Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juli 2025


»Als je 't gelooven wilt," meende Marling, de schouders minachtend ophalend. »De toekomst zal het uitwijzen, Marling!" »Dat zal ze net, Liskey!" Van de straat werd thans een groot gejoel gehoord. »Waarschijnlijk weer een nieuwe grappenmakerij van die »eendrachtige" Uitlanders!" lachte de Amerikaan. Beide mannen grepen den hoed en gingen naar buiten.

»'t Is vernuftig uitgedacht," zegt Marling, »maar de molen staat te laag; hij kan geen wind genoeg vangen." »En als hij op den heuvel stond," antwoordt Lena, »dan zou het water de schepraderen niet kunnen bereiken. Zoo hapert het altijd hier of daar." »Goed gezegd," meent Marling meesmuilend.

Hij had niet gedacht, dat hij Vredenoord ooit weer zou zien, en zie nu was hij er geen uur meer van daan! Zoo wonderlijk kan het gaan met den mensch. De mensch wikt, doch God beschikt. Twee maanden geleden zat Marling nog op een Londensche kantoorkruk, en nu is hij in het hartje der Transvaalsche wildernissen. En toch heeft alles zijn natuurlijk verloop gehad.

Vervolgens wendde hij zich tot den kaffer en zeide: »Zoo Februari, wat breng je voor nieuws?" »Hier baas," zeide de kaffer, die Februari heette, en reikte een brief over. De oude Kloppers opende het couvert, en al lezende begon zijn verweerd gelaat te stralen van blijdschap. »Goed nieuws," zeide hij tot den Engelschman, »goed nieuws, hoor!" »Mag ik weten, welk nieuws?" vraagde Marling.

Het was dezelfde officier, dien wij op het slagveld van Krugersdorp hebben ontmoet in gesprek met Reinard Jansen: Arie, Lena's broeder. Er verliepen slechts weinige oogenblikken, toen hij, tusschen Marling en Lena in, die den kleinen Albert op haar arm droeg, op de hooge blauwzerken stoep verscheen.

»Doch zonder dezen man" Marling wijst op den gastheer »zou ik menschelijkerwijze gesproken den dag, die op het gevecht van Langnek volgde, niet hebben gehaald. Hij, een Afrikaander, redde het leven van mij, een Engelschman." Jansen gaat weer zitten; de olifantenjager knikt bevredigd; de blauwe oogen van Dirk Kloppers staan weer rustig als altijd.

Marling moet er zelf om lachen, en met welgevallen rust zijn oog op de frissche, veerkrachtige gestalte en het aanvallig en schrander gelaat van deze dochter der wildernis. »En hoe maakt het de oude Dirk Kloppers?" vraagt hij op den ouden, hartelijken toon. »Uitstekend," zegt ze; »hij is nog even kras als jaren geleden, en Grootmoeder maakt het ook nog goed.

»Ik breng jullie hun hartelijke groete," antwoordt de grijsaard, »en ze maken het allen uitstekend." »Nu wat zegt ge van uw veldbloemke?" vraagt Marling, op zijn vrouw wijzend. »Mijn veldbloemke ziet er uit als een roos in den morgendauw," antwoordt de Voortrekker, »en ik dank daarvoor mijn God."

"Dat spreekt vanzelf," bromde Dik. In een oogenblik had hij het beste paard uit den stal voor het rijtuig gespannen, en nu ging het in dolle vaart het erf af, naar de stad, die hij een uur later binnenreed. Hij hield voor het huis van dokter Marling stil, wierp een dekkleed over zijn dampend paard, dat hijgde van vermoeienis, en trok aan de schel.

Doch Marling zelf had tot op dezen morgen met niemand over de teedere zaak gesproken, zelfs niet met Lena, die zoo even met een vollen emmer melk in het »kookhuis", tegenover het woongebouw, was verdwenen. De oprijlaan af naderde thans de oude Kloppers. Hij had het geweer over den rug en den bandelier met de scherpe patronen over den schouder. Hem volgden, achter elkander, twee kaffers.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek