Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juli 2025


Ik heet eigenlijk Kathleen, maar ik word altijd Bunny genoemd, niet omdat ik op een konijntje lijk...."

Oude herinneringen drongen met geweld in hem boven. Hij vloog op het diertje toe: 'Wacht! wacht! arm konijntje, ik zal u helpen. En haastig trachtte hij de koordjes los te knoopen, die de teere pootjes striemden. Doch zijn beide handen werden tegelijk vastgegrepen en een scherpe lach klonk aan zijn oor. 'Wat beduidt dat, Johannes? Ben je nog zóó kinderachtig?

Johannes zweeg en geloofde. Hij wilde sterk zijn. Hij sloot de oogen, om het konijntje niet te zien. 'Beste jongen! zeide de docter, 'je schijnt nog wat teergevoelig om te beginnen. Het is waar, de eerste maal is zoo iets naar om te zien. Ik zelf zie het altijd ongaarne en vermijd het zooveel mogelijk. Doch het is onontbeerlijk.

Moe vond het een prachtig geschenk en Nel werd bijna jaloersch. En Dina dan! Dina vond het witje het mooiste konijntje van de heele wereld. »Dat is het ook«, dacht Jo, en hij danste weer naar buiten. »Nu moeten we een hokje voor 't diertje maken«, zei pa. »Morgen zullen we er mee beginnen; vandaag kun je 't wel in dit bakje zettenMaar Jo dacht er nog niet aan.

En Johannes hielp met sidderende handen de losgemaakte koorden weer vaster om de pootjes van het konijntje strikken. 'Wij zullen toch eens zien, zeide Pluizer, 'of ik je niet evenveel moois vertoonen kan als Windekind.

Oef! dat was zwoegen in het dikke zand; maar toen Johannes Windekind bij het lichte blauwe kleedje greep, vloog hij er vlug en luchtig tegen op. Halverwege den top was een konijnenhol. Het konijntje, dat er thuis hoorde, lag met kop en voorpooten uit den ingang. De duinrozen bloeiden nog en haar fijne, zachte geur mengde zich met dien van het thijmkruid, dat op den duintop groeide.

'Ach! zuchtte de glimworm, 'die is eenvoudig en droevig. Zij zal u niet vermaken. 'Vertel haar, vertel haar toch maar, riepen allen. 'Nu: gij weet dan toch allen wel, dat wij glimwormen zeer bijzondere wezens zijn. Ja, ik geloof dat niemand zou durven tegenspreken, dat wij glimwormen het hoogst begaafd zijn van al wat leeft. 'Waarom? dat weet ik niet, zeide het konijntje.

Johannes had dikwijls konijntjes in hun hol zien verdwijnen en dan gedacht: hoe zou het daarbinnen uitzien? Hoeveel zouden er daar wel bij elkaar zitten en zouden zij het niet benauwd hebben? Hij was dan ook zeer verheugd, toen hij zijn metgezel aan het konijntje hoorde vragen of zij het hol eens mochten bezien. 'Wat mij betreft, wel! zeide het konijntje.

Met minachting vroeg de glimworm toen: 'Kunt gij licht geven? 'Neen! dat nu wel niet, moest het konijntje bekennen. 'Nu, wij geven licht! Allen! En wij kunnen het laten schijnen of verdooven naar willekeur. Licht is de beste gave der natuur, en licht geven het hoogste, waartoe een levend wezen komen kan. Zou iemand nog onzen voorrang willen betwisten!

Men moet wat over hebben voor zijne medeschepselen. Het meewarige konijntje zuchtte en haalde met den rechter voorpoot het lange oor over zijn kopje, om er een traan mede uit het oog te wisschen. Dat was zoo zijn zakdoek. Daar ritselde iets in het helm en een dikke, logge gedaante kwam op het hol toe scharrelen. 'Kijk! riep Windekind, 'daar komt vader Pad ook al aangehuppeld.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek