United States or Gibraltar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo streelden zij daarmede hunne schouders, hun boezem en hunne heupen, zoodat zij de menschen en de dieren duizelig maakten, inbegrepen Pan Philochoros, den waren zoon van Zeus zelf, die hen placht ten reidans aan te voeren. Hij kuste ze in haar nek, onder de twee bellende krullekens, welke zij er "en accroche-coeur" liet leuteren.

God vergeve hem, hij zag ééne vrouw, eene met krullekens voor hare slapen en die, met bloote armen, twee schuimende pinten geuslambik bood. "Wilt ge meedrinken, als 't u belieft?" vroeg Johan. En ze zei terwijl ze op hem afkwam met den tooghanddoek: "Ge hebt u een beetje vuil gemaakt, geloof ik." Hare stem was wonderzoet. Nu naderde ze minzaam en lachte in zijn aangezicht.

"'k Gaan mee!" riep Pallieter terug, "wacht wa!" Hij ging zijn mantelfrak aandoen. "Vroeg thuis zijn, Pallieter?" vroeg Marieke, "'k zal oe straks is iet hiel aardeg vertelle!" "Mag het Charlot ni hooren?..." "Jawel, mor ... toe ga mor, en komt gauw terug!" Zij bloosde wat en streek met haren schoonen voorarm de bruine krullekens van haar voorhoofd weg.

Ze spotte en peuterde aan diverse gezichtjes en had leute met die potsierlijke menschen. Sebastiaan duwde den damp zijner sigaar in ringen en krullekens omhoog, en liet zich dat grillig gepraat welgevallen. Het kwam alles zoo in zijn schik. Hij hield zich als een, die boven deze meisjesdoening staat, maar in waarheid had hij er deugd aan.

Juist op dat oogenblik werd mijnheer Johan Doxa aangemeld. Hij trad, scheef-schuivend en blozend, het Indisch kamertje binnen en hij begon in het gele licht te pinkoogen. Onder den kroonluchter bleef hij beteuterd staan. Zijn bolle wangen glansden. De bleeke krullekens, welke als een doorzichtige krans zijn glimmenden schedel omwolkten, waren nat en trilden.

Langzaam hurkte hij op zijn bed neer, in de meening dat zulke trage inkrimping wellicht ongemerkt kon gebeuren en hem maken tot een fatsoenlijk mensch van normale grootte. De capucien stond goud-rost als een najaarsmiddag. Zijn kastanje-oogen blonken in een besproet gelaat dat weelderig was omhangen met een baard van duizend kurkvormige krullekens.

Zij was nu geen kind meer. Zij wist toch dat dit alles wel gauw zou overgaan, dat de natuur zoo was, en dat ze nu een lief nichtje zou krijgen, met een rond gezichtje en oogen van blauw porselein. En met krullekens, zei ze rap en gretig, terwijl nog de tranen perelden aan hare lange wimpers. Ja.