Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 mei 2025
Cook ontdekte deze Kangoeroe-soort in 1770 aan de kust van Nieuw-Zuid-Wales en gaf haar den thans gebruikelijken naam in overeenstemming met dien, welke de inboorlingen haar gaven. Het dier leeft in met gras begroeide oorden of in de schraal bezette struikbosschen, die men in Australië zoo veelvuldig vindt. In het kreupelhout begeeft het zich vooral gedurende den zomer om zich tegen de heete middagzon te beveiligen. Tegenwoordig is dit dier door de aanhoudende vervolgingen tot ver in het binnenland teruggedrongen en ook hier begint het zeldzamer te worden. Het leeft in troepen, maar is niet zoo gezellig, als men aanvankelijk op grond van een toevallige vereeniging van verscheidene familiën meende. Gewoonlijk ziet men ze slechts bij drieën of vieren bijeen; tusschen de leden van dit gezelschap bestaat zulk een los verband, dat eigenlijk geen hunner zich om de overige bekommert; ieder gaat onafhankelijk van de andere zijn eigen weg. Op een buitengewoon goeden weidegrond komen zij in grooten getale te zamen, om zich weder van elkander te scheiden, wanneer het hier aanwezige voedsel opgebruikt is. Vroeger meende men, dat de mannetjes als aanvoerders van den troep optraden, waarschijnlijk, omdat zij wegens hun aanzienlijke grootte voor dit ambt geschikt schenen; deze onderstelling is echter gebleken onjuist te zijn. Volgens alle berichten is de Reuzenkangoeroe in hooge mate schuw en vreesachtig; slechts zelden gelukt het den mensch hem op de gewenschte wijze te naderen. Tegenwoordig ziet men hem zeldzamer bij ons in gevangenschap dan vroeger, toen hij in zijn vaderland veelvuldiger voorkwam. Bij goede verzorging kan men hem lang in 't leven houden; enkele exemplaren leefden 10
Wij weten namelijk dat de Azteken schatplichtig waren aan den koning van Azcapozalco, en dat zij eerst onder de regeering van Itzcoatl, omstreeks het jaar 1425, hunne onafhankelijkheid herwonnen; dat zij echter eerst onder de regeering van Montezuma I, omstreeks 1440, invloed verwierven en veroverend optraden; zij konden dus eerst in dezen tijd aan den vorst van Mayapan hulptroepen zenden.
Sluit de oogen en verbeeld je eens fel en heftig, dat ge Sancho Panza zijt. Het zal je, dunkt mij, niet moeielijk vallen, want, ten eerste, hebt ge ongetwijfeld wel eens den onsterfelijken Don Quichot, het meesterwerk van Cervantes, gelezen, en ten tweede: als ik niet zeker wist, dat ge de schildknaap eens edelen en drakenbekampenden ridders zijt, dan sprak ik niet eens tot je, want ik vond je geen knip voor den neus waard! Je kijkt me verbaasd aan: "ik de schildknaap eens drakenbekampenden ridders?" Maar ik antwoord je kalmpjes weder: ja zeker, jongelief, want dien je dan soms het socialisme niet? Dat je met zwarte handen en gezicht alle dagen voor de schijf zit, dat is maar nietswaardige en onwerkelijke schijn, zooals ook de dwaasheid en de "droevige figuur" van Don Quichot maar voorbijgaande schijn waren; maar dat je ziel in rood en hemelsblauw gekleed gaat gelijk het een schildknaap van den Dagenden Tijd betaamt, dat is, mag ik vertrouwen, de werkelijkheid, zooals ook de adeldom en de haat tegen onderdrukking, gemeenheid en roof, in Don Quichot de werkelijkheid waren. Sluit de oogen, herhaal ik dus met hypnotischen nadruk; ik zèg je, je bènt Sancho Panza, je zit voor den rijkgedekten tafel op het door je-zelf bestadhouderd eiland, je tast toe ... ai! wat is dat?! Nauwelijks heb je 'n hapje gegeten, nauwelijks heb je gedacht: wat [p.219] smaakt dat eten heerlijk, of de schotel wordt je uit de handen gegrist .... Open nu weer je oogen, beveel ik, en ga Pittah lezen; je hebt de eerste drie hoofdstukken van het boek genoten één hapje van den schotel gegeten je vind ze prettig, gezellig en boeiend, en ... ziedaar ... wèg is plots het verhaal van Harry en Fort M'Gurry! Je vork, gretig omlaag prikkend, vindt een heel ander gerecht.... Welnu, beste vrienden, met deze modernisatie van Sancho's spijtig avontuur is meteen het compositorisch-zonderlinge van Pittah's "Eerste Deel" aangewezen, de diepe breuk in de samenstelling van het boek blootgelegd. Laat mij pogen dit alles nu even door bewijsvoering te verduidelijken. De eerste drie hoofdstukken verhalen van de lotgevallen en de daden van menschen en dieren, en vele van de latere hoofdstukken doen hetzelfde, maar de eerste drie doen het op een heel andere manier dan de latere. In de eerste drie is de verhaaltrant zóó, dat wij, zooals we tot nu toe bij de lezing van alle mogelijke werken gewend waren, nagenoeg heel onze belangstelling mòesten concentreeren op de menschen en slechts een klein overschotje dier belangstelling op de dieren; in de latere is precies het tegenovergestelde het geval. Aanvankelijk denken wij een verhaal over zekere menschen te gaan lezen, waarin, gelijk in zoovele boeken, die reisbeschrijvingen of jachtverhalen bevatten, de dieren wel een vrij gewichtige rol vervullen, maar de hoofdrol allerminst; hebben wij echter het "Eerste Deel" achter den rug, dan merken we plots dat "de rollen zijn omgekeerd." Of sterker en nog meer naar waarheid gezegd: eerst zijn de dieren het decor en de menschen de spelers, later zijn de dieren de spelers en de menschen het decor. En met zulk eene geringschatting wordt van dan af het menschelijk materiaal door den auteur beschouwd, dat hij de menschfiguren ook daar waar zij als spelers optraden, achteraf als décor behandelt, zoodat je tot je hevige verwondering die dan ook helaas de lezing van het boek overleeft en als iets hinderlijks met je schoonste herinneringen er aan blijft vermengd nooit meer één syllabe hoort van Harry of de mannen, die hem redden. Ah! denk je spijtig en gekwetst: voor het verdere verloop van het spel is het kasteel [p.220] Weedon-Scott noodig, nu wordt in de pauze de brug-Harry door de tooneelknechts op rollen weggeschoven en achter de coulissen gebracht .... En het gezicht dezer plots openscheurende breuk tusschen het "Eerste Deel" en de latere hoofdstukken schokt den aanschouwer zoo hevig, dat onze hongerige Sancho Panza nauwelijks meer verbaasd en ontstemd kan zijn geweest, toen hem voor zijn neus zijn bord werd weggekaapt. Maar deze ééne oorzaak van ontstemming in den lezer is in werkelijkheid door drie factoren gevormd. Ten eerste: het gevoel, alsof men drie hoofdstukken lang voor de mal is gehouden, 't geen niet zoo heel kort voor een "gijntje" is! Ten tweede: de omstandigheid dat breuklooze eenheid in den voedingsbodem elk aesthetisch genotsgevoel zijn voornaamste voedsel en kracht geeft, verbrokkeling daarentegen van dien bodem het verschrompelen doet. Ten derde: dat de mensch in den lezer het nooit verdraagt, de menschelijkheid in een boek achteruitgeschoven te zien voor iets anders. Desnoods heeft hij er vrede mee, dat zij van den aanvang af, vóór zijn aandacht in het geding kwam, aan iets anders ondergeschikt werd gemaakt, mits dat andere hem dan maar hevig boeit; maar hare vernedering onder zijne oogen, in zijn bijzijn duldt hij niet. Eens zijne belangstelling gewekt door menschelijkheid op een zeker plan van het werk, eischt hij onverbiddelijk, dat die menschelijkheid minstens op d
Het sociale program, dat zij in 1898 uitwerkten, toen zij onder den naam van Bond van kiesvereenigingen op Christelijk-Historischen grondslag in de provincie Friesland in het politieke leven optraden, herinnerde aan de gevoelens der Nederlandsche Hervormde predikanten, door zijn vijandschap tegen de Roomsche kerk, en nam de meeste hunner aanspraken over.
Toen de paus, omstuwd door zijn half geestelijk, half koninklijk gevolg, de kapel binnentrad, begroet door het onbeschrijfelijk welluidend gezang; toen daar de schitterende processie zich voortbewoog langs het Laatste Oordeel van Michel-Angelo; toen ik mijn blik liet dwalen langs de fresko's der wanden, langs dat ontzaglijk plafond, langs die aangrijpende voorstelling van het alles beslissende werelddrama daar op den achtergrond; om dan in het eind weder op dien paus te zien, met de driedubbele kroon op het hoofd, heerlijk gedrapeerd in zijne indrukwekkende kleeding, op dien koning zonder leger of aardsche macht, op dien eerwaardigen grijsaard, die daar zetelt als opvolger van Petrus, van Gregorius den Groote, van Sint-Sylvester, van Julius II; toen de schitterendste, de hartverheffendste herinneringen van een onuitsprekelijk grootsch verleden hier als levend voor mij optraden, hier, waar ik, kind van den dag, stond tegenover den drager van het eeuwen- en eeuwenoude pausdom en tegenover de verhevenste scheppingen van den grootsten meester der Renaissance; ja, toen gevoelde ik, dat ik mij in het edelste heiligdom der gansche wereld bevond.
Op welk een meedoogenlooze wijze de royalisten tegen zijn voormalige officieren en ambtenaren met gevangenis, deportatie en dood optraden, kon hij reeds lezen. Van zijn vrouw ontving hij taal noch teeken. Zijn bloedverwanten, verbannen, gevlucht, verplicht zich te verbergen, hadden nog geen gelegenheid gehad hem iets van zich te doen hooren. Eindelijk was Longwood gereed!
De oester-cultuur heeft sterke fluctuatiën ondergaan, niet alleen in de produktie, maar ook in de prijzen. De grootsche verwachtingen van de rentabiliteit, eens dienaangaande gekoesterd, zijn niet vervuld voor de maatschappijen, die hier optraden. Daarmede schommelde ook de welvaart van Ierseke.
Eerst toen de Duitsche statenstichters onder de Galliërs optraden, verkregen zij het zuurdeeg, met behulp waarvan een brood gebakken werd het hekwerk langs welke de Fransche wijnstok zich uit de verslapte Romeinen-wereld omhoog kon heffen, en tot eene groote en zelfstandige Europeesche volkenplant kon opwerken.
Nu kan het zijn dat, toen de magtige landzoogdieren en landvogels in groote hoeveelheden optraden, het land als ware door twee legers veroverd geworden is en dat hierdoor die landhagedissen tot binnen holen en digt struikgewas terug gedrongen en in aantal vermindert zijn.
De eerste belangrijke, gemeenschappelijke ondernemingen der Grieken, waarin zij als een op zich zelf staand volk optraden en zich leerden gevoelen, de tocht der Argonauten, de Troyaansche oorlog, waren groote vloot- en zee-expedities, en even als ten tijde van Agamemnon geheel Griekenland uit de Aegeïsche zee opdaagde, zoo heeft het uit diezelfde zee, uit hare eilanden, havens, schepen, ook later meermalen zijne kracht getrokken eene wedergeboorte te weeg gebracht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek