Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juli 2025


Gij hebt gelijk. Gij zijt een beleefd en wel opgevoed mensch. Daarom krijgt gij nu het vernis voor niets. Ik zal er het kwikzilver op gieten. Waar is de schaal, man? Buiten. Ik heb er gisteren het konijntje op gewogen, dat wij vandaag zouden eten. O wee! Een apothekers weegschaal, waarop het gewicht van een geslacht konijn kon worden bepaald.

Wij mannetjes hebben bovendien vleugels en kunnen mijlen ver vliegen. 'Dat kan ik ook niet, bekende het konijntje nederig. 'Door de goddelijke gave des lichts, die wij hebben, ging de glimworm voort, 'ontzien ons ook andere dieren, geen vogel zal ons aanvallen. Alleen één dier, het laagste onder allen, zoekt ons en neemt ons mede. Dat is de mensch, het verfoeilijkst gedrocht der schepping.

Toen sloot Johannes zijn gouden sleuteltje vast in de hand, vlijde zijn hoofd tegen het donzige vel van het goede konijntje en sliep rustig in. Waar is hij dan, Presto? Waar is het kleine baasje dan? Welk een schrik, wakker te worden in de boot, in het riet geheel alleen, de baas spoorloos verdwenen. Het was om angstig van te worden.

Windekind nam zijn blauwe manteltje en spreidde dat over Johannes en zichzelven uit. Zoo legden zij zich neer, in het geurige mos op de duinhelling, de armen om elkanders hals geslagen. 'Uwe hoofden liggen wat laag, riep het konijntje, 'wilt ge die tegen mij laten rusten? Dat deden zij. 'Nacht moeder! zeide Windekind tot de maan.

Door vriendelijke behandeling werd hij weldra zoo tam, dat ik hem zonder bezwaar een pas door hem gedood Konijntje uit den bloedigen bek kon nemen en, in plaats daarvan, mijn vinger er in kon leggen.

»Ik had het nooit weggegeven«, zei Nel tegen Klaas. »Och....«, zei Klaas. Toen keek hij naar de dikke, bloedroode hand van Jo. En hij voelde geen spijt, dat hij z'n liefste konijntje aan z'n vriendje gegeven had. Hij hield nog vier bonte over, en Jo had zich zoo bezeerd.... Vogelgeluk. Meneer Veenhof had een nestje gevonden.

Inplaats van den patrijs en het konijntje, die ik aan het spit had laten braden, bracht men mij een klein bruin brood met een kruik water, en men liet mij in mijn cel mijn leed verkroppen. Ik bleef er volle veertien dagen zonder iemand te zien, dan mijn cipier, die mij elken morgen mijn provisie kwam vernieuwen.

Meneer Veenhof keek den jongen even ernstig aan. »Wou je 't werkelijk graag doen, en mag het van je vader en moeder?« »Ja, meneer, ik heb het gevraagd. En ik wil het graag missen....« Toen hij dat zei, kreeg Klaas een hoogroode kleur. »Kleine jokkebrokdacht meneer, »je hebt je konijntje veel te lief om het weg te geven.« »Neem het maar weer mee, Klaaszei hij. »En zet het maar in z'n hokje

Hij zag alleen den hoogen beuk bij den vijver en het dak van zijn huis, dat uitstak boven het groen. Bijen en kevers gonsden om hem heen, boven hem zong de stijgende leeuwerik, in de verte klonk hondengeblaf en het gerucht der verwijderde stad. Het was alles klare werkelijkheid. Maar wat had hij gedroomd en wat niet? Waar was Windekind? en het konijntje? Hij zag geen van beiden.

Is het klooster en zijne onmiddellijke omgeving weinig pitoresk, de eilanden vergoeden in dit opzicht alles; ze zijn bizonder aantrekkelijk met hunne prachtige dennenbosschen, waarin diepe rust heerscht. Zoo nu en dan ziet men een konijntje of ander wild, dat nieuwsgierig rondkijkt en in 't geheel niet schuw schijnt te zijn. Er wordt zelfs verteld, dat de herten en reeën naar de menschen toekomen.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek