Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
Men verhaalt, dat, toen ten gevolge van onophoudelijke regens, van hongersnood en pest het werk stilstond en de talrijke arbeidersbevolking gebrek leed, de magistraat van Bergen, ten jare 1440, tot den bouw van een nieuw raadhuis besloot, ten einde op die wijze aan de bevolking werk en brood te verschaffen.
Wij weten namelijk dat de Azteken schatplichtig waren aan den koning van Azcapozalco, en dat zij eerst onder de regeering van Itzcoatl, omstreeks het jaar 1425, hunne onafhankelijkheid herwonnen; dat zij echter eerst onder de regeering van Montezuma I, omstreeks 1440, invloed verwierven en veroverend optraden; zij konden dus eerst in dezen tijd aan den vorst van Mayapan hulptroepen zenden.
Hij werd tresorier van het Gulden Vlies, ridder; hij werd op de gewichtige diplomatieke zending gebruikt, om in 1440 Charles d'Orléans uit de Engelsche gevangenschap los te koopen; hij zou mee op den kruistocht tegen de Turken voor het beheer der geldmiddelen. Zijn rijkdommen maakten de verbazing der tijdgenooten gaande.
Ook de Burchtgraaf-zelf deed de zaak der ongelukkige en trouwloos behandelde Jacoba van Beieren zoo menig goede dienst, dat zy hem uit erkentelijkheid de toezegging deed tot het verlij met drie Heerlijkheden, palende aan het Land van Montfoort, namelijk: Linscoten, Hekendorp en Snelrewaerd, die hy later, schoon eerst onder Filips van Borgondiën, 1440, ook werkelijk bekwam.
Dat is ook nog het standpunt van Johannes Wier in de zestiende eeuw. Bij Martin Lefranc, proost van de kerk van Lausanne, den dichter van het groote werk Le Champion des Dames, dat hij in 1440 aan Philips den Goede opdroeg, vindt men de volgende verlichte voorstelling van den heksenwaan.
Maar wij weten dat deze Azteken niet voor het jaar 1440 als hulptroepen naar Mayapan konden komen. De voor het voltrekken der menschenoffers bestemde monumenten kunnen dus niet ouder zijn dan de tweede helft der vijftiende eeuw.
Wij hadden dus recht te beweren, dat de gewone verklaring van het verlaten van Chichen-Itza door hare inwoners, omstreeks het jaar 1440, niet aannemelijk was; wat ook verder tot dien uittocht aanleiding moge gegeven hebben, zeker moet de hoofdreden gezocht worden in de nog levende herinnering aan de door hunne voorvaderen gestichte koloniën in het zuiden van het schiereiland.
Want zij was wel degelijk eene maya stad, waarvan de inwoners, Itzaes genoemd, de afstammelingen waren van die emigranten, die onder aanvoering van hun Canek, omstreeks 1440, de stad Chichen-Itza in Yucatan verlieten en van wie wij reeds gesproken hebben.
Twee aanzienlijke burgers der stad, die den titel van conservatoren ontvingen en een jaarlijksch inkomen van 1440 reis, moesten waken voor de handhaving der privileges van de universiteit en den koning raadgeven bij elken aanslag, die erop zou worden beproefd. De koning Dom Denys stierf den 13den Januari 1325.
Men verhaalt, dat, toen ten gevolge van onophoudelijke regens, van hongersnood en pest het werk stilstond en de talrijke arbeidersbevolking gebrek leed, de magistraat van Bergen, ten jare 1440, tot den bouw van een nieuw raadhuis besloot, ten einde op die wijze aan de bevolking werk en brood te verschaffen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek