United States or Greece ? Vote for the TOP Country of the Week !


En hy zou z'n ouden meester vergunnen daarin den ganschen dag onderwys te geven, van 's morgens vroeg tot 's avends laat... ja, den geheelen nacht dóór! Mocht dit soms de jongetjes vervelen.. Wouter was bezig met de moeielyke oplossing van 't vraagstuk hoe hy te-gelyker-tyd Meester Pennewip en de afrikaansche jeugd zou tevreden stellen, toen Leentje de deur opende.

En als we dan bij nicht waren, en ze legde zoo netjes de reepen in haar verlakte koektrommeltjes, en ze gaf ons met een vriendelijk gezicht en een zachte hand al die brokken, dan stonden we daar met een schijnheilig gezicht bij, namen als zoete jongetjes het petje in de linkerhand de brokken met de rechterhand aan, want je moest altijd iets met de rechterhand aannemen, dat was netjes, ook de door bedrog verkregen dingen, en, kleine, gemeene huichelaars als we waren, groetten nicht heel beleefd, want ook dat hoorde zoo, en gingen met ons listig gestolen goed de straat op, om daar er van te genieten.

De ander bespeurde dat twee jongetjes die in de sloot naar kikkers vischten, z'n pet hadden opgehaald. Wouter nam zonder omslag z'n eigendom terug. Kaatje vloog Holsma te-gemoet, en deed 'n jammerklagend relaas van haar wedervaren. Zou 't zóó erg wezen? zei de goede man. Hy naderde ons leerling-menschje, dat bezig was z'n petje te zuiveren van modder en kroos, en sprak hem aan.

En vóór de beide jongetjes nog iets hadden kunnen zeggen, was Kee verdwenen. "Heeft jij jouw been gebreekt? Kun je niet meer loopen?" Onderzoekend keek de kleine Frits naar Hansjes been. "Beweeg het eens." Hans deed het heel voorzichtig. "Doet het pijn, als jij jouw voetje beweegt?" Hans knikte: "een beetje." "Ik is niet gevallen," zei hij toen met voldoening.

Dus rijden wij langzaam over het heerlijke land. Een anderen weg dan dien wij kwamen. Langs de Joodsche kolonie. Ben Shemen. Alleen mooie dingen. Hebreeuwsch spreken van een prachtig Arabisch paard af met een Joodschen boer en boerin, die samen ploegen voor het wintergraan. De bewaarschooljuffrouw met haar Joodsche jongetjes en meisjes buiten tegenkomen.

Nu kon het bloempje niet, evenals den vorigen avond, zijn blaadjes samenvouwen en slapen, het hing ziek en treurig op den grond neer. Eerst den volgenden morgen kwamen de jongetjes, en toen zij den dooden vogel zagen, weenden zij bittere tranen en groeven een aardig grafje, dat met bloembladeren versierd werd.

De kleine meisjes dragen het kanten mutsje van den eigenaardigen om het hoofd sluitenden vorm, de jongetjes dragen, evenals hun vaders, een wijde broek, kort buis en bonten muts. Het is wezenlijk een genot voor de oogen.

In haar kring zeer gedistingeerd ofschoon in de hofstad misschien van den vierden rang heet zij een knappe vrouw, en vooral mag zij dat heeten, wanneer men in aanmerking neemt dat zij gedurende haar twaalfjarig huwelijksleven, aan mijnheer Van Middelnesse zes Middelnesjes heeft geschonken!! Allerliefst lieve kinderen, drie jongetjes en drie meisjes.

Ik weet van jongetjes van acht jaar, die er heen gingen in miniatuur rokje, ja heusch, en frac! en een bouquet gaven aan hun »dame«, met wie ze »soupeerden«! Is het niet meer dan belachelijk? Het is misdadig, en de eenige verontschuldiging voor de ouders is hun kortzichtigheid. Kinderbals, kinderoperettes en dergelijke nonsens zijn de beste middelen om kinderen in den grond te bederven.

"Ik heb 't eerste college níet kunnen luisteren van de teleurstelling.... daar zaten we in 'n gewone leelijke kamer, met gebloemd behangselpapier, allemaal aan tafeltjes met stoelen....onnoemlijk veel meisjes, en wat schunnige jongetjes...." "Ja, letteren hebben in de Kloksteeg....maar u studeert rechten, is 't niet juffrouw Gerzon; u bent dus in de universiteit."