Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 mei 2025
Het was donker geworden, zoo donker het namelijk in eenen helderen Juni-nacht worden kan, als des nachtegaals avondlied en des leeuweriks morgenzang elkander opvolgen gelijk adagio en scherzo eener symphonie; als de sterren den tijd nauw vinden om even te flonkeren tusschen de schemering die ze ontsteekt en de schemering die ze doet verbleeken; als het amber aan de westerkimme even pas vergrauwd is, of ziet Auroor begint in het oosten den sluier al weg te schuiven van haar rozig aangezicht!
"Neen!" antwoordde August; "ten minste herinner ik mij niet, ooit eene zoo aanzienlijke aalmoes gegeven te hebben." "Niet?" herhaalde Koslou. "Nu, dan hoop ik, dat gij u nog wel eenen nachtegaal zult herinneren, die op het geboortefeest van uwe moeder zoo fraai zong. Een arme herdersknaap is het niet zoo? had een nestje met de beide oude nachtegaals in uw park overgebragt."
Wij zullen hem ten minste vriendelijk genoeg ontvangen!" "Maar hoe is dat mogelijk?" vroeg de gravin. "Ik hoorde den nachtegaal hier vroeger nooit; en zelfs de oudste lieden weten niet, dat hier ooit nachtegaals genesteld hebben." "Ik wil u het raadsel oplossen, lieve moeder!" antwoordde haar zoon.
Zoo zongen uwe ouders, zoo gij ook, nadien; en, na u, zoo zingen uw' jongen; hebbe ievers ik nachtegaals- zonen gezien, 't was nachtegaalszang, dat zij zongen. Dan–alles van buiten weet ge: al dat gij zingt en zurkelt en zabbert; 't zit even zoo net in zijn' haken en oogen, mij dinkt, of ware 't met inte geschreven.
VALENTIJN. Wat maakt gewoonte ras den mensch iets eigen! Deez' donkere eenzaamheid, dit stille woud, Behaagt mij meer dan rijke woel'ge steden. Hier kan ik eenzaam zitten, ongezien, Om aan het klagend lied des nachtegaals Mijn jammertonen en mijn wee te huwen.
Niet genoeg dat de Vlaamsche Nestor van tusschen ons werd weggemaaid, niet genoeg dat de wreede dood het lied in de keel des Vlaamschen Nachtegaals verworgen kwam ... ook de Vlaamsche Bard, de vroolijke zanger des volks moest ons verlaten lijden en sterven als een martelaar.
Wij zaten op een bank voor den stal, met onzen rug tegen den muur geleund, waarop de warmte van den dag afstraalde. In een boschje eschdoorns, in de nabijheid, zongen de nachtegaals. Vóór ons, hoog boven de daken, steeg de maan zachtkens ten hemel. Deze avond was voor ons des te aangenamer, daar de dag brandend heet was geweest.
Nu zinkt ze in felle smart verbleekende op de kniên, En wringt de handen, en vertwijfelt, waar te vliên: Dan verft een nieuwe storm van woede haar de kaken, Vliegt op, en wil een eind aan 't foltrend leven maken Of rent, als razende en met zweepen aangespoord, Onwetend werwaart heen, in éénen adem voort, Kwetst d' al te teedren voet aan struiken en struweelen, En houdt op eenmaal stand, als siddrend voor het kwelen Des nachtegaals in 't woud, of 't knappend uilgesteen, Dat uit een' hollen tronk haar toeroept in 't geween.
Daarom had haar zoon deze plaats uitgekozen. Ongeveer honderd schreden van die hermitage stond, in het digte groen der boomen, digt bij het beekje, een oude boom, die er nagenoeg juist zoo uitzag, als de holle boom, op welken Dirk het nest van de nachtegaals had gevonden.
Een klein, aanvallig meisje wilde daarop weten, of hij ook toevallig een geheel nest met jonge nachtegaals had medegebragt; en het jongste kind voegde daarbij, toen August de laatste vraag ontkennend had beantwoord: "nu, gij moet ons toch zulk een nest zenden!" De oudste kinderen lachten hartelijk daarom, en zeiden: "ja, dat zou wel regt aardig zijn, indien het maar mogelijk was!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek