Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Toen moest de prinses afscheid nemen; de koning had het te druk om langer uit te blijven, die moest weer naar zijn volk, die moest zijn land regeeren. De prinses gaf de fee de hand. Ze had de tranen in de oogen. "Ik zal U nooit vergeten, lieve fee," zei ze. "Ik ben heel dankbaar en heel tevrêe; maar o, ik wou dat U mijne grootmoeder was, dan kon ik nog veel langer bij U blijven.
Ze kwamen alle drie tot bij Johan; Sivory's lacherige lippen slurpten tevreê de ruimte. "Ik kom maar op mijn pantoffels," giegelde de jongensachtige man in zijn te kort grijs buisje. "U hier zoo alleen, waar is onze vriend de dokter?" Maar zijn wangen bolden, de kin zwom rond in de ringen van het weeke halsvleesch. Hij lolde dat zijn oogen verdwenen.
We zullen een vierke stoken; We zullen een pappeken koken; En brengt uw liefste moederken mee, Dan zullen we zijn tevree. Maar een der merkwaardigste dansliedjes is wel het reuzenlied. De kinderen scheppen er ontzaglijk veel genot in, vooral in België, waar de reuzen nog bestaan en dansen uitvoeren, als te Brussel, Geerardtsbergen, Hasselt, Antwerpen en Wetteren.
waar van dorpskerkjes vroome klokken galmen, waar vriendlijk volk, geduldig en tevree, als recht aanvaardt al 't kleine wel en wee, en Zondags dankt in onverstane psalmen, waar men op heldren dag den sneeuwberg ziet als heerlijke oogenlust in ver verschiet,
Hoewel waarschijnlijk niet met door dit landschap, heeft toch Edward B. Koster soortgelijke indrukken gehad, toen hij het voorjaar en de duinen bezong: Hel-gele duinen en hel-blauwe lucht, 't Dorpje en zijn huizen in vogelvlucht, Veraf geruisch en een glimp van de zee, Liggen in voorjaarsschomm'ling tevreê.
Ik ben tevreê met wat ik heb, Of 't veel of weinig zij: Tevreden wíl ik zijn, o Heer: Dezulken toch mint Gij. Voor hen is overvloed tot last, Wier weg naar boven leidt. Hier weinig en hiernamaals veel Is 't best voor d' eeuwigheid.
Zij vliegen vroolijk in het rond, Of kruipen langzaam op den grond, En brommen haast den heelen nacht. Zeg Pieter, had-je dat gedacht? Wel neefje, ben je nu tevreê? En valt het aantal je niet meê? Me dunkt, je hebt nu overvloed. Ontvang ten slotte onzen groet.”
»Wist ik nu nog maar wat,» vervolgde Bob. »Wacht, laat mij eens even bedenken. Misschien komt het wel.» En na een oogenblik toevens vervolgde hij: »Ha, ik ben klaar. Luister: „Wel neefje, ben je nu tevreê?” »Goed gedaan, Bob. Nu moet ik weer. Wat rijmt er zoo al op vreê? Wacht: wee, meê, zee, thee, dat zijn er wel al genoeg. In orde, hoor. „En valt het aantal je niet meê?”
Hij vroeg ook niet hij keek maar naar de mooie prinses. Hoe lief lag ze daar! Wat zag ze er snoeprig uit. Onze soldaat moest haar even over de blonde krullen strijken! Nu was hij tevreê hij had de mooie prinses gezien. "Dank je wel, brave hond," fluisterde hij, "breng het lieve kind nu weer terug." Weg was de hond weg de prinses. De soldaat, ging naar bed en droomde van beiden. En de prinses?
Zie! sprak zij, de onstuimige omhelzing zachtkens afwerend, nu zou mijn vader toch tevree met ons zijn! We hebben juist gedaan zooals de prinsen en prinsessen, waarvan onze nationale vertellingen spreken; die maakten ook elkaars portret. Niet volmaakt juist, lieve! verbeterde Siddha, ze maakten hun eigen portret, en ruilden dan met elkaar, of als ze elkander afbeeldden, dan ruilden ze toch.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek