Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 mei 2025
Jonkver Wulf, door dezen onverwachten oproep verrast, murmelde eene onduidelijke verschooning. "Inderdaad", bevestigde Witta, "al die vervaarlijke geschiedenissen van den storm op zee en de akelige lijkplechtigheden der Kerels beletteden u aan Robrecht te denken."
Nu antwoordde Eggard op eene bemerking van Dakerlia: "Ja, jonkver Wulf, het is zoo, men heeft gisteren nog op bet kerkhof van St-Donaas eenen pijl gevonden met eenen brief waarin men ons, namens den graaf Willem Van Loo, tot standvastigheid aanmoedigt en ons laat weten dat het Kerlenleger welhaast naar Brugge zal komen om ons te verlossen.
Wees welkom.... Ik hoopte evenwel dat gij nog meer dan eene maand te Veurne zoudt gebleven zijn." De jonkvrouw staarde hem verwonderd aan. "Zulke wensch schijnt u onbegrijpelijk, niet waar, Dakerlia? Ach, er gaat hier iets gebeuren dat mij verschrikt en doet lijden. Mijn verdriet kan u slechts bedroeven. Ik ga trouwen, Dakerlia!" Een smartkreet ontsnapte jonkver Wulf.
Hoezeer ik ook hadde gewenscht dit huwelijk te kunnen ontwijken, ik erken mijnen plicht en onderwerp mij aan de noodzakelijkheid." "Oprecht? Ernstig?" "In vollen ernst. Wees gerust: eer een half uur verloopen zij, zal jonkver Placida mijne beloftegift ontvangen hebben. Zooals gij zegt, oom, Dakerlia zal begrijpen dat de plicht jegens Kerlingaland...."
Open onmiddellijk: ik kom uwe jonkvrouw redden." Een oude schalk ontsloot de poort. "Ach, mher Disdir, wat akelige dingen gebeuren er toch? Vergaat de wereld?" kermde hij. "God zegene u, mher Vos, die ons ter hulpe komt in onzen nood. Al de andere huisbedienden zijn gevlucht...." "Zwijg. Waar is uwe meesteresse?" "Achter, in de zaal. Zij bidt." "Is zij alleen?" "Jonkver Sneloghe is met haar."
Hij bedwong zich even ras en ging morrend uit de kamer, alsof hij onwillig iets van het groote geheim had laten ontsnappen ... Gij zwijgt, Dakerlia. Begrijpt gij niet wat ik zeg? Immer dit treurig droomen!" "Ik begrijp", antwoordde jonkver Wulf. "Ach, indien mijn goede vader nog leefde! Hij wiens heldenmoed men roemde! Maar hij kan de vrijheid niet meer verdedigen; hij ligt in het koude graf."
Welzoete heere! zeide de jonkvrouw. Dit foreest is mij bekend. Voor wij komen aan den burcht van mijn vader, slaat een zijweg links naar een kapelle en daar woont een oude paap bij en vóor gij mij te huis voert, zullen wij den zwarte en den roode begraven. Dat zij zoo, jonkver! zeide Gawein. Toen zag hij om naar de paarden.
"Jonkver Wulf", zeide hij, "mijne meesteresse is boven en ongetwijfeld bezig aan haren opschik. Ik zal eene meid bevelen haar van uwe komst te gaan verwittigen. Gelief dus het mij niet ten kwade te duiden indien gij verplicht waart eene korte wijle te wachten"
Hij nam toen het lijk van Didoneel en legde dat over diens ros heen, dat hij bedaarde. En de jonkver en Gawein stegen op. Gawein geleidde het ros van Didoneel en de jonkvrouw geleidde Mordrets ros. En zij reden het foreest binnen en zwegen. Zij reden stapvoets en zwijgend en de weg was lang en wendde eindeloos zich door het woud.
Jonkver Placida was te huis en wachtte zelfs op mher Robrecht, meende de schalk. Hij leidde den jongen ridder over den neerhof en opende voor hem de deur eener kamer, waar Placida bij het venster was gezeten met hare oude dienstmeid Martha. Op de tafel bemerkte hij met verwondering de dooze die zijne beloftegift bevatte.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek