Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 mei 2025


Laat jonkver Dakerlia Wulf dezen nacht met den heer proost den burg verlaten!" Deze onverwachte vraag verraste iedereen. "De honderd marken zilvers zal ik betalen, driemaal zooveel, indien het noodig is!" voegde Robrecht er bij. "Eene vrouw, is dit wel mogelijk?" mompelde Hacket. "Hare witte kleederen? Men zal ze zelfs in de duisternis herkennen ..."

Dakerlia heeft ongelijk zich zoo diep te ontstellen. God zal mij Belpen; Hij zal in mij het recht laten overwinnen ... Wees toch redelijk, jonkver Witta; gij insgelijks, gij weent en snikt? Wilt gij beiden mij allen moed ontrooven?" "Maar wie is dan uw tegenkamper?" vroeg Robrecht. "Gij kent hem waarschijnlijk niet", antwoordde Segher Wulf aarzelende. "Zijn naam is?..."

Hij hief het hoofd op en zag Robrecht Sneloghe die met droef en spijtig gelaat te midden der zaal stond. "Nu, mijn neef, wat beduidt dit treurig aangezicht?" vroeg hij verwonderd en bekommerd. "Heeft jonkver Van Woumen uwe gift aanvaard?" "Ik heb mij nog niet bij haar aangeboden", was het antwoord. "Hoe, gij zijt nog niet in sher Rijkaards Steen geweest?" riep de proost met verbazing uit.

Hij en zal niet willen met mij samen uw amijs zijn, o Ysabele! Gij en weet niet wat een amijs heet, jonkver. Ik weet harde wel wat een amijs heet, ridder. Een Koning is, wie mij koninginne maakt, maar een amijs is wie met mij hoofschelijk de courtoisië drijft. In deze maniere... En Ysabele omhelsde Gwinebant en kuste hem, lang. O Ysabele! zuchtte dronken Gwinebant, maar kuste haar, lang.

"Ik geloof dat gij u misgrijpt", wedervoer jonkver Sneloghe, "want toen ik hem dezen morgen van den balfaart sprak en de Kerels beklaagde, ontschoot eensklaps eene vonk van verontwaardiging zijnen oogen, en met eenen spotlach op de lippen, riep hij uit: "De balfaart? Nooit, nooit!"

Gij kent de macht der Erembalds, heer; en het is wel onnoodig u te zeggen dat ik onmeedoogend werd geslachtofferd. Nu is mijne voorwaarde, dat gij mij helpet om jonkver Dakerlia uit de macht der Erembalds te verlossen, en mij toelatet, niet alleen haar te beschermen, maar tevens jegens haar te handelen zooals ik doelmatig zal oordeelen om hare hand te bekomen."

"Mijn tijd is kort; hoor met aandacht, jonkver Wulf, wat ik u te melden heb ... De ridders, door den koning benoemd om mher Sneloghe en zijne gezellen te vonnissen, gaan in de Loove vergaderen. Het is slechts veinzerij, om in schijn ten minste te voldoen aan de voorwaarde door de Kerels op hunne overgaaf gesteld. Men zal zelfs zich niet gewaardigen de Kerels te onderhooren.

"Nu begrijp ik", zeide de kastelein, "waarom Rambold, Tancmars neef, zoo vol vertrouwen overal verzekerde dat Robrechts huwelijk met jonkver Van Woumen niet zou voltrokken worden. Hij wist het dus op voorhand!" "Daarin misgrijpt zich mijn oom, de kastelein", zeide de jonge ridder.

De hand tot Robrecht reikende, sprak hij: "Ha, mher Sneloghe, laat mij toe u geluk te wenschen over uw schitterend huwelijk met jonkver Van Woumen." "Mijn huwelijk is verbroken", antwoordde de jonge ridder. "Gij schudt het hoofd en gelooft mij niet, Burchard? Placida heeft mij mijne beloftegift teruggegeven."

Zijne ooms en de andere oversten betuigden dat, indien hij zijn ontwerp goed en uitvoerbaar oordeelde, zij gereedelijk hunne volle toestemming gaven en niets meer wenschten dan jonkver Dakerlia den burg te zien verlaten, in de hoop dat de arme maagd behouden het nog vrije Kerlingaland zou bereiken.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek