Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
»Verbeeld je dat een paard kon weggaan, wanneer het wilde," vervolgde de administrateur, »dat een ploeg het recht had uit eigen beweging in andere handen dan in die van zijn meester over te gaan, wanneer dat in zijn kraam te pas kwam, dan zou..." »Maar dat is eenvoudig bespottelijk!" sprak Zermah heftig.
Luistert, in dit dorp galmen menschenstemmen. Ha, dáár, op eene kraam, liggen vele stukken vleesch. God dank, hier is nooddruft, hier zal vreugde zijn! Ach, neen, hier ook is lijden. Ziet, hoe honderden vrouwen en kinderen daar staan en weenen; hoe de mannen hunne boezems met de nagels verscheuren, hoe men huilt, hoe men kruipt en in krampen spartelt bij het gezicht van het nog bloedend voedsel.
Zij aanschouwde dat fraaie rosé kleed, dat glad gestreken haar, en dacht: Hoe gelukkig moet deze pop zijn! Haar oogen konden zich van deze betooverende kraam niet afwenden. Hoe meer zij staarde, hoe meer zij werd verbijsterd. Zij meende den hemel te zien. Achter de groote stonden andere poppen, die haar feeën en geniën schenen.
Op de straat gekomen, beproefde de moeder tegen een steen den klank van het geldstuk, en toen zij het echt bevond, stak zij het in haar zak; voor eenige kleine muntstukken kocht zij aan den hoek der straat in eene kraam met gewijde voorwerpen een gezegenden penning, dien zij aan Mona's bidsnoer bevestigde.
Maar de eisch van het gouvernement was juist wat den geestdrijvers in hun kraam te pas kwam om het volk tegen het nieuwigheden-invoerend bestuur op te zetten. En zij behoefden niet eens hun moed in te spreken voor een gewapend verzet. Zij gaven hun volgelingen wat moed voordeelig verving: het geloof in hun onkwetsbaarheid.
De huismoeders staan stil voor de kramen, waar zij haar inkoopen willen doen, en loven en bieden en dingen tot in het oneindige, van de eene kraam naar de andere drentelende, tot zij eindelijk haar gading gevonden hebben. Dan gaat men gezamenlijk, onder luid rumoer, een bezoek brengen aan de dikke dames, aan het kalf met twee koppen, aan het vreeselijke zeemonster dat levende menschen verslindt.
Maar zie, daar vloog op-eens myn Sjaalman door de achterdeur de kraam in. Hy was niet groot of sterk, en pas een jaar of dertien oud, maar hy was een vlug en dapper mannetje. Nog zie 'k zyn oogen flikkeren anders zagen ze flauw hy gaf den Griek een vuistslag, en ik was gered.
Ja, zeker, gij hebt gelijk, kameraad Anselmus, en wie het niet gelooven wil, beschouw ik als mijn vijand!” Tegelijk sloeg griffier Heerbrand met de vuist op tafel, dat de glazen rinkelden. „Griffier! is u dol” riep de vertoornde conrector. „O, ongeluksstudent, ongeluksstudent, wat hebt gij nu weer uitgericht!” „Kom,” zeide de student, „U is toch ook maar een vogel een steenuil , die de pruiken krult, mijnheer de conrector!” „Wat? ik een vogel een steenuil een kapper!” riep de conrector in volsten toorn „Mijnheer, u is razend, razend!” „Maar de oude zal hem overlast bezorgen,” riep griffier Heerbrand. „Ja, de oude is machtig,” viel de student Anselmus bij, „ofschoon zij maar van geringe afkomst is, want haar vader was slechts een voddige ganzevleugel en haar moeder een verachtelijke beetwortel, doch haar grootste macht dankt zij aan allerlei vijandige schepselen giftig uitvaagsel waardoor zij omgeven is.” „Dat is gruwelijke lasterpraat,” riep Veronica met boosglanzende oogen, „de oude Lize is een verstandige vrouw en de zwarte kater géén vijandig schepsel, doch een beschaafde jonge man met hoofsche manieren en haar germain-neef.” „Kan die Salamanders eten, zonder zich den baard te schroeien en jammerlijk om te komen?” zeide griffier Heerbrand. „Neen, neen,” riep de student Anselmus, „nooit ofte nimmer zal hij dat kunnen; en de groene slang heeft mij lief, want ik ben een kinderlijk gemoed en heb Serpentina’s oogen aanschouwd.” „De kater zal die uitkrabben,” riep Veronica. „De Salamander, de Salamander, kan ze allen bedwingen, allen,” brulde conrector Paulmann in een paroxysme van woede „ maar ben ik dan in een gekkenhuis? ben ik zelf gek? wat kraam ik dan toch voor ongerijmde praat uit? zeker, ik ben ook gek ook gek!” Tegelijk sprong conrector Paulmann op, rukte zich de pruik van het hoofd en slingerde die tegen de zoldering, zoodat de platgeslagen lokken een klaaglijk geluid gaven en in ganschelijke vernieling het poeder wijd in de rondte deden stuiven.
Wat was er veel, waarvan ze zelfs den naam niet wist! Ze kwam haast oogen te kort! Dat was vooral bij een groote speelgoedkraam het geval. Onverwachts hoorde ze echter eenige jongens schreeuwen; "Baviaan, leelijke baviaan!" en naar den kant ziende, vanwaar de stemmen kwamen, zag ze drie jongens, die hard lachend achter de kraam liepen, en aan de andere zijde weer voor den dag kwamen.
Ik voelde een greep in myn nek ... een tweeden greep veel lager ... ik zweefde een oogenblik ... en vóór ik recht begreep hoe de zaken stonden, was ik in de kraam van den Griek, die in verstaanbaar fransch zei dat ik een gamin was, en dat hy de policie roepen zou. Nu was ik wel dicht by het meisje, maar genoegen deed het me niet. Ik schreide, en bad om genade, want ik zat vreeselyk in angst.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek