Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 april 2025


Nooit te werken, nooit te lezen, Altoos in den tuin te wezen, Is het daarom dat men leeft? Klaartje lief, hou op met spelen; Ach! de tijd moet u verveelen, Dien gij aan uw poppen geeft. Somtijds spelen, somtijds lezen, Dat zal wel het beste wezen, Keetje lief! kom speel met mij. 't Zal dan zeker u verveelen, Op te houden van het spelen: Leer nu eerst, dan spelen wij.

"Hij heeft 't zichzelf geleerd," antwoordt Signor Carlo zachtkens; "maar," voegt hij er bij, "zóó heb ik hem ook nog nooit hooren spelen; daar word je koud van." De dokter wenkt met de hand, dat hij zwijgen moet, en luistert met ingehouden adem. "Dorus, Dorus!" roept vrouw Keetje, als de viool verstomt. In een oogwenk staat de knaap naast haar, vat haar hand en vraagt: "Is het nu goed?

Dit is zelfs zoo sterk, dat als Mietje zònder Keetje de kamer naast de uwe de beurt geeft, zij, als zij niet haar hoogste lied uit schalt, conversatie houdt met emmer, dwijl of zichzelve. Wanneer is de visch te zout?

"Zuster!" zeide hij tegen Tante Letje: "ik stel u de Freule Van Lintz voor, de dochter van Keetje Reefzeil, die gij u herinneren zult." "Mijnheer!" riep Amelia uit, verbleekende en mijn vader vol angst aanziende. "Verschoon mij," vervolgde mijn vader: ik had wellicht moeten zeggen: Donna Amelia de Talavera.

Vlug liep ze naar het ledikant, trok de dekens over zich heen en genoot de zachte, mollige warmte van het veeren bed. Ze was zoo moe, zóó moe; Keetje moest nu maar gauw komen met de thee, dan kon ze het licht meteen uitdraaien. Daar schoot haar plotseling te binnen, dat ze grootmoeder van avond nog een briefkaart had willen sturen met het bericht dat ze goed was overgekomen.

"Ja mother dear, ik ben alleen maar een klein beetje zenuwachtig; ik vind het zóó naar voor u." "Maar kindje, dat moet je je nu heusch zoo niet aantrekken. Alles zal langzamerhand wel beter gaan. Maar ik vind het toch heel lief van je, om zoo voor mij te voelen. Ga nu gauw naar je kamer. Keetje zal je een kop bouillon brengen straks.

Toch zag zij er niet onaardig uit in haar nieuwe kleedij. De donkere rok werd door Keetje voorzien van een opnaaisel, hing toen netjes en stond, zooals Cécile beweerde, "nog het minst gek." Het breede ceintuur werd om het middel vastgestrikt en de lange einden beletten te zien, hoe het split van den rok met spelden vast was gestoken; de boord was Elsje veel te nauw.

De knaap schikt zorgvuldig haar kussens terecht, trekt de wollen deken over haar voeten en buigt zich nogmaals over juffrouw Keetje, die hij op innigen toon toefluistert: "Je moet gauw weer beter worden! Zul je niet lang ziek blijven? Ligt je hoofd wel goed? Als je goed inneemt, gaat het over. Wel te rusten, juffrouw!"

De knaap, die eigenlijk zacht van inborst was en behoefte had aan een liefderijk woord, was door de omstandigheden verbitterd geworden, en toen hij nu in vrouw Keetje iemand vond, die bij machte was de zachtere snaren in zijn gemoed te doen trillen, gevoelde hij voor haar een zeker ontzag, maar tevens een genegenheid, die aan liefde grensde.

Keetje streek het laken glad, schudde de kussens op, trok de dekens dichter om Elsje heen en zag er daarbij zoo vriendelijk en aantrekkelijk uit in haar helder katoenen japonnetje, met den keurigen witten boezelaar en het nette geplooide mutsje, dat Elsje het prettig vond om naar haar te kijken en met een dankbaren blik zei: "Dankje wel, , dankje wel."

Anderen Op Zoek