Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 mei 2025
Gij zijt nog veel dommer dan al die onbeleefde luieriken, die gij daar hebt zitten ... met uwen rug en uwen buik! Maar ik zal er wel op passen, mijn kind te laten bederven in zoo een nest. Hij zal naar eene andere school gaan. Kom naar huis, mijn kind. DE MEESTER. Maar, madam, gelief.... Van Laer vertrekt. DE MEESTER, pijnlijk en met diepe droefheid tot den leerlingen.
Dat zoo'n leven te midden dezer Hondurenos, welke nog veel dommer en onhandelbaarder zijn dan aan de kust, waar de beschaving tenminste reeds eenigszins is doorgedrongen, niet zeer aangenaam is, valt te begrijpen, doch... wanneer men goed geld verdient, is er allicht eene lichtzijde aan te vinden. April 10 en 11.
Maar wat ik zeggen wou: zie nu eens naar Abraham; hij is nu volle negen jaar op die gezegende geleerde school geweest. In 't begin ging het goed; maar in de laatste jaren wordt hij, voor zoover ik zien kan, steeds dommer, steeds meer zonder belangstelling. Zoodra hij zijn mond open doet, toont hij de grootste onwetendheid in de meest alledaagsche dingen.
Zij is dommer, boosaardiger en ruwer dan haar Gestreepte familiegenoot, ofschoon men haar met de zweep weldra tot op zekere hoogte temmen kan.
Gij mokt, ge verwachtet niet, uw grootvader nog dommer dan u zelven te zien! de redevoering, welke ge tot mij houden wildet, is nu verloren, mijnheer de advocaat; dat is jammer. Nu, des te erger; wreek u. Ik doe wat ge wilt; dat verbluft u.
Ze was als een boom die door storm geteisterd is, ze had nooit tijd tot groeien gehad. Ze had geleerd langs omwegen te gaan, loog als het noodig was en hield zich vaak dommer dan ze was om verwijten te ontgaan. Zij was alles te zamen genomen, geheel door haar man gevormd. "Zou u heel bedroefd zijn als vader stierf, moeder?" vroeg Marianne.
(een schat: omdat in dat ééne woord ghewouden = overweldigen, macht krijgen over iets, de mystieke strijd van den zondaar met de zich nog terughoudende genade Gods is geheeld), dan weet hij niet hoè spoedig, en niettemin met hoè voorzichtige en teeder-aanrakende handen, hij die zal bergen in zijne overzetting; en hij dènkt er eenvoudig niet aan, zóó iets sterks en groots met het slappe: "welgemeend berouw brengt immer vergeving" te vertalen. Maar ook, en ten slotte: al zouden deze voorbeelden ons niet het tekort aan kunstenaarsgaven van den vertaler hebben bewezen, dan nog zouden wij dit hebben bemerkt aan het feit, dat in dit proza geen "stem" klinkt, er geen persoonlijk rhythme, als eene alles dragende flonkerende, of grijze, doffe stroom, door vloeit, dat ons het in de vertaling natuurlijk verdwenen rhythme van den ouden dichter althans éénigszins zou kunnen vergoeden. De heer Spitz zal hier wellicht brommen: waartoe dit verwijt, heb ik mij dan ooit voor kunstenaar uitgegeven? Neen, antwoord ik dan, maar men heeft het recht te verwachten, dat gij het in voldoende mate zult blijken te zijn, indien gij een werk als dit onderneemt. Gij hebt de fout van zoovelen het waarachtige, maar niet genoegzaam sterke schoonheidsbesef, dat ge u eigen wist; de piëteitvolle liefde, die ge voelde en wier beider wezen men dan ook wel degelijk in uwe vertaling bespeurt met de macht verward, die als schoonheid-herscheppende waarden te doen gelden.... Neen, dit is uw werk niet, het is uw werk nòg niet, althans. Het is arbeid voor een Boutens, een Van Suchtelen, een Verwey. En zoo nauw luistert dit, dat ik zelfs denk, dat het wellicht ook geen werk zou zijn voor bijv. onzen grooten en genialen Meester Jacobus van Looy, omdat diens stijl allicht weer te zwaar en te verwikkeld voor zóó naïeven eenvoud [p.292] zou blijken. Met uw Uit Hooft's Lyriek, dáármee waart ge op den goeden weg: die kranige voorrede, daar zat iets mooi-eigens in. Frank en fleurig droegt ge uw eigen gedachten voor, op eigen toon. Doch dit vreemde was u te groot, en daarom kwam uw goede en nog pas ontluikende eigenheid niet boven, maar daarentegen een nièt goede, een als linksche, als hakkelende eigenheid, gelijk bij een kind, dat uit schroom zich dommer toont dan het is, als het staat voor den meester, dien gróóten, gewèldigen man. Hetgeen alles niet wegneemt, dat ge, zooals ik reeds zei, een uitmuntend werk hebt gedaan, omdat ge op iets kostelijks, het grootste deel van het lezend publiek nagenoeg onbekend, weer de aandacht hebt gevestigd en dat gedaan hebt met ernst en toewijding, want: met het volle talent, waarover gij beschikte.... Doch over het algemeen ben ik van oordeel, dat men eerst met het publiceeren van bewerkingen of vertalingen van andermans werk mag beginnen, indien men reeds een zeker meesterschap verworven heeft. Waarom?... Toen ik het diamantklooven leerde, sloeg ik menig kostbaar steentje van m'n goeien leerbaas kapot, máár mijn ouders hadden hem dan ook een niet onaanzienlijk leergeld betaald.... W
De europeesche ezel, zooals wij hem kennen, is, als een ontaarde spruit van den wilden afrikaanschen en aziatischen ezel, slechts een zwakke afstraling van het ezeldom. Hij is, al klinkt dat niet vleiend voor de menschen, als menig ander huisdier in den dienst van den mensch dommer geworden en al achterlijker, zwakker en stompzinniger, naarmate hij meer naar het Noorden werd verplaatst.
Hiertoe behooren onze sprookjes van Diertien, Jan den Boer, Sterken Hans of Wolfjonk en Nog dommer dan dom. De historie van Tijl Uilespiegel wijkt slechts in zoover af, dat hij in al zijn dwaze streken een opzettelijke schalk is. Sterkte en dapperheid, lafheid, geluk vertoonen zich zóo regelmatig, dat zij kwalijk een motief kunnen genoemd worden.
De eene eeuw bootst de andere na. De slag van Marengo is een copie van den slag van Pydna; het Tolbiac van Clovis en het Austerlitz van Napoleon gelijken elkander als twee droppelen bloeds. Een overwinning tel ik weinig. Niets is dommer dan overwinnen; de ware roem is overtuigen. Maar poog dan iets te bewijzen! Zoo ge slaagt, zijt ge tevreden dat is klein! Helaas! overal ijdelheid en lafheid.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek