Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juli 2025
"O!" antwoordde Lodewijk: "men heeft mij wel lang genoeg laten wachten; maar eindelijk kwam er toch volk opdagen, en toen heb ik Klaas bij 't jacht gelaten en ben naar Guldenhof getrokken en terstond, zoodra ik gekleed was, was het wederom inspannen om hierheen te rijden."
Hij beproefde in den boom te klimmen, maar dat kunstje kende hij niet. Telkens gleed hij onderuit. Wel duwde Klaas hem op, maar 't gaf niet genoeg. »Laat mij eens probeeren,« zei Klaas. Hij sloeg z'n beenen om den stam en daar ging hij langzaam omhoog. Eindelijk was z'n gezicht voor het nest. »Er liggen eitjes in,« schreeuwde hij.
Na een poosje haalde hij Klaas Zwart in, die zoo hard niet loopen kon, omdat hij tot aan zijn hals toe in de sloot gezeten had. Klaas huilde, want hij stelde zich de ontvangst thuis ook niet erg vriendelijk voor. Jantje ging regelrecht naar huis met het stellige voornemen nooit meer appelen of peren te stelen. En 's avonds wreef hij meermalen over zijn broek, omdat hij zoo'n pijn had.
De kooldrager stond op de zulle zijner deur, toen hij zijn neus door een koel windeken voelde streelen, Ha! sprak hij, daar komt mijn brood aanwaaien. Maar het koel windeken bleef niet waaien, en de hemel bleef immer blauw, en de bladeren wilden niet vallen. En Klaas weigerde zijn wintervoorraad voor halfprijs te verkoopen aan den gierigaard Grijpstuiver, den deken der vischverkoopers.
Uilenspiegel sprak: Gij zult gewroken worden, assche van Klaas. En hij zond een kogel in 't voorhoofd van een der ruiters, die dood van zijn peerd viel. De andere, die niet wist van waar die onverwachte kogel kwam, werd bang, en dacht dat vijanden in het bosch verborgen waren. Hij wilde vluchten met het peerd van zijn makker.
De pottenschipper beklaagde zich met luider stem tegen de menschen over de schande, die Flipsen hem had aangedaan, en zijn toehoorders vonden, dat hij wel een beetje gelijk had. Ook Frans Thor en Klaas Zwart bevonden zich onder de toeschouwers. Zij zeiden niets, en Klaas Zwart zag zelfs een beetje bleek.
Nu klom de kleine Klaas boven op de schuur, waar hij zich neerlegde en zich al heen en weer wentelde, om toch recht gemakkelijk te liggen. De houten luiken voor de ramen waren niet heelemaal tot boven aan toe, en zoo kon hij juist in de kamer zien.
De vrouw ontving beiden zeer vriendelijk, dekte de tafel en zette hun een grooten schotel met gort voor. De boer had honger en at met den meesten smaak; maar de kleine Klaas kon zich niet weerhouden, aan het heerlijke gebraden vleesch, den visch en den koek te denken, die, zooals hij wist, in den oven stonden.
"Mijne uren zijn geteld, en ik dank den Heer van leven en dood, dat ik je nog vóór mijn sterven mag zien. Ik durfde het niet hopen." "Mijn arme broeder! mijn arme Pieter!" riep oom Klaas uit. "Moest ik daarom hier komen, om je te zien sterven! Het was alsof ik er een voorgevoel van had. Ik wist maar niet, hoe spoedig ik herwaarts zou stevenen; ik verlangde zoo om je te zien.
Zij werden inderdaad, verleden nacht, in uwen put gevonden, en de stukken ervan liggen in de folterkamer. Op die rede scheen Klaas verstomd. De baljuw vroeg hem of hij niets te antwoorden had; Klaas zegde van neen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek