Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
integendeel zij begeeft zich, door den nood gedwongen, in een vreugdelooze ballingschap; geen enkele zingt en jubelt in den vreemde, geen enkele mint en broedt daar. Terecht noemt Naumann de Boerenzwaluw een buitengewoon flinken, koenen, wakkeren, aardigen Vogel.
Zij lieven malkanderen reeds meer dan tien lange, trouwe jaren, Lancelot en koninginne Guenever en hunne liefde is als een gelukkig en jonstig huwelijk, allen den ridders wel bekend en misschien Koning Artur ook wel, die Lancelot inniglijk mint, als misschien wel zijn allerdappersten ridder.
Ik zal het niet doen, sprak Lamme. Kies eene uit, spraken zij. Neen, sprak hij. Wilt gij mij? vroeg een schoone blonde; bezie mij, ik ben zachtzinnig van aard, en ik min hem, die mij mint. Laat mij los, sprak Lamme. Wilt gij mij? sprak een bekoorlijke meid, met gitzwarte lokken en een bruine tint, en die overigens door de engelen gemaakt scheen. Peperkoek lust ik niet, sprak Lamme.
Wreed is de Liefde van wat onverganklijk en hoog-verheeven is, en wreeder doet het schijnen wie Zijn zeegening ontmoet en wordt allengs voor Zijn geluk ontfanklijk, zoodat hij liefdeloos heet en verblind, naarmaat hij méér, met vaster liefde mint. En alle trouw aan Hem die niet vergaat, heet ontrouw onder menschen, die niet lijden wat stoort hun kleine vreede en klein verblijden.
Gewes, gij, Gwinebant. Ik ben de zwakste, want ik ben de krankste. Om Vrouwe Venus' wille, Lancelot, ben ik krank. Ik denk immer aan mijne Ysabele. Ik droom immer van mijne Ysabele. Lace, zij is zoo verre.... Gij en zijt niet zwak, Gwinebant, zoo gij mint met sterke trouwe. Gij en zijt niet krank, Gwinebant, zoo gij verhoogt in blijde gezondheid van minne.
Op die gevangenschap die haar bedreigde en die "vreemden" komen wij terug; eerst moeten wij trachten ons eene voorstelling te vormen van haar innerlijk leven, duidelijker dan mogelijk is met behulp van het tot hiertoe medegedeelde. Ook HADEWYCH'S zieleleven werd beheerscht door de minne. "Mint de minne!" zoo had ook in haar eene stem weerklonken.
Al ware al die wereld an mi belanc, Ic woude wel, dat si ware mijn wijf. Scaemt u der scanden, vul keytijf, Dat ghi so neder mint, Ende men so scone joncfrouwen vint Van hogher gheboort, van groten geslacht.
Djeezes-Maria! kreet tante Olympe. Zij mint het Lenteweer, de bloemen, de vogels, 't vrije geluchte, dat neervalt uit de blauwe hemelen. Ze voelt haar vleesch, haar heele lijf opengaan in schoonheid, in nature. Hare doening 's nachts en zal niet tegen nature zijn. Dat ware onmogelijk. En, overigens, wat doet ze dan? Ze gehoorzaamt misschien aan 't geheime bevel van haar wezen.
"Heer ge bedrijft kwaad," zeide hij met ontroerde stem, "dat gij deze vrouw, die u niet mint, met geweld wilt nemen. Laat haar met vrede, dan doet gij wel. Keer weder in uw land." Galarant riep schamper uit: "Ridder, wat wilt ge van ons? Rijd heen, zoover u uw paard kan dragen, of ik zal u met mijn zwaard doorsteken." Macedone was een driftig man.
Ay, haer herte es al vol eren, Ende van haren live so reine, Ic weet wel, si en dade haer niet te cleine Om al dat goet van eertrike: Dat weetic wel waerlike. Si es so edel van ghedacht. Reinout, haest u al u macht, Ende vaerse soeken oost ende noort, Ende suut, west, also voort Totter tijt, dat ghise vint, Wantse mijn herte met trouwen mint; Mijn oghen nie liever wijf en saghen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek