United States or Curaçao ? Vote for the TOP Country of the Week !


Die ontsnapt aan iedere berekening!" "Waarom zou men hem niet kunnen taxeeren?" vroeg Jacobus Vandergaart, die het kalmste van alles gebleven was.

De groote tuin is vol eeuwenheugende boomen: daar ontving der trotsche Jehanghir eens den gezant van koning Jacobus I van Engeland, die hem de hulde van zijn meester kwam brengen. Het meer is, evenals alle meren in dat gedeelte van Indië, gevormd door het kunstmatig afsluiten eener rivier; de reusachtige dijk werd in de elfde eeuw, onder de regeering van koning Ana-Dévâ, aangelegd.

Essex' hoofd viel 25 Februari; aan Southampton werd het leven geschonken, maar hij werd tot levenslange gevangenis veroordeeld; in 1603, bij de troonsbeklimming van Elizabeths opvolger, Jacobus

Waarop ik, nadat zij uit mijn gezicht waren voorbij gegaan, mij voornam een sonnet te schrijven, in hetwelk ik zou openbaren datgene, wat ik in mijzelf gezegd had; en opdat het nog klagelijker zoude schijnen, nam ik mij voor het te schrijven alsof ik tot hen gesproken had; en ik schreef dit sonnet, hetwelk begint: "Ai pelgrims, die zoo ernstig langs mij gaat....". En ik zeide "pelgrims" in de ruime beteekenis van het woord: want "pelgrims" kan in dubbelen zin verstaan worden, eenen ruimen en eenen engen; in ruimen voorzoover ieder die buiten zijn vaderland toeft pelgrim is; in engeren heet slechts diegene pelgrim die naar het huis van den heiligen Jacobus gaat of er vandaan komt.

Oud en leelijk! dat zijn je schoonmaaksters! en Latijn En geene waarde! een drukje van Jacobus de Breda, van 1490 Een kostbare incunabel, die honderden guldens waard is! Het is zonde van het geld, meende mevrouw Van N. Phoe! zei mijnheer Van N. , met een geluid, dat zoowel een familietrek had van een zucht als van een verontwaardigingskreet, zette zijn hoed op en stapte de deur uit.

Zelfs als men ieder denkbeeld aan waarde ter zijde stelde, dan nog blonk de heerlijkheid van dat kleinood ten volle uit. "Het is niet alleen de zwaarste diamant, die er op de wereld bestaat," zei Jacobus Vandergaart hoogst ernstig en met een soort van vaderlijken trots; "maar het is ook de fraaiste. Hij weegt vier honderd twee en dertig karaten!

"Hoe!" vroeg ik, op mijne beurt verbaasd: "UEd. zou in staat zijn...." "Ik ben de oorzaak van uw verdriet," zeide Van Lintz: "en het is niet meer dan billijk, dat ik goedmake, wat ik bedorven heb. Wees gerust: het hart van een jong meisje laat zich niet dwingen; doch, zoo het slechts aan de toestemming van Jacobus Blaek mangelt hij zal die geven, dat zweer ik u.

Een tiental kinderen van allen ouderdom, een afzichtelijk oud wijf en eene jonge vrouw stormden de krocht binnen, en begonnen vóor den lachenden Jacobus te dansen, terwijl ze, knarsetandende en zich de lippen lekkende, hun gruwelijk lied herhaalden: /* Eten, eten, eten; Nog eten, altoos eten! */ Zonderling ras van menschen!

Jacobus Vandergaart ging zonder dralen aan het werk, en na uit zijne verzameling een ruwen steen van vier of vijf karaten gezocht te hebben, bevestigde hij dien aan het uiteinde eener spil en begon hij de beide uitwendige schillen der twee steenen af te slijpen. "Ik zou eerder klaar zijn, wanneer ik den steen kon kloven," zei hij.

"Aan Jacobus Vandergaart, om hem te slijpen. Ik weet niet of hij hem heeft medegenomen." "Gij hebt zoo'n diamant aan dien ouden gek toevertrouwd?" riep John Watkins woedend uit. "Maar dat is waanzin, mijnheer! Inderdaad waanzin!" "Bah!" antwoordde Cyprianus.