Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 mei 2025
Hoezee voor monsieur Oliver's duivenpastei!" "Ja zeker, duivenpastei!" roept de schilder, "duivenpastei! Maar wat is er met mijn duiven gebeurd? Hebt gij ze weggenomen, Achille?" "Neen!" "Hebt gij er om de til zien vliegen? Ik bedoel niet onder in het hok, maar in de til vliegende om de til?" De stem van den schilder klinkt heesch zijn oogen schieten vuur.
Mr. Giles begreep in 't geheel niet, wat die kreet beduidde, maar Harry Maylie, die vlugger van begrip was en Oliver's geschiedenis van zijn moeder gehoord had, begreep het terstond. »Welken kant is hij uitgegaan?« vroeg hij en nam een dikken stok, die in een hoek stond. »Die!« antwoordde Oliver en wees in de richting, die de man genomen had. »Ze waren dadelijk uit 't gezicht.«
»Dat zouden zij zeker,« stemde Oliver's weldoenster toe, »en dokter Losberne is al zoo vriendelijk geweest te beloven, dat hij je, zoodra je sterk genoeg bent om de tocht te doen, naar hen toe zal brengen.« »Heusch juffrouw?« riep Oliver, terwijl zijn gezicht van blijdschap opleefde. »Ik weet niet wat ik doen zal van vreugde als ik die lieve gezichten weer zie!«
Het heeft geen adres, maar is van Oliver's hand en luidt: "Vlucht! vlucht spoedig! in Godsnaam! Red uw leven en dat van den jongen, die u dit brengt. Hij is mijn leerling, zij zullen hem op de pijnbank brengen. Het zwaard valt neer op mijn hoofd. Ik heb slechts tijd om te zeggen: God zegene u. Vaarwel." "Wie gelastte u, mij dit te brengen?" vraagt Guy, met bevende lippen en doodsbleek gelaat.
Dokter Losberne was bij hen en zou de twee volgende dagen blijven; maar Rose kende te goed de drift van den goeden man en voorzag te goed met welke woede hij in zijn eerste verontwaardiging de vrouw zou aanzien, die hij voor de bedrijfster van Oliver's oplichting beschouwde, om hem het geheim te durven toevertrouwen, zoo lang haar voorstellen ten gunste van het meisje niet door een ervaren persoon gesteund konden worden.
Toen het rijtuig de straat insloeg, klopte Oliver's hart zoo hevig, dat hij nauwelijks snel genoeg adem kon halen. »Nu, m'n jongen, welk huis is het?« vroeg de dokter. »D
Doch hij zette dit spoedig weer van zich af en toen hij opmerkte, hoe Oliver's antwoorden op zijn vragen even oprecht en vast klonken als ooit te voren en blijkbaar met dezelfde eerlijkheid en waarheid werden uitgesproken, nam hij zich voor van nu af er ten volle geloof aan te schenken. Daar Oliver den naam van de straat wist, waarin de heer Brownlow woonde, konden zij er recht naar toe rijden.
»Neen, neen!« antwoordde de oude heer. »Nee maar! juffrouw Bedwin, kijk eens!« Terwijl hij sprak, wees hij haastig naar het portret boven Oliver's hoofd en toen naar het gezicht van den jongen. Het ééne was de levende copie van het andere. Oogen, voorhoofd, mond, elke trek was dezelfde.
Doch de oude heer kon zich geen enkel gelaat herinneren, waarmede Oliver's trekken iets gemeen hadden. Dus uitte hij een zucht om de herinneringen, die hij had opgewekt; en daar hij, gelukkig voor hemzelf, een verstrooide oude heer was, begroef hij zijn herinneringen opnieuw in het vergeelde boek.
»Geef mij de andere,« zeide Sikes, terwijl hij Oliver's vrije hand greep. »Hier Bul-oog!« De hond keek brommend op. »Hier jongen!« zei Sikes, met zijn andere hand Oliver bij de keel grijpend, »als hij maar één woord spreekt, pak 'm! Denk er om!« De hond bromde nog eens; hij likte zijn baard en keek naar Oliver, alsof hij er naar verlangde, hem in zijn strot te bijten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek