Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


Niet zoodra was hij echter uit het gezicht, of de boer keerde zich tot zijn knecht en zeide: "Kom nu hier, m'n kereltje: ik wil je betalen, wat je toekomt, en dat met rente en interest. Kom hier, zeg ik!"

Op dat oogenblik kwam ik door een der zijgangen op weg naar de ontvangkamer om daar een onderhoud met een vriend te hebben. Het waren heel kleine kinderen, de jongste aan wien de gevangenbewaarder de koekjes gafwas een tenger kereltje waarvoor men klaarblijkelijk geen kleêren had kunnen vinden klein genoeg om te passen.

Evert hield hare hand stijf vast en zag ernstig op naar de deftig gekleede dame, die zoo boos keek. "Wat is dat voor een kind?" vroeg zij scherp. "Ik heet Evert, Jacob, Ferdinand Mors," zei het kereltje trotsch, "en Elsje zegt...." "Nog eens, wie is dat kind?" viel mevrouw d'Ablong in, terwijl zij zich met Elsje en Evert van het vischtooneel verwijderde.

B-è-è-è-è!" schreeuwde de bok. Dik trok zijn zoontje op den wal. Daar stond het kereltje, druipend van het water. "O Vader, m'n bok! M'n bok!" jammerde Jantje. Dik boog zich nogmaals, en greep met beide handen de horens van den bok. 't Kostte hem echter vrij wat moeite om het beest op den wal te krijgen, doch het gelukte hem toch.

Hij is heraut en onder-secretaris van den Onderkoning." "Ja!" roept het kereltje uit, "ik ben er zoo blij om; als monsieur Oliver komt, krijgen wij altijd duivenpastei. Ik houd zooveel van duivenpastei gij ook?" "Nu, of ik!" lacht Guy, gerustgesteld door het bericht, dat de schilder spoedig terug wordt verwacht.

Als we het geluk slechts hadden van in een schaapskooi een onderkomen te vinden, dan werden wij tenminste door de warmte der schapen voor de koude bewaard; ook was het juist tijd, dat de schapen hun jongen zogen en dikwijls kregen wij verlof om een schaap te melken; wij zeiden wel niet, dat we bijna van honger omkwamen, maar Vitalis vertelde met zijn gewone slimheid, "dat het kereltje zooveel van schapemelk hield, daar hij als kind gewend was geweest die te drinken en het hem aan zijn land herinnerde."

Toen de twee vreemde mannen het kereltje zagen, konden zij geen woord zeggen van verbazing; maar de eene trok den anderen op zij en sprak: »Met dat kleine baasje zou geld te verdienen zijn in de stad als wij hem lieten kijken; wij moeten hem zien te koopenHij ging naar den boer en zeide: »verkoop ons dat ventje, hij zal het goed bij ons hebben.« »Neenzei de vader, »dat is mijn hartelap, die is voor al het goud in de wereld niet te koopMaar Duimpje, die den handel had afgeluisterd, klom over de plooien van zijn vader's jas naar boven, ging op zijn schouder zitten, en fluisterde in zijn oor: »Vader, doe het maar, ik kom wel weêr bij je terugToen verkocht de vader hem voor een ronde som aan de twee mannen. »Waar wil je zittenvroegen zij. »O, zet mij maar op den rand van je hoed, daar kan ik op en neer wandelen en uitkijken, en ik val er toch niet afZij gaven hem zijn zin, en toen Duimpje afscheid van zijn vader had genomen, gingen zij met hem weg.

»Bedaar, bedaar! vriend Jaspersz!" piepte het kereltje, terwijl hij angstig achteruit schoof; »ik heb dat wel eens gezègd, zeker, zeker! Maar uit gekheid, weet je?" »Jawel," gromde de scheepstimmerman, »zoo kan je natuurlijk je d'r altijd uit redden."

Juist wilde ik daarover beginnen, toen een nieuw personage de herberg binnentrad. Deze was een dor schraal kereltje, wiens onbeduidende lichaamsbouw sterk afstak tegen de kloeke gestalte van Reynszen en van de Terschellingsche visschers, die ik aan de haven gezien had.

Het kereltje met zijne beide trawanten werd door elkeen met eenig ontzag den weg gebaand. Het was de dwerg, de clown van den sultan, die, zooals wij dat nog uit onze kinderverhalen weten, als levensdoel heeft den sultan met zijne grimassen te amuseeren. De sultan, een jonge man van 27 jaar, is op het oogenblik in Europa.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek