Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 mei 2025
Hij was zoo ontmoedigd en zoo treurig, dat hij op zijne kamer is gegaan en langen tijd daar in eenzaamheid bleef zitten. Dan heeft hij eenen bode naar sher Rijkaards Steen gezonden om jonkver Placida te melden dat hij onpasselijk was en niet kon uitgaan. Inderdaad, hij is den ganschen dag te bed gebleven. Ik was zeer angstig bij de gedachte dat eene erge ziekte hem bedreigde ..." "Ziek? hij ziek?
"Geloof mij, ik was gisteren zoo onpasselijk dat ik van den ganschen dag mijn bed niet kon verlaten." "En niemand hebt gij gezien of gesproken?" "Niemand dan mijne zuster." Jonkver Van Woumen schudde ongeloovig het hoofd, terwijl een vinnige glimlach op hare lippen sidderde. "Uw strenge blik beschuldigt mij", stamelde Robrecht.
Waren al de Erembalds hem gelijk, er kwame spoedig een einde aan den overmoed onzer vijanden. Het is mher Sneloghe niet die de hand van jonkver Placida heeft gevraagd; het is zijn oom de proost. Zijne huwelijksbelofte met Placida is verbroken. Hij gaat trouwen met Dakerlia Wulf. Gij moet het weten." "Eilaas, ja, ik weet het tot mijn ongeluk!" zuchtte Disdir. "Snode spot!
Dakerlia zou het in alle geval niet begrijpen, en zulke veropenbaring op dit oogenblik, ware niet alleen nutteloos, maar zelfs voor allen schadelijk, ja, misschien misdadig voor God! Deze overweging deed hem besluiten de lastige, de droeve samenspraak af te breken. "Uw medelijden doet u dwalen, Dakerlia", zeide hij. "Jonkver Placida is beminnenswaardig. Ik moet weder uitgaan en mij haasten.
"Mijn oom, de proost van St-Donaas, zegt, dat men hem ten onrechte zulks ten laste legt. Hij heeft integendeel de Kerels bij den graaf verdedigd." "Maar, Witta, jonkver Van Woumen moest trouwen met Ghijselbrecht Tancmar, den rusteloozen vijand der Erembalds?" "Van dit huwelijk is er geen spraak meer." "Het is gelijk: Placida is geene Kerlinne; het bloed der verdrukkers vloeit in hare aderen."
De kastelein Hacket voegde zijne pogingen bij die zijns broeders; doch welke moeite ze beiden ook inspanden of wat ze deden gelden, jonkver Wulf wilde naar niets luisteren en betuigde dat zij tot het einde toe het lot van Robrecht zou deelen. Mher Sneloghe greep haar de handen en zeide op smartelijken toon: "Dakerlia, ik bid u, wees beter beraden!
"Gij weent, o hemel!" "Arme Witta, arme Witta!" zuchtte jonkver Wulf. "Zij is niet met u!" kreet Robrecht, sidderend van schrik. "Zij is buiten gebleven? Eilaas, eilaas!" En hij zakte, door de wanhoop verpletterd, op eene bank neder.
"Ik geloof inderdaad, Disdir, dat mijn huwelijk met jonkver Van Woumen het u gemakkelijker zal maken de hand van Dakerlia te bekomen. Dit gezegde kwetse u niet. Gij weet dat Dakerlia bijna van kindsbeen af met mijne zuster Witta is opgevoed geworden. Geen wonder diensvolgens dat er allengs een gevoel van wederzijdsche genegenheid in ons is ontstaan, zonder dat wij het zelven wisten ..."
"O, ik smeek u", riep Robrecht met sombere ontstelde stem, "hoon jonkver Dakerlia Wulf niet in mijne tegenwoordigheid! Laat mij bedaard blijven. Ik zal alles verdragen, alles lijden, maar eerbiedig Dakerlia!" "Genoeg, ik weet genoeg", wedervoer Placida. "Nu ben ik overtuigd dat men mij de waarheid heeft gezegd. Gij zelf, heer, ontkent het niet. Alles zij dus gedaan tusschen ons.
Ik ken hem, en het was mij gemakkelijk te raden dat eene zeer gewichtige zaak hem bezighoudt ... Gij luistert niet, Dakerlia; gij denkt weer aan droeve dingen ..." "Ach, neen", zuchtte jonkver Wulf, "ik luister ... Welke zaak zou hem bezighouden? Het is te vermoeden, Witta. De Hoop te Veurne heeft kennis genomen van het edict op den balfaart.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek