Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 oktober 2025


De goeden in het Duutsche land hebben volgens POTTER het monopolie van de goede reine minne; Lombarden, Engelschen en Walen hebben daar over het algemeen geen begrip van; enkelen mogen er zijn, maar dan zeker niet over de bergen. Ook in zijn later leven was hij er nog steeds van overtuigd, dat men de meeste ijdelheid en "onnutte glorie" vindt in de Waalsche landen .

Gwinebant, welschoone knape, dien ik krank van minne raad, wilt gij Lancelot, dien ik niet storen wil, nu dat de koninginne en hij met malkanderen drijven zoo amoreuselijk dat groote solaes, die zoete melodië in het appelbloesemend vergier, kond doen, dat ik ook hem beid in mijn burcht, deez' nacht, om te beraden van nieuwe dingen? Gwinebant beloofde het. Ja, ik Merlijn....

Niets ontzag zij, tranen, kreten, noch smeekingen om een kus te ontvangen van hem, die heur zijn minne niet schonk. Als een uitzinnige vrouw lachte en weende zij tegelijk om hem te verteederen; doch lachen noch tranen vermochten dit steenen herte te smelten.

"Ja, maar haar scheelt toch wat," en hij luisterde naar het krijten van het kind in de aangrenzende kamer. "Ik geloof, dat de minne niet deugt," zeide de Engelsche beslist. "Waarom denkt u dat?" vroeg hij en bleef staan. "Zij is ook bij gravin Pohl geweest, sir. Men dokterde steeds met het kind, en eindelijk bleek het, dat de minne geen voedsel had." Karenin dacht na.

En mijn hert klopt hevig als ik de vogelen hoor zingen, als ik zie dat de zwaluwen terugkeeren; ik zou willen vliegen, verder dan zon en mane. En nu eens heb ik koud, dan weer heb ik warm. Ha, Nele! Ik zou niet meer van deze wereld willen zijn, of duizend levens geven voor haar, die mij heure minne schenken zou.... Maar zij uitte geen woord en, glimlachend van geluk, keek zij naar Uilenspiegel.

Onder hare geestverwanten noemt zij immers ook "eene beghine die meester ROBBEERT doedde om hare gherechte Minne" . Eerst in lateren tijd zou zij dan eene toevlucht hebben gezocht bij de Cisterciënser-nonnen van Aywières en abdis zijn geworden.

Vooral in dit werk toont deze "Minnesinger in Prosa" eene innigheid en diepte van gevoel en eene hooge opvatting der geestelijke minne, die wel indruk moesten maken op een Nederlandsch publiek, dat de lyriek van HADEWYCH en MAERLANT en een werk als dat van WILLEM VAN AFFLIGHEM geheel of ten deele kende.

Ja, sprak Uilenspiegel. Lamme dronk en ging voort: Andere reizen viel ze vol minne rond mijnen hals en zei: gij zijt schoon! En honderd maal kuste ze mij op de kaken of op 't voorhoofd, maar nooit op den mond. En als ik vroeg waarom, antwoordde zij blozend, dat moeder heur vroeger dikwijls gewaarschuwd had dat dit voor meidekens gevaarlijk is. Ha! zoete oogenblikken, zalige tijd!

Vrouwen en jonkvrouwen, bekoorlijk, dartel, plaagziek, wie de minne in het hart en op de tong lag. Kwam dat adellijk jonkvolk samen, wat hoorde men dan een levendig spel van woord en weerwoord; van dartele behaagzucht en schalke veinzerij tegen vurige liefde en ootmoedige toewijding.

Al die liefde en vrouwendienst is heel mooi, maar ten slotte staat toch de huwelijksliefde het hoogst. In overeenstemming daarmede handelt het tweede boek dat verreweg het omvangrijkst is, over de "goede reine minne"; het derde, verreweg het kleinste, over de ongeoorloofde liefde .

Woord Van De Dag

beschouwt

Anderen Op Zoek