Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Evenmin merkte hij op, dat Marten het touw, waarmede de twee schuitjes aan elkander verbonden waren, losmaakte. »Ha!" riep de krijgsman op verheugden toon uit, »daar heb ik den dikkerd! Een prachtstuk van een paling, dat moet ik..."

De pop der zusters Thénardier was zeer verlept, zeer oud en gebroken; zij scheen Cosette daarom niet minder fraai; want nooit had zij een pop, een "wezenlijke pop", zooals de kinderen zeggen, gehad. Eensklaps merkte vrouw Thénardier, die gestadig in 't vertrek op en neer ging, dat Cosette verstrooid was, en in plaats van te breien haar oog op de spelende meisjes gevestigd hield.

In den omtrek van Arognani merkte ik twee inlandsche begraafplaatsen op, geheel verschillende van die, welke ik reeds elders gezien had. De graven bevonden zich eenvoudig ter zijde van den weg, zonder een muur of eenige afscheiding hoegenaamd. Hierbij mag echter niet vergeten worden, dat de doodenakker nog steeds taboe is, onschendbaar voor iedereen.

"Volstrekt niet," antwoordde Carolus; "ik zal u nu de geschiedenis van Inésille voorlezen." "Ik ben er zeer nieuwsgierig naar .... Maar indien het u vermoeien mocht, dan zou ik ...." "Hoofdstuk III!" zeide Carolus met een heldere stem. Rodolphe nam Carolus aandachtig op en merkte, dat hij een zeer korten, dikken nek en een hoog roode gelaatskleur had.

"Dat ziet er niet best uit," merkte Jemmy aan. "Hebt gij ons niet geheel en al vrij kunnen krijgen?" "Neen, dat was een onmogelijkheid." "Misschien was het beter geweest, als gij het maar tot een gevecht hadt laten komen." "Neen, dat zeer stellig niet. Dat zou ons bepaald het leven gekost hebben." "Oho! Wij zouden ons toch verweerd hebben.

Cyrus Smith keerde naar zijn lotgenooten terug en zeide kalm: "Binnen een uur kunnen wij door de opening." "Zij bestaat dus?" vroeg Pencroff. "Hebt gij er aan getwijfeld?" antwoordde Cyrus Smith. "Maar dat hol zal tot op zekere hoogte met water gevuld zijn," merkte Harbert op.

Is 't zoo niet?" Zij zag naar hem op. "Hebt u nooit een hond gehad?" "Ja, lang geleden; ik was toen pas tweede luitenant. Hij was mij een waar vriend." Zij zag dat hij met liefde aan dien tijd terugdacht en lokte nu hèm tot verhalen uit. En terwijl zij luisterde, merkte zij op dat hij goed sprak.

Soms, als het gesprek meer algemeen werd, ontmoette Renée zijn welwillenden blik, maar merkte dit nauwelijks op; althans zij ving dien juist even rustig op als den blik der oude dame naast hem. En hij, zonderling getroffen, zeide tot zichzelf dat haar gedrag in niets geleek op dat van sommige grootsteedsche gekkinnetjes, die hij kende.

»We zijn zoo goed als dood, Brittles, zeg ikging Giles voort; »maar je moet niet bang zijn.« »Was hij bangvroeg de keukenmeid. »Heelemaal niet«, antwoordde Mr. Giles. »Hij was zoo flink ja! haast zoo flink als ik zelf.« »Als ik in zijn plaats geweest was, zou ik 't bestorven hebbenmerkte de werkmeid op. »Jij bent een vrouwzei Brittles en ging een beetje rechter op zitten.

Zij vroegen zich waarschijnlijk wel af, waar hij vandaan kwam en waar hij naar toe ging, en ook in welk land hij geboren was; maar omdat hij dat niet zei, vroegen ze 't hem niet. Men merkte wel, dat hij, ofschoon nog jong, veel wist. Hij kende de Turksche zeden, de Poolsche gewoonten, het Russische karakter, de Tartaarsche gebruiken en het scheen, dat de Setsj hem ook niet onbekend was.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek