United States or Montenegro ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoe staat het echter met de vrouw die in de meer gangbare beteekenis van het woord loonarbeidster is; heeft ook zij behoefte aan het kiesrecht? Wanneer men zich op het standpunt stelt, dat wie belang heeft bij de wetgeving, ook in staat moet worden gesteld er invloed op te oefenen, dan heeft wellicht niemand meer dan juist de loonarbeidster behoefte aan het stemrecht.

Het stembiljet zal aan de vrouw haar recht op arbeiden verzekeren, en het feit dat zij als kiezeres de macht zal verkrijgen om voor gelijk werk gelijk loon te eischen, zal haar voor den man maken tot een eerlijke en daardoor minder gevreesde mededingster. Mannen, het is óók in uw eigen belang, wanneer gij medewerkt om aan de voor loon arbeidende vrouwen het kiesrecht te bezorgen.

Wie zal er omgekeerd aan denken de afzonderlijke vrouwenbelangen naar eisch te behartigen, zoolang geen enkele vrouw het kiesrecht bezit? En al de hierboven genoemde vrouwen hebben toch groot belang bij de wetgeving. Daar is b.v. de bijna alom heerschende ongelijke salarieering van mannelijke en vrouwelijke onderwijskrachten.

Integendeel; toen het kiesrecht nog enkel werd uitgeoefend door de welgestelden in den lande, waren het juist de niet-kiezers die hun dienstplicht vervulden. Immers, wie het betalen kon, kocht zich een remplaçant.

Over de vragen: Welk politiek werk hebben de vrouwen gedaan, in de landen, waar zij het kiesrecht bezitten? In welke verhouding staan zij tot de politieke partijen? Hoe worden zij door de politieke partijen behandeld?

De Vrijzinnig-democraten verheelden niet, dat in navolging van de Socialisten zij er het algemeene kiesrecht begeerden te zien, maar niets verhinderde, naar men geloofde, de Oud-liberalen te eischen dat er iets anders op geschreven zou worden. Niettemin bracht deze oplossing, die tot niets besloot, niet al de resultaten teweeg, die men er van verwachtte. Zij voldeed de Vrijzinnig-democraten niet.

Van een kant werd de vraag geopperd, of niet de vrouwen het kiesrecht zouden deelachtig worden, ook zonder dat er voor gestreden werd, of wel de tijd rijp was voor de invoering ervan en of de mannen 't ons niet zouden geven, ook wanneer wij er niet om vragen, doch deze illusie kon gemakkelijk en met succes bestreden worden.

Niet veel beter was het, toen in 1893 de kieswet-Tak in behandeling kwam; doch terecht vonden de voorstanders van algemeen kiesrecht het feit dat nog niet alle arbeiders het begeerden, geen reden om hun strijd te verslappen, omdat zij wisten dat het bezit van het stembiljet voor den man uit het volk van onschatbare waarde zou zijn.

Deze twee uitspraken, door bekende Staatsmannen geuit, toonen duidelijk het belang van het kiesrecht voor den bezitter aan.

Ten slotte dienen wij nog even stil te staan bij wat men zou mogen noemen het practische bezwaar bij uitnemendheid, n.l. de vraag, aan welke vrouwen voor het eerst het kiesrecht zal worden verleend. De politieke partijen welke vóór de invoering van vrouwenkiesrecht zijn, denken zich deze oplossing verschillend, zonder daarom nog zelf een vast omlijnd, uitvoerbaar plan te hebben gevonden.