Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
Flipsen liep de plank over en deed het deurtje van de kajuit open, die den pottenschipper tot woonvertrek diende. Eene warme lucht kwam den veldwachter tegemoet. Hij zag dadelijk, dat de pottenschipper bij een klein tafeltje zat met een pijpje in den mond. De rook dwarrelde door het geopende deurtje naar buiten. "Goeden dag," zei Flipsen binnentredende.
Zij waren namelijk opgeroepen om voor de rechtbank te verschijnen. Ook de pottenschipper moest daar verantwoording afleggen van zijne daden. Hij kreeg eene geduchte betraffing, omdat hij de beide jongens tot diefstal had overgehaald en hen daardoor ongelukkig had gemaakt. Eene gevangenisstraf van eenige maanden was zijn welverdiende loon.
De pottenschipper beklaagde zich met luider stem tegen de menschen over de schande, die Flipsen hem had aangedaan, en zijn toehoorders vonden, dat hij wel een beetje gelijk had. Ook Frans Thor en Klaas Zwart bevonden zich onder de toeschouwers. Zij zeiden niets, en Klaas Zwart zag zelfs een beetje bleek.
Dan trokken zij er op uit om vodden en beenen te zoeken, die langs de wegkanten, bij huizen en schuren, of in weilanden en boschjes verspreid lagen. En 't was inderdaad niet weinig, wat zij vonden. Elken avond keerden zij met een goed gevulden zak huiswaarts, en als de voorraad groot genoeg was, verkochten zij dien aan den pottenschipper.
De pottenschipper zag hen staan, en hij zeide zoo luid tegen Flipsen, dat iedereen het hooren kon: "Als er nu weer eens wat vermist wordt, hoop ik van je vereerend verzoek verschoond te blijven, Flipsen. Je weet nu eenmaal, dat ik part noch deel aan de zaak heb. Ik ben een eerlijk koopman, en houd mij met slechte practijken niet op."
En Jan schoot hem te hulp want de paling lag dicht bij het open water. Spoedig was hij in het emmertje overgebracht, en de jongens liepen voorzichtig langs de schuit verder. Opeens hoorden zij zich toeroepen: "Wat moeten jullie daar? Wil je wel eens maken, dat je wegkomt!" 't Was de pottenschipper, die zijne kajuit verlaten had en hun dit toeriep.
"Zoo," zei Flipsen, "dan hebben ze zeker aan jou een stukje koperdraad te leen gevraagd, niet waar? Want in je schuit heb ik precies zulk koperdraad zien liggen." De pottenschipper werd doodsbleek. "Ga het halen, Flipsen," gebood de burgemeester. Flipsen verdween in de schuit, en kwam weldra met een rol koperdraad terug.
"Als je wilt, is er genoeg te vinden," lachte de schipper weer. "Bij den smid, bij den loodgieter, bij den timmerman, overal is wel wat te snorren, als je maar goed uit je oogen kijkt en voorzichtig te werk gaat." "Maar," herhaalden de jongens, die eerst niet goed begrepen, wat de pottenschipper bedoelde, "dat is stelen..."
De pottenschipper leefde even eenzaam en verlaten in zijn schuit als altoos, en Frans en Klaas zag Flipsen er nooit heengaan. Doch, en dit trok zijne opmerkzaamheid, er werd niet meer gestolen ook op het dorp. En dat was hem een troost. Elfde Hoofdstuk. De bestorming van het sneeuwkasteel, en eene heldendaad van Jan. 't Was in het begin van December.
"Ik weet, wat ik weet," gaf Flipsen gewichtig ten antwoord. "En ik zeg, hebt maar geduld. Je zult je verloren zaakjes spoedig genoeg terug hebben, veel vlugger zelfs, dan je denkt." Flipsen keerde zich om en begaf zich regelrecht op weg naar den pottenschipper.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek