Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Charlot, reeds bezig aan 't peekens en spruitjes kuischen voor de soep, die al over 't vuur hing met een groot stuk ossenvleesch erin, kwam mee buiten en vroeg: "Och, da moet plizant zijn, ma 'k is meê rijë tot on de smet?" "Zit mor in," zei Marieke. Charlot zette zich in de slee en zuchtte van de deugd. "Mor ma gij nor huis brenge," zei ze nog, "want man soep staat oep! ze hangt over 't vuur!"

"Oe komt dan algijkes binne!" en hij kwam gauw afgeloopen en opende het traliepoortje, dat slechts open ging als de meid moest water scheppen, "'t Was zoe goe werke," zei de pastoor, "en ik zit zoe mor wa te striele en te strijke; kom binne!" "'k Hem 'n ander gedacht," zei Pallieter, "nemt oewe celle mee oep ons schuitje, en we zullen al spelend 'n toerke nor 't hof Van Ringe doen!"

"Mor da's niks," zei Pallieter, "'t is schoen, en lot er ons de sijs van aflakke...." en met den smaak van appelkokken en kersen in den mond zag hij naar de wit-en roosbebloemde boomen die de hoeven verborgen. Het deugdwater liep over zijn hert. Soms galmde het lied van een jongen boer, en het gehinnik van een wit of bruin paard.

En zij sloeg hare groote oogen gelukkig tot hem op, lei heure armen rond zijn hals, en zei: "As ik mor bij ij mag blijve, meugde ma meeneme nor 't ende van de wereld." En zij drukten malkander een langen, innigen zoen op den mond. Charlot riep haar, want de kinderen kwamen, en lachend huppelde Marieke hen tegemoet. Pallieter zag haar achterna, en zei: "'t Is mijn zieltje."

In de verte leefde nog altijd het tromgeroffel, dat nu eens dichter scheen te komen en dan weer stil te staan, daarna was er vaag harmoniemuziekgeruisch bij, met een gegons van zingende menschenstemmen. "Mor da's verdoeme de processie!" zei Pallieter. Hij sprong op Beiaard, en draafde naar dien kant.

"Mor kom toch iest kaffe drinke, ge zij nog nuchter," riep Marieke. "Wij hemmen al gedaan," zei Charlot. "Seffens lifke," zei hij tot Marieke, "mor kom buite nor de lente zien, hij hangt te rieken in de loecht, och 't zal zoo goed on ons Pallieterke doen!" en hij wees op haren schoot, "hij zal er ni willen inblijve." Hij trok Marieke mee naar buiten, in den boomgaard.

Hij wreef in zijn handen en zei: "Nij gaan we is samen in het rijk der zon." "Er is maar voor twee man plaats," merkte de stuurman op. Het viel lijk een steen op Pallieter zijn hert. "Da's spijtig, kind," zei hij, "mor 'k neem oe dan mee in mijn ziel." Marieke was ineens verlegen, en streelde de manen van het paard....

Areïthous, Areithoos, koning van Arne, geducht strijder, om zijn ijzeren knots korynetes bijgenaamd. De arcadische koning Lycurgus doodde hem en ontnam hem zijne wapenen. Arelas was eene bloeiende koopstad. De naam wordt afgeleid van het keltische ar = aan, bij, en môr = zee.

"'k Gaan mee!" riep Pallieter terug, "wacht wa!" Hij ging zijn mantelfrak aandoen. "Vroeg thuis zijn, Pallieter?" vroeg Marieke, "'k zal oe straks is iet hiel aardeg vertelle!" "Mag het Charlot ni hooren?..." "Jawel, mor ... toe ga mor, en komt gauw terug!" Zij bloosde wat en streek met haren schoonen voorarm de bruine krullekens van haar voorhoofd weg.

"Zie, wat hebt aan oew oog?" riepen ze met drieën. "Tegen nén boem geloepe," zei Pallieter. "Mor lot ons koffie drinke, want 'k hem hoenger." Maar Charlot kon het blijde nieuws niet in zich houden; zij vertelde het hem in zijn oor. "Watte?" riep Pallieter vol blijdschap. "Is da' waar Marieke?" Marieke knikte bevestigend en wierd rood tot in heur haar.