United States or Myanmar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mher Vos, zoolang gij niet wist dat er tusschen jonkver Wulf en mij eene huwelijksbelofte bestaat kondet gij u vrij achten tot het aanwenden van pogingen om, ware het mogelijk, u door Dakerlia te doen beminnen. Nu is u daartoe het recht benomen.

"Goede, dierbare Witta", murmelde jonkver Wulf ontroerd, terwijl zij Robrechts zuster omhelsde, "hoe heb ik onverpoosd aan u gedacht! Nu toch ben ik wel gelukkig u weder te zien!" "En ik, Dakerlia, ik was zoo bedroefd en treurig dezen morgen...." "Treurig? Waarom, vriendinne?" "Van gisterenavond heeft mijn broeder mij gezegd dat gij teruggekomen waart.

Maar hoe kan toch zulk onbeduidend nieuws u dermate ontstellen?" "Robrecht zal ongelukkig zijn." "Indien hij met jonkver Van Woumen trouwt?" "Ja, zeer ongelukkig." "Waarom?" "Ah, Witta, gij kent haren hoogmoed niet! Zij zal hem later de eer verwijten die zij meent hem aan te doen door hare hand hem te schenken." "Hoe toch? mijn broeder is rijker dan zij."

Ik zal mijne zuster aanraden in uw voordeel te pleiten, als zij jonkver Wulf gaat bezoeken. Wat mij betreft, ik herhaal het u, met Dakerlia wil nog mag ik voortaan spreken. Nu, vaarwel, en blijf hopen." Hij verwijderde zich tusschen de boomen. Disdir Vos zag hem achterna met een zuren lach op de lippen. "Hij heeft haar bemind! Hij bemint haar nog!" morde hij binnensmonds.

Toen sprak Gawein tot de jonkvrouw: Edele jonkver, laat mij eene bede doen, met uwe genade? Mijn heere! riep de jonkvrouw; bede en doe mij niet: beveel mij: ik ben uw dienstwijf! Zoo bidde ik u, welschoone jonkver, dat gij alle misdaden dezen twee ridderen vergevet.

"Maar, maar het afbreken met jonkver Placida, met het machtige huis der Van Woumen kan niet beslissend zijn", morde de proost, spijtig het hoofd schuddende. "Het is beslissend en onherroepelijk", bevestigde Robrecht. "Wij zullen mher Van Woumen gaan spreken", zeide de kastelein. "Hij zal erkennen dat hij de speelbal is van arglistige vijanden der Kerels en dat men hem heeft bedrogen."

Wilt gij niet dat ik, door de diepste treurnis getroffen, u voor altoos mijne vriendschap en mijne achting onttrekke, begeef u onmiddellijk naar sher Rijkaards Steen en bied jonkver Placida uwe beloftegift aan!" "Dus geene genade voor mij?" "Geene. Uwe belofte moet u heilig zijn." Robrecht bezag zijnen oom eene wijl met strakken blik, als worstelde hij nog tegen een pijnlijk besluit.

Met groote oogen starende, zag hij naar beneden, waar de menigte, zoekende, woelde om den burcht. Ik voel mij bet, hooge jonkver, zei Amadijs. Ik zal mijn heere volgen gaan. Hij wilde opstaan. Maar Ysabele, zacht glimlachende, hield hem tegen. Blijf... herhaalde Ysabele. En zeg mij.... Ik ben die gone, die nieuwsgierig is.... Vertel mij van Camelot. Zijn daar vele schoone edelvrouwen?

"Mijn goede Robrecht", zeide hij, "ik kan waarlijk niet begrijpen hoe gij niet met blijdschap de hand van Jonkver Placida aanvaardt. Dit huwelijk moet niet alleen u tot eenen hoogen trap van roem verheffen, maar zelf gansch ons geslacht nader bij den troon brengen. Mher Wulf daarentegen is niet rijk; hoe eerlijk en hoe achtbaar hij ook weze, de hand zijner dochter doet u afdalen."

"Nog acht dagen!" herhaalde jonkver Wulf, blozend van maagdelijke schuchterheid. Witta, die aan hare andere zijde was gezeten, legde den arm over haren hals, trok haar tegen haar hart en riep tusschen een zoeten kus: "Ja, ja, nog acht dagen, dan wordt gij mij een onafscheidbare zuster!"