ’k heb nog altijd last van die duizeligheid, vooral als ik me inspan bij ’t spelen. Zou dat zwakte zijn?” „Misschien?
Voorzichtig brengt Pietersen de hand, met middelvinger en duim tot grijpen vooruitgestoken, naar ’t glaasje, dat hij knipoogend toelacht; maar op ’t oogenblik dat hij ’t aanvatten zal, vraagt hij hoffelijk, met een licht kuchje: „Et vous, mon Directeur? Neem je niet zoo’n klein, petieterig beetje? Je ziet er zoo betrokken, zoo koud uit.”
De twee en twintig bodemen varen voorbij; op de schepen der Geuzen hoort men trommels en pijpen; Lumey roept: "In name des Prinsen, op jacht!" Ewoud Pietersen Worst, schout-bij-nacht, roept: "In name van Zijne Hoogheid, den Prins van Oranje en messire den admiraal, op jacht!"
Wat waren de soldaten zonder onder- en boven-officieren? Over de stommigheid van Pietersen moest ik lachen. Die zei dat ze die luie bl.... bovenop hun paarden mettertijd ook wel 't loopen zouden leeren. Nou vraag ik, wat wou een leger beginnen, als ze geen hoofdofficiers hadden, die uit de hoogte alles afkeken en meer overleg in één uur moeten hebben als een gewoon soldaat in een heel jaar?
„De kemedie” is eindelijk uit, want na een benauwd en angstig half uur is Annette tot kalmte gekomen en staat Walten met Pietersen, vermoeid en warm van de inspanning om haar vast te houden en voor kneuzingen van hoofd of lichaam te bewaren, bij ’t bed, waarop de ongelukkige vrouw, nu met gesloten oogen, schijnbaar rustig ligt te slapen.
„Als je haar eens ’n klein tikkie cognac liet drinken; wil ’k je de flesch eens aangeven?” vraagt Pietersen, en een cynisch lachje om zijn breeden mond doet even de uiterste spits van zijn tong zichtbaar worden. Walten antwoordt niet; hij houdt zijn kind omvat, legt zijn stoppelige wang tegen haar hoofd en sust haar even alsof ze een klein meisje was.
Ik wist wel, dat je wat voor me zoudt opduiken, hè hè hè!” „Nou ja, maar....” „Geen excuses, mon Directeur; voor den dag er mee.” Pietersen lekt zich vol verwachting de dunne lippen; hij is reeds, voor zijn doen, te lang nuchteren geweest.
Pietersen lachte, lachte, dat hem de tranen over de wangen liepen, en hij riep maar aanhoudend: "Neen maar, Hansje, wat heb je daar eene prachtige grap bedacht, zoo'n mooie heb ik van mijn leven nog niet gehoord. Het touw, om ...." En dan barstte hij opnieuw in lachen uit. Hans werd er verlegen onder. "'t Is geene grap," bromde hij half boos en toch met tranen in de oogen, "heelemaal niet.
„Zeker, mon Prince, zeker!” Pietersen spreekt schijnbaar in vollen ernst. „En wat ’n geluid, hé?” „Kolossaal!” „En wat ’n verschijning!” „Kapitaal!” „Ja, je begrijpt, ze is nu vervallen, ze ziet er niet goed uit, maar als ze beter is, komt dat alles weer bij; ze is op ’t tooneel een schoonheid; enfin, jij weet het, jij hebt haar gezien, toen ze nog „goed” was.” „Oui, mon directeur!”
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek