United States or Ghana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik ben tevreê met wat ik heb, Of 't veel of weinig zij: Tevreden wíl ik zijn, o Heer: Dezulken toch mint Gij. Voor hen is overvloed tot last, Wier weg naar boven leidt. Hier weinig en hiernamaals veel Is 't best voor d' eeuwigheid.

Jan de Berghes riep uit: "Bij den Hollandschen leeuw! die slapende man is de vroolijke Willem, die voorzeker de gezondheid Uwer Hoogheid vandaag gedronken heeft." "Wij hebben deernis met het ontwaken van dezen man," aldus peinsde Filips, "en wijl hij de vroolijkheid mint, zullen wij hem morgen met een onverwachtsch feest verrassen. Daardoor zal hij tegelijk ook ons vroolijk stemmen.

"Het is Brunhild's bedrijf, dit deed de vrouw die mij mint," Zoo zuchtte hij zacht, "er is niets dat nu reden tot wroeging meer vindt; Ik heb veel in mijn dagen gedaan, en mijn liefde en dit al wordt gelegd In de opene hand van Odin, tot dan komt het laatste gerecht.

Neem gij er ook iets van en zoek hier rond; Een lieve Atheensche is dwars door 't hart gewond En wordt versmaad door wien zij mint. Bestrijk Zijn oogen, maar draag zorg, dat te gelijk, Als hij ze ontsluit, de jonkvrouw voor hem staat; Gij kent den man aan zijn Atheensch gewaad.

En om hen slaat hij teeder den schoot van 't schittrend kleed: Zoo vriendlijk voelt hij mede met 't droevig lot der jeugd. En hen, die nog niet loopen, biedt hij den steun van zijn shakujo , Hij streelt, omhelst de kleinen, hij drukt hen aan zijn boezem, Zoover gaat 't medelijden en mint hij de arme kleinen. Namu Amida Butsu! Naar Lafcadio Hearn.

Uw eed heeft Hermia; verzaakt gij haar? 't Weegt niets, die eeden, haar en mij gewijd; Leg de' eed aan haar, aan mij, elk in een schaal, Beide even licht, licht als een droomverhaal! LYSANDER. Ik was waanzinnig, toen 'k mijn woord haar gaf! HELENA. En zinneloos, zweert gij haar weder af! LYSANDER. Demetrius mint haar; u mint hij niet. O Helena, volschoone, nimf, godin!

Geen oog dat ons ziet, en geen tong die ons wondt; De waereld verdwijnt, en 't wordt hemel in 't rond! Kom, ga dan meê, Liefste, over zee! Volg, waar ge wilt, mij naar heuvel en dal! Wissle de wind, Hij die bemint, Kent geen saizoenen en mint overal! O fluister zijn naam niet! Hij rust' bij 't gebeent' In schaduw der eenzame zode!

En 'k loop door vuur, als dit u vreugde geeft. O Helena, doorluchtig wonderwezen! 'k Zou door uw borst in 't hart u kunnen lezen! Waar is Demetrius? o, dubbel waard Om zijn verraad te sneven door mijn zwaard! HELENA. O spreek zoo niet, Lysander! spreek zoo niet; Schoon hij aan Hermia zijn liefde bied', 't Is niets, want zìj mint ù. Wees dus tevreên. LYSANDER. Tevreên met Hermia?

Wedijvrend maakt gij 't hof aan Hermia, Wedijvrend ook verguist gij Helena; Een manlijk stuk, een ware heldendaad, Een weerloos meisje tranen door uw smaad Te ontlokken! maar geen edel man, niet één, Die zoo een maagd zou hoonen, haar zoo treên Op 't hart, en dat voor uw vermaak alleen! LYSANDER. Demetrius, houd op; gij doet haar leed; Want gij mint Hermia, weet wel, dat ik 't weet.

Joan de Brune houdt er deze bespiegeling over: »Te veel hitte verbrant en bederft de vlaede. Een matighe stokinghe maeckt het beste mout. 't Is wel gezeght: mint mij niet veel, maar mint mij langh. Heete liefde is haast koutWelke oudvaderlandsche huwelijksfilosofie Cats, al rijmend, aldus uitdrukt: »Eedt te sweren op de pluymen, Dat en sijn maar minne-luymen