Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juli 2025
»Ze gaan toch samen, om het kiesrecht te verkrijgen," wierp Marling er direkt tusschen in. »Onzin, man, onzin!" riep de Amerikaan. »Alle maal kool, apekool, wat ik je vertel!" »Dan liegt het verschenen Manifest!" zeide Marling bedaard. »De opsteller is van de eerste leugen niet gebarsten," antwoordde Liskey. »Ge zijt van daag wreed en onbarmhartig in je oordeel," hernam Marling.
»Mijnheer de Voorzitter," zeide Marling, »ik dank u beleefd voor deze tweede herinnering, die zeer zeker is uitgesproken met de bedoeling, om daardoor het groote offer aan te duiden, dat ik bracht, toen ik mij liet inschrijven als lid der Engelsche Vereeniging." De zet was raak; de onvervaarde Voorzitter voelde hem toch.
»Hoe zoo?" vraagt zij, doch met één grijpt zij den toom van haar paard, en geeft het een slag met het vlak van haar hand. De goudvos springt steigerend op, doch Marling roept dringend: »Lena, gun mij dit oogenblik dit éénige oogenblik!" Lena houdt den teugel in van haar paard.
»Een en zeventig," riep de oude Voortrekker met eenigen trots. »'t Zijn er twee en zeventig," zeide de oude vrouw, die inmiddels de hoornen bril opzocht, om den brief te lezen. »En hoeveel achterkleinkinderen denkt ge, dat ik heb?" vraagde de Voortrekker. »Tachtig," zeide Marling, vast overtuigd, dat hij thans ten minste te hoog raamde. »En achttien er bij," riep de grijsaard met klem.
»Ziet gij den roofvogel daar, in den top van dien gomboom?" »Ik zie hem," zeide Charles. »Hoe groot schat ge den afstand tusschen ons en dien roofvogel?" »Den afstand " zeide Marling, »den afstand dat weet ik niet. Misschien honderd meter." »Honderd meter?" zeide Kloppers; »honderd meter? 't zijn ruim honderd zestig meter, wat ik je zeg.
Ja, dat was het onweer, dat haar grootvader had voorspeld; dat was de wilde golfslag der branding, die het scheepke dreigde op te nemen en te verbrijzelen tegen de rots.... En in den angst harer ziel strekte zij de armen omhoog en riep: »O Heere, behoed wij vergaan!" Toen Marling de ons bekende vergaderzaal binnentrad, was zij reeds stampvol.
»O neen, oom Kloppers," zeide Marling met warmte; »zij zal niet verkwijnen in de goudstad. Ik zal over uw veldbloemke de wacht houden, en het beschutten voor de hitte van den dag en de koude van den nacht. En gij komt elk jaar in Johannesburg eenige weken logeeren, en gij zult u verkwikken aan den glans van uw veldbloemke!" Maar de oude Voortrekker schudde het hoofd.
Dan nam hij ze op zijn arm, en de kleine sloeg de bloote, mollige armpjes om zijn stevigen nek. Zij rukte en plukte met de kleine vingers in zijn haar, en vleide de zachte, bloozende koontjes tegen het verweerde gelaat van den ouden Voortrekker. Marling bekeek intusschen den reebok, dien de kaffers voor de huisdeur hadden neergelegd.
Wel was het hard, om haar kind, dat zij pas had terug ontvangen, weer af te staan, blootgesteld aan de slagen van den verderfengel, die oorlog wordt genoemd, maar zij deed voor Jan Kloppers niet onder in plichtsgevoel en vaderlandsliefde, en al was haar toestand zoo geheel anders dan die van Lena Marling, Lena's woord kwam ook over haar lippen: »De Heere zal het voorzien!"
Marling weet het nog zoo goed alsof het gisteren gebeurd is zou Lena het ook nog weten? »Columbus," roept Lena op luiden, vroolijken toon, »kom eens hier!" Een oude, donkerkleurige kaffer komt uit den boomgaard aanloopen. »Hier bezorg de paarden," zegt zij. Columbus staart intusschen den Engelschman aan. »Kent gij dien heer?" vraagt zij.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek