Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juli 2025
„Wie is ’t?” vraagt de agent. „Hij hiet Walten en speulde op de kemedie,” antwoordt de hokkebaas. „Zeg!” hij wendt zich tot de werkvrouw, die naast den stoel van Annette staande, zwijgend toekijkt, „zeg! jij zelt er wel ’t fijne van weten?”
De fijnste mokkels met gekapte hoofde ware er bij krek de kemedie, en ik de gróóte rol zooas Bouwmeester ze speelt, onze Lewie! "Is dat zoo?" zeit die president dan weer, as dat openbare minnesterie je slag bloot het geleid voor die zaal. Nou, ik had me heele dramma op eigehandig schrift vóór mijn legge, net as die a'vecaat-prokkereur z'n pleidooi.
„De kemedie” is eindelijk uit, want na een benauwd en angstig half uur is Annette tot kalmte gekomen en staat Walten met Pietersen, vermoeid en warm van de inspanning om haar vast te houden en voor kneuzingen van hoofd of lichaam te bewaren, bij ’t bed, waarop de ongelukkige vrouw, nu met gesloten oogen, schijnbaar rustig ligt te slapen.
Hannes en ik liepen naast elkander, en deelden niet in de algemeene opgewektheid. Met zijne ietwat loenzende oogen keek hij eerst naar den sergeant, en vervolgens fluisterde hij mij toe: »Nou ik me eige tòch gewasse heef, ken ik toch beter met Merie gaan, vanavond.« »Hé je geen senie in de kemedie?« informeerde ik.
Hij keek minachtend en vreeselijk blasé op me neer: »Wat doe ik met al die flauwe onzin! Ik ken toch beter een bakkie koffie hale bij Merie?« Reeds eerder had hij mij toevertrouwd, dat hij gaarne lange avonden zwijgend doorbracht met Merie en koffie. Toen maakten wij samen uit, dat »de kemedie« »géén werk« was, en dat wij zouden probeeren te ontvluchten.
„Nou! uwé komt nog bijtijds, juffrouw Jaling; ’t is posetief ’n extratje vandaag. Uwé kan nou nog net profeteere van de kemedie. Gaat u maar op ’t bankie staan, dan kan je onder de gordijnfranje door in de kamer zien; ’t eene raam staat een êndje ope, dat tref je. Je mot nou meteens je oore maar ereissies de kost geve. Wacht ’k zal je helpe.
Dat was dan maar beter geweest ook ... Dus laat die Mina uit onze kemedie maar liever weg as je wil ... De mensche zouwe der nog maar om motte lache. Zoo is dat gekapte-hoofde-publiek, dat tuig van de autemebiele! En dáár is die meid me toch nog van te nobele afkomst ook voor; wat jou? Is 't soms niet rampzalig genog, zoo'n val?
"Maar 'k wou je wat vrage: Of je van dat leve van mijn geen toneelstuk voor de kemedie kon make?... Dan schrijf ik daar zèlfs 't slotstuk wel an, van hoe 'k met mijn vernederde positie z
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek