Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juli 2025
Tot kort na de expeditie naar ouwenbrug, hartenstraat en aschpoort, was Leentje Wouter's eenige vertrouwde. Haar liet-i de verzen lezen die versmaad waren door lange Ceciel. Haar klaagde hy z'n smart over de onrechtvaardigheid van meester Pennewip, die hèm "redelyk" gaf, en "uitmuntend" met 'n krul, aan 't roodharig Keesje.
Jeannette beet zich zóó sterk op de lippen, dat ze er de tranen van in de oogen kreeg; en mevrouw, die het ook wat te grof werd, sprak kortaf: "Komaan, nu de scha wat ingehaald! Leentje zal in de keuken zijn. Als 't boven klaar is, begin dan 't eerst met den koepel." "Zeer wel," sprak de werkvrouw, en vertrok.
Ik weet nu alles, alles... luister, ik zal 't je zeggen, Leentje ... sjt! M'n god, Wouter, jongen, wat mankeert je? Je kykt alsof je gek bent! Wouter was opgestaan. Hy hief zich hoog op, richtte een fieren blik naar de balken, legde de rechterhand op 't hart, stak de linker uit als om 'n spaanschen mantel te drapeeren...
En hy zou z'n ouden meester vergunnen daarin den ganschen dag onderwys te geven, van 's morgens vroeg tot 's avends laat... ja, den geheelen nacht dóór! Mocht dit soms de jongetjes vervelen.. Wouter was bezig met de moeielyke oplossing van 't vraagstuk hoe hy te-gelyker-tyd Meester Pennewip en de afrikaansche jeugd zou tevreden stellen, toen Leentje de deur opende.
Zwyg jy, en ga aan je werk, zei juffrouw Pieterse, die beschaamd was omdat ze zich vergist had in de soort van wynberg dien huisdominee bearbeidde. My komt die vergissing heel verschoonbaar voor, en ik ben zeker dat ze nog lang had kunnen voortduren als de kloeke Leentje daaraan geen eind gemaakt had. Niet zonder moeite beschermde men huisdominee tegen de woede van juffrouw Laps.
Toen sprak Leentje: »Ik zal het je zeggen: oude Sanne sleepte gisteren zooveel emmers water in huis; toen vroeg ik haar, waarvoor; zij zoude het mij zeggen als ik er niemand over sprak. Ik zei: »ik zal het zeker aan niemand zeggen;« toen sprak zij weêr, als vader op de jacht was, zou zij het water koken in een ketel en jou er in gooien en koken.
Hij was nu gereed en stak een sigaar op, toen hij tante Verstraeten met Marie langs het raam zag gaan. Er werd gebeld. Daar hij wist dat Leentje de meid oud werd en lang deed wachten, deed hijzelve open. Dag tante, dag Mies. Zoo, dag Paul. Mama zeker thuis? vroeg mevrouw Verstraeten.
En ze gevoelde zich zoo moede onder het gewicht dier versuffende eenzaamheid, dat zij Leentje niet eenmaal de les las over haar ruwheid, ofschoon zij toch een porseleinen vleeschschaal in het oog kreeg, waarvan de rand bij het vatenwasschen zeer gekarteld was geworden. Vroeger dan zij placht uit te gaan, ging Eline dien middag naar de Verstraetens.
De houtvester klom in den boom en haalde het kind er uit en hij dacht: »ik zal het meênemen, en met Leentje samen zullen wij het opvoeden;« en hij bracht het kind naar huis en het groeide met zijn dochtertje op. Omdat het op een boom gevonden was en door een vogel was meègenomen werd het »Vogelbuit« genoemd.
Hoe ook opgevat, de slag was zwaar voor Wouter's eigenliefde. Hy was dom, dommer, allerdomst, de domste van allen. Leentje zelf had het nu gezegd. Maar de man zei toch... Gut, Wouter, de menschen liegen zoo! Wist je d
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek