United States or Zambia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"En als het zijn kan een glas wijn; want sinds mijn luncheon te twee uren, en nog wel in een boerenherberg, heb ik niets gebruikt." "Ik zal voor u zorgen." "En als Frits komt klaarzetten, zal ik mij achter het ledikant verschuilen," zei Rudolf. "Het is niet noodig; het is veel eenvoudiger dat ik u zelf kom bedienen," antwoordde Francis, terwijl zij het vertrek verliet.

Terstond schoten de beide vrouwen toe, namen den armen held op, droegen hem met behulp van den pastoor en den barbier in huis, ontkleedden hem en brachten hem eindelijk in zijn ouderwetsch ledikant ter ruste. Don Quichot zei geen woord, maar liet zich alles bedaard welgevallen.

Met genot liet zij dit toe, totdat de slaap hem weder overmande en zijne handjes terugvielen op het bed. Nu drukte zij haar voorhoofd een oogenblik op het elpenbeen van het ledikant. Zij bad voor dit kind en zijne broeder en zuster. Toen zij weder opstond, waren hare wangen nat van tranen, en zij drukte de hand op haar borst.

Mon ami! Uit het midden van een zonderling bonten optocht, die zich binnen het vierkant van een zeer groot tooneel heeft bewogen, trad August Helmond in een prachtig gewaad van parelgrijs satijn haar tegemoet. Hij boog de knie voor zijn Eva die zich de vroeger ontvangen prachtige kroon op de sierlijk golvende lokken heeft gezet, en ze reikt hem haar hand, waarop hij een teederen zoen drukt. En dan, van het rood fluweelen kussen 'twelk nogmaals die knaap alsof het Siebel uit de Faust ware haar met een kniebuiging kwam aanbieden, neemt ze een tweede kroon met fonkelend edelgesteente omzet, en ze drukt het kostbaar sieraad op het, voor haar neergebogen hoofd van den vriend. En een zeer hel licht blinkt weer eensklaps, en ze zegt: "Mon ami demain toujours!" Maar dat licht werd verblindend sterk; zij moest zich omwenden..... 't Was juist het oogenblik toen Helmond haar stem gehoord, en vluchtig haar oogen had gezien, en zij zich omwendde naar de donkere zij van het ledikant. En in den droom was het nu eensklaps een vuurrood licht 'twelk het helle en witte licht had vervangen. Ze kon nu de oogen beter geopend houden, en, hoe lang ze staarde dat weet ze niet, maar altijd en altijd weer zag ze daar een grijnzend satergezicht om den hoek van een geschilderden boomstam gluren; en dat wezen was geheel en al in 't rood en zwart gekleed; soms als een vleermuis, met een degen op zij; en uit zijn oogen bliksemden roode slangen; en het grijnsde akelig, en als zij de oogen neersloeg en naar den grond zag, dan vloog er een luik open in dien grond, en dan sloeg een roode vlam naar boven, en eensklaps was ook hij weder daar, hij met die roodzwarte kleeren en dien vleermuismantel, en hij zag haar scherp en altijd scherper aan, zoodat zij moest terugtreden. En eensklaps klinkt er een gillend krijschende muziek; en de zonderling bonte schaar van vrouwen en mannen zooals ze daar stonden, de mannen ter rechter- en de vrouwen ter linkerzijde van die geschilderde boomen ze vliegen nu eensklaps als dolzinnigen walsend en gillend dooreen; en hoe zij zich wendt en hoe zij zich keert, altijd staat dat wezen in het bloedroode licht, juist voor haar oog, nu eens lager en dan weer hooger; straks ten halve achter iets verscholen, en dan weer geheel en al zichtbaar, steeds met grijnzend sarrend gelaat, en terwijl het dan gillend zingt: Le veau d'or est encore debout, On encense Sa puissance, D'un bout du monde

Ik bemerkte dadelijk, dat hij koorts had. Twee zijner intiemsten zaten voor zijn ledikant om hem wat op te beuren, en raadpleegden hem als scheidsman over een al of niet op te spelen kaart in een partij hombre, die dien namiddag in "de Pauw" gespeeld was, waardoor zij hem noodzaakten zich in verbeelding zevenentwintig kaarten in allerlei samenvoeging voor te stellen; gewisselijk een aangename tijdpasseering voor een zieke, maar uit haren aard toch wel wat vermoeiend.

Schiet ten minste uwe muiltjes aan, zeg ik u. In het holle van den nacht op uwe bloote voeten!" Zij trad naar het ledikant, sloeg de armen om zijnen hals, en fluisterde hem in het oor: "Ruardi heeft ons verraden. Dijk is hier geweest, terwijl gij sliept. Sta dadelijk op en ga naar uwe kamer." "Naar mijne kamer?" vroeg hij, overeind vliegend en naar zijne kleederen grijpend.

Zie, daar heft hij langzaam het hoofd omhoog; klemt zijn schier doorzichtige vingeren om den beddekwast; schuift met de grootste inspanning de beenen vooruit over de zijplank van het ledikant, en glijdt eindelijk, terwijl hij nu de gordijnen tot steunsel vat, langzaam langs die zijplank tot voor het bed neder.

Grappig was echter de combinatie van de blinkende en glimmende meubels in de vertrekken. Naast een hypermodern ijzeren ledikant, met sneeuwwit beddegoed, stond een, om te stelen, oud-Noorsch kastje, dat als beddekastje dienst deed.

Gedurig naar de gebarricadeerde deur, en een paar malen zelfs naar het donker onder zijn ledikant ziende, heeft Kippelaan nu reeds ofschoon met eenigszins bevende vingers den brief van Jacoba uit het losgelaten couvert genomen. En.... hij zal smullen: "Lieve Jacoba, beste zusje!" O God wat is dat!? Men klopt op de deur: "! Watblief? Wie is daar?"

Morgen is Adil ziek. En de armen zullen nog wel vele dagen voor ons bidden. Wij blijven natuurlijk logeeren. In den salon. Ik krijg het ledikant. Voor Adil een goed bed op den grond. En daarnaast de gastheer. Dat behoort hier zoo. De gasten en de gastheer slapen samen. Hij moet zorgen, dat er met de gasten geen kwaad gebeurt. Van de verre vlakten schijnt de maan in de kamer.