United States or Gambia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar ik nu naar willekeur kan dalen en mijn voorraad van water op de aarde kan vernieuwen, kan mijne reis zoo lang duren als ik wil. "Ziedaar mijn geheim, mijne heeren, het is eenvoudig en moet slagen. De uitzetting en inkrimping van het gas in den luchtballon is mijn middel, dat geen omslachtigen toestel noodig heeft.

De verwaarloozing der h in de uitspraak had ook inkrimping van het lidwoord ten gevolge, in geslachtsnamen als D'Haese, D'Hondt, D'Hert, D'Hoedt, enz. die allen in de zuidelike Nederlanden inheemsch zijn. In enkele gevallen is die h, als beginletter van eenig woord, ook geheel verdwenen, ten gevolge waarvan het lidwoord geheel met het hoofdwoord is saamgesmolten.

Aertgeerts, de zoon van Aert-Geert, van Arend-Geraart. Hansates, de zoon van Hans-Ate. Hans is de algemeen bekende inkrimping van Johannes, en Ate is een friesche mansvóórnaam, nog heden onder de Friesen in volle gebruik. Coppejans en Coppieters, de zoon van Jacob-Jan of Jacob-Johannes, en die van Jacob-Pieter of Jacob-Petrus.

Ten slotte nog enkele opmerkingen over het uitsluitend vertalingsrecht der Conventie in verband met eene toekomstige aansluiting van ons land bij het Verbond. Het behoeft echter na het voorgaande nauwelijks te worden gezegd, dat er niet de allerminste kans bestaat dat de Verbondsstaten eerlang tot eene inkrimping of afschaffing van het vertalingsrecht zullen overgaan.

De aanwezigheid der vulkanen, op de breukvlakten van de lithosfeer, heeft in allen gevalle niets vreemds. De samentrekking of inkrimping van de korst, als gevolg van de voortgezette afkoeling, verklaart het ontstaan der "plooien" en "verwerpingen". Zoo ontstaan bergketens, en de vulkanische haarden maken de bergen tot vulkanen.

Langzaam hurkte hij op zijn bed neer, in de meening dat zulke trage inkrimping wellicht ongemerkt kon gebeuren en hem maken tot een fatsoenlijk mensch van normale grootte. De capucien stond goud-rost als een najaarsmiddag. Zijn kastanje-oogen blonken in een besproet gelaat dat weelderig was omhangen met een baard van duizend kurkvormige krullekens.

Door haar samenstelling is de hoef in staat zich eenigszins te verwijden en te vernauwen. Zoodra, bij het neerzetten van den voet, het gewicht van het lichaam op het hoefbeen en straalbeen, en bijgevolg op den straal, de steunsels en de hoornzool drukt, wordt de zool vlakker; tevens komt de straal met den bodem in aanraking en verbreedt zich; beide oefenen dus een zijdelingsche drukking uit op den hoornwand, welks achterste gedeelte zich het eerst aan den kroonrand en daarna ook aan den draagrand zal verwijden. Bij het ophouden van de drukking wordt de hoef, door de veerkracht zijner bestanddeelen, weder in den vorigen toestand teruggebracht. De verwijding en de daarop volgende inkrimping bedragen ongeveer 3 mM. Hierdoor zal er geen pijnlijke drukking op en geen beschadiging van de zachte hoefhuid plaats hebben, schokken worden voorkomen en de bloedsomloop blijft ongestoord. Een sierlijke en vlugge beweging wordt er door bevorderd. Voor het behoud van deze belangrijke eigenschappen van den hoef is het noodig, hem goed te verzorgen; steeds moet de draagrand een loodrechten stand hebben. De snelle afslijting van dezen rand op een harden of geplaveiden weg, wordt door het aanbrengen van een hoefijzer (door het beslaan) vermeden. De hoefijzers mogen de inkrimping en uitzetting van den hoef niet verhinderen; zij worden vastgehecht met 5

Het gaat hier volstrekt niet om een inkrimping, waarbij de gewone uitrekking nog mogelijk zou zijn, als die leege ingewanden weer eens gevuld werden; neen, er is hier sprake van een echte en belangrijke vernauwing en verkorting, zoodanig, dat de betreffende organen eerder zouden bersten, dan ineens tot hun gewonen omvang uitdijen.

Elenbaas. Het is eene inkrimping van den vollen form edele baas, even als men oudtijds ook sprak van »eleman" en »elegeest" voor edele man of edelman, edele geest, enz. Een zonderling voorkomen heeft ook de maagschapsnaam Doodkorte.

Het straks genoemd besluit en nog eene andere beraadslaging, op dien zelfden 23sten Mei gehouden, en waarbij een voorstel, tot vergunning aan de Mennonisten om het Poorterschap te bekleeden, heftigen tegenstand ondervonden en tot geen gevolg geleid had, duidden aan, dat de Regeering tot verdere concessiën ongezind was en vermoedelijk geneigd tot inkrimping der reeds verleende: en zoo was hiervan het gevolg geweest, dat de aanzienlijksten onder de Gereformeerden de hoofden bij elkander gestoken en het besluit gevormd hadden, aan dezen staat van zaken voorgoed een einde te maken.