Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een uitgaand endje sigaar bleef liggen stinken op den looden aschbak. Bernard smeet 't op den grond met een gebaar van walging, waar André om lachte. Zij gingen zitten domineeren. Bernard deed dat slecht, hij kreeg herhaaldelijk standjes van André, die zei dat hij speelde als een jongejuffrouw, dat hij bang was om te koopen.

Hachje, vleesch, spek, gelijk men zegt hoekje voor een stukje en in Noordholl. een endje stik voor een boterham; "Dat hachje leijter toe, het mach er ligge rotte, 't Is beter daer as voor de muysen of de rotte." Tr. Corn Klucht 1345 Hier voor endje leven. Hij schoot er het hachje bij in, is zooveel als het endje leven, zijn leven.

Nou! uwé komt nog bijtijds, juffrouw Jaling; ’t is posetief ’n extratje vandaag. Uwé kan nou nog net profeteere van de kemedie. Gaat u maar op ’t bankie staan, dan kan je onder de gordijnfranje door in de kamer zien; ’t eene raam staat een êndje ope, dat tref je. Je mot nou meteens je oore maar ereissies de kost geve. Wacht ’k zal je helpe.

Op een avond dat hij naar gewoonte liep te droomen langs 't diep-liggende water van een breed-gewalde gracht, kwam hij Sam tegen, die daar in de buurt woonde, op een bovenhuis. "Waar ga jij naar toe," vroeg Sam. "Zoo langzamerhand naar huis," antwoordde Bernard, "ik heb maar een endje omgekuierd." "Ga met mij mee," zei Sam, "laten we bij mij een kalm glaasje wijn gaan drinken."

Stak hij een tweede op, dan gooide hij een groot stuk weg, wat hij vroeger nooit deed. Toen rookte i tot 't endje te klein werd om vast te houden, dan stak hij er een speld in en rookte 't zoo op. Het duurde niet lang of i rookte scheef. Eens liet hij bij Bavink de kachel uitgaan. Toen gaven wij hem op.

't Stond wachtend stil, schokte rommelend 'n endje naar voren, stond weer stil en wachtte, en dat deed 't nog een paar maal. Tot hij, door 't opnieuw morsig bewasemde raampje turend, twee gebogen meisjesfiguren in lichte sorties zag komen uit 't rijtuig dat voor 't zijne stond; en hortend en stootend schoot de doos, waar hij in zat, nu tot onder de luifel, die de breede stoep overkapte.

"Laten we nog 'n endje omloopen, de avond is zoo heerlijk, en ik voel zoo'n kracht; ik zou toch niet kunnen slapen." "Als we nu maar 's dadelijk met wat moeilijks beginnen konden, , 'n groote opoffering, 'n heldendaad. Maar 't lastige is 't vuur brandend te houden in 't gewone doen van alle dag, ook als we onder kleine en groote zonden leven."

Even later stonden ze, allemaal 'n beetje verlegen, voor de stoep van Ceres, in 'n clubje. "Vinden jullie goed, als we 'n endje oploopen, dan praten we makkelijker," zei Han, "nee, niet allemaal op 'n rijtje." En hij ging met Else vooruit. "Heerlijk, de Breestraat bij avond," zuchtte Go bewonderend.

Pauls verwarring schreef hij toe aan 's mans verlegenheid, zijn meisjes-vrees, van ouds bekend; ijdel lachend troostte hij z'n bruid door op te merken dat ze binnenkort meer samen zouden zijn, en hield, op ietwat plagerig-vaderlijken toon, aan Paul voor dat hij toch op moest passen niet zoo heelemaal te ontwennen aan den omgang met beschaafde meisjes van z'n eigen stand; dat was toch zoo goed; ook zou Paul toch zeker heel graag eens wat beter kennis maken met zijn aanstaande schoonzus.... Hij had intusschen gedaan met dejeuneeren, stond haastig op, zocht op den schoorsteen naar zijn halve sigaar, die hij bij 't binnenkomen daar had weggelegd maar hij stak het endje niet in de kamer aan ; toen kuste hij zijn bruid, gaf den anderen een knikje, lachende van ingenomenheid met eigen doen.... en ging de deur uit....

En ze had zich ook niet voor kunnen stellen, dat hij ooit erg intiem met zoo iemand kon zijn geweest; misschien 's tegen 'r gelachen, dat was al erg genoeg, z'n mooie lach; misschien 's een endje met haar opgeloopen, maar hoe kon hij, de ontwikkelde, beschaafde, over-verfijnde, voor wien zij zich vaak te grof en te onwetend had gevoeld, wezenlijk behagen vinden in 'n burgerlijk, onbeschaafd schepsel, zoo een, die Leidsch dialect sprak, met 't leelijke zangetje, en niets had gelezen; die bovendien niet wezenlijk van 'm houden kon.