United States or French Southern Territories ? Vote for the TOP Country of the Week !


En als ge het hem met eene zoo ongekunstelde overtuiging hoordet zeggen, dan dacht ge onwillekeurig: Waarachtig, het manneken heeft het zoo mis niet! =Goed= gaat het wel niet! maar het kon toch nog eene heele portie =erger=!

Maar een huizeken in hout, een beiaard daar in, en een vrouwken en een manneken, alles schoone ingewikkeld, jongen hebt ge dat al ievers gezien? Neen ik, zei Alfred. He wel! ik hebbe er zoo een! Alfred staarde naar Goedele's vingeren, die om een zilveren lepelken verduldig werkzaam waren. Ik hebbe er zoo een, herhaalde Albien, al duwend in Alfred's leên.

Toen nu niemand wist te zeggen, wat dit beduidde, ontbood men een eerbiedwaardig kluizenaar uit den omtrek, en deze gaf eindelijk de gevraagde verklaring. "Het zwaard", zoo sprak hij, "beteekent lange jaren van bloedigen oorlog; de korst brood even zoo vele jaren van bitteren hongersnood".... "En het zwarte manneken dan?" vraagt wellicht een ongeduldige hoorder.

Ja, den volgenden dag ging de man weeral naar het strand en riep: "Vischken, vischken uit het water, Kom bij Janneken Tietentater!" Op éen, twee, drie, was het vischje daar weer, en vroeg: "Wat belieft er U, Janneken, mijn manneken?" "Mijn vrouwtje, mijn Soozeke-Grilletje, die hadde zoo gaarne haar willetje". "Wat is er haar willetje dan?" "Ze zou gaarne Onze Lieve Vrouw zijn, en ik God".

En de reuk van allerhande spijzen steeg ten hemel als een zoete wierook. Maar daar waren ook pelgrims, die er gemeen en ellendig uitzagen; die hadden zes stuivers van de Kerk gekregen, om achterweerts den beeweg te doen. Een kaalhoofdig manneken, met opengesperde oogen, volgde hen insgelijks achterweerts springend en vaderonzen zeggend.

En mij onder het lachen der anderen mijn geweer ontnemende, zeide hij: "Ga naar huis, manneken, bij uwe moeder, en vraag...eene borst!" Zonder iets op deze vernederende scherts te antwoorden, verliet ik het wachthuis met verbroken hart.

Toen zij opstonden om naar huis te gaan, gaf Albertken de rest van zijn overtuiging prijs. Grootva! Albertken?... Als ik groot ben trouw ik toch ook! Zoo?... Ja, met een heel leelijke... Maar manneken toch! Ja, een heel leelijke, dan kunnen wij er samen goed om lachen!... Albertken grinnikte genoegelijk en Snepvangers wierp van ontsteltenis zijn sigaar onder de bank.

Ja, dat heb ik in mijn tijd ook geleerd, overwoog Craen, maar hij heeft het goed gedaan... Bravo, manneken! En hij heeft er niks van verklapt, zei de Grootmoeder verbaasd. De mannen kunnen zwijgen, bedacht Albertken snugger. De inlandsche paddenstoelen, herbegon Antoine... Zoohaast het donker werd stak Snepvangers de kaarsjes aan en een schemerlicht hing in de veranda.

Blaif maor liggen zulle, daor kommen er nog meer. We zullen portaon dien Roôrok 'nen kier zainen zin geven! Blaif maor liggen, manneken; gai ligt daor goed!" zeî een Vlaamsch matroos. "Ik kan wel opstaan, hoor," antwoordde Jonge Kees, maar juist toen hij hiertoe pogingen aanwendde, gaf de Zuyerhuys het tweede schot en de knaap kwam nu met het hoofd tusschen de voeten van den Antwerpenaar terecht.

Dank aan mijne welsprekendheid, werd de vijand geslagen, en iedereen in het Belgisch leger bewonderde den zwakken jongen, die zooveel manhaftigheid had getoond. Na zulken droom kwam de onttoovering. De held herinnerde zich, dat hij gisteren nog zijn geweer zonder tegenspraak zich had laten ontnemen, en dat men hem spottend had gezegd: "Ga naar uwe moeder, manneken!"