Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 mei 2025


't Leek wel, of de menschen konden ruiken, dat er iets bizonders aan de hand was. Van alle kanten kwamen zij toeloopen, en de kring om de schuit van den pottenschipper werd bij de minuut grooter. Het ijs, al was het nog zoo sterk, kon de samengepakte menschenmassa bijna niet dragen. De ijsvloer boog sterk door, en er kwam veel water op. De pottenschipper zei niets meer.

Frans Thor en Klaas Zwart hebben deze dingen gestolen, en ze hebben ze verkocht aan den pottenschipper, die ze in het water heeft laten zinken om ze te verbergen. Hij is wèl slim geweest maar toch niet slim genoeg." "'t Is een grove leugen!" zei de pottenschipper. "Die jongens zullen ze vermoedelijk zelf hier in het water hebben laten zakken, om de verdenking op mij te schuiven."

Maar langzamerhand begon hun vondst kleiner te worden, want ze hadden het geheele dorp al meermalen afgezocht. En eindelijk raakte de voorraad uitgeput. Dat merkte de pottenschipper, en hij zei: "Wat hebben jullie een beetje, jongens. Ik geef voor dit zoodje niet meer dan vijf centen. Je bent een paar groote domkoppen, dat moet ik zeggen." "Domkoppen?" vroeg Frans.

"Maar ik wist niet, dat het gestolen goed was," viel de pottenschipper in, die voelde, dat hij den grond onder zijne voeten thans geheel verloor. "Dat wist iedereen op het dorp, tot den kleinsten jongen toe," gaf de burgemeester op gestrengen toon ten antwoord. "Doe maar geen moeite meer, om je baantje schoon te praten. 't Is een schande voor een man op uw leeftijd!

Iedereen had wat te zeggen, en velen beweerden, dat zij het altijd wel van den pottenschipper gedacht hadden. Opeens kwam er stilte onder den drom en eerbiedig week men op zijde, om den burgemeester door te laten. Weldra had hij de schuit bereikt en zag hij de gevonden voorwerpen op het ijs liggen. "Wie heeft die dingen opgehaald?" vroeg hij.

Alles, wat Klaas Zwart en Frans Thor vonden, brachten zij bij den pottenschipper, zooals hij algemeen werd genoemd. En zij ontvingen er menig centje voor. Soms verkochten zij wel voor dertig

Hij stak zijn sikkel onder water, en wilde hem met een ruk bovenhalen, doch dat gelukte hem niet. De sikkel bleef ergens aan vastzitten. De pottenschipper nam een langen stok, en schreeuwde den jongens toe: "Als je niet weggaat, sla ik er op! Vooruit, kwâjongens, je hebt hier geen boodschap." Jan trok zoo hard hij kon aan den sikkel, om hem los te krijgen, maar dat ging niet.

"Wij kunnen er toch niets aan doen, dat we maar zoo weinig hebben? 't Heele dorp hebben we al meermalen afgezocht, en er is eenvoudig niet meer. Ik zie niet in, dat wij daarom domkoppen moeten zijn." "Neen," zei Klaas Zwart, "ik ook niet." De pottenschipper lachte slim. "Toch is het zoo," zei hij. "Toen ik nog een jongen was, wist ik altijd wel aan een zakduitje te komen.

De pottenschipper was een man, die eenzaam in een zolderschuit leefde. Hij had vrouw noch kind op de wereld, en ging met niemand om. De menschen hielden ook niet veel van hem, want het was bekend, dat hij geen gunstig verleden achter zich had. En in elk geval had hij een zeer ongunstig uiterlijk. Hij leefde van zijn handel in potten en pannen, en ook kocht hij vodden en beenen op.

"Ga dan," zei Frans. Zoo scheidden de jongens. Flipsen lette na dien dag zorgvuldig op de zolderschuit van den pottenschipper. Hij twijfelde er niet aan, of den een of anderen dag zou het raadsel nu wel worden opgelost. Maar dagen en zelfs enkele weken gingen voorbij, en Flipsen bleef even wijs, als hij was.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek