Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juli 2025


Het waren de aanhangers van Willem Van Loo, die luidop riepen, dat de koning zich door lasteraars had laten bedriegen. Willem was niet van onechten bloede; zijne moeder zaliger was eene Kerlinne, en dus geene onvrij geborene, zooals de brief het valschelijk beweerde.

"Willem Van Loo, leve Willem Van Loo!" riepen velen der aanhoorders; maar de Voorman klopte met den hamer, en Burchard hernam: "Laat mij voortgaan, gezellen: mher Willem Van Loo, thans burggraaf van Yperen, is een kleinzoon van onzen beroemden graaf Robrecht De Vries. De moeder van mher Willem was eene vrije Kerlinne; hem vloeit dus Kerlenbloed in de aderen.

Ik ben eene Kerlinne: zuiver zal ik voor God verschijnen; ik wil het recht behouden mijnen vader, uwe zuster en u zelven daarboven in de armen te drukken ..."

Robrechts zuster, verwonderd over den scherpen toon van Dakerlia's stemme, aanschouwde haar twijfelend. "Gij verwondert mij", zeide zij. "Hoe zijt gij nu eensklaps zulke onverzoenbare Kerlinne geworden? Men zou gaan vermoeden dat gij die schuldelooze Placida eenen bijzonderen haat toedraagt."

Door wanhoop gedreven, reisde zij met mij en mijne kleine zusters naar het klooster ten Nonnenbosch, bij Yperen, en gaf zich zelve en hare kinderen tot lijfeigenen van het klooster aan de Priorine . Zoo ben ik, zonder mijn toedoen, van vrijgeborene Kerlinne in eeuwige dienstbaarheid vervallen. Ten Nonnenbossche heeft men mij wel behandeld en mij veel schoon werk geleerd.

Prachtige Kerlinne van het zuiverste bloed!" Dakerlia droeg een onderkleed van witte gebloemde zijde met enge, spannende mouwen; daarop een lichtblauw overkleed, waarvan de mouwen integendeel wijd en afhangend waren. Haar golvend zwart haar was boven haar hoofd met eenen witten sluier bedekt en te zaam gehouden door eenen platten band van zuiver goud, die als eene kroon aan haar voorhoofd blonk.

Ongetwijfeld wilden de vorsten of de ridders, die over het lot der jonge Kerlinne beschikten, haar niet met de uiterste strengheid behandelen; misschien was er iemand die haar geheimelijk beschermde, want in haren kerker stonden een paar stoelen en eene tafel en, in den duisteren hoek, verre van het licht, had men eene soort van bed geschikt, om haar eene gemakkelijke rustplaats te bezorgen.

Maar de maagd sloeg hem hare armen als twee stalen banden rondom het lichaam, en hoe hij ook worstelde en om hulp schreeuwde, zij hief hem door eene overmatige krachtinspanning van den grond, en sprong met hem over de leuning, terwijl zij uitriep: "Zoo wreekt eene Kerlinne haar vaderland! God zal ons oordeelen!"

LAPPENBERG, Geschichte von Engeland, vertaald door Thorpe. t. Dakerlia Wulf, de schoone Kerlinne, zat in haars vaders Steen, bij een venster, met een borduurwerk op den schoot. Wel hing nog de gulden draad aan hare vingeren, doch de naald was haar ontglipt. Zij arbeidde niet en scheen geheel verslonden in diepe gepeinzen.

"Wie toch kon weten", schertste Placida met misprijzen op de lippen, "dat gij u vereerd zoudt achten met de hand eener edelgeborene jonkvrouw? Gij zijt een Kerel; een Kerlinne alleen is uwer liefde waardig! Dakerlia wone dus op Ravenschoot! Wees zeker, heer, ik benijd de dochter van Segher Wulf dit geluk niet!"

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek