United States or Mozambique ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zetternam vraagt aan zijn ambacht, aan het zweet des arbeids het schaarsche onderhoud voor zijn huisgezin; des daags werkt hij voor een nederig loon en gaat gebogen onder zorgen en verdriet; maar des avonds, des nachts roept zijn zwak lichaam te vergeefs om rust; de geest heerscht en gebiedt.... Hij schrijft zijne Margaretha, zijn Bernhart De Laet, zijn Luchtervelde, zijne Arme Bedelares, zijne Kimrische Diluvie; hij verdedigt het Vlaamsche volk in talrijke bundels en vlugschriften; hij is medewerker veler dagbladen en schrijft in het Taalverbond, in de Broedermin, in de Gazette van Gent, in de Vlaamsche School; hij geeft zijnen ambachtsgenooten een leerboek der Huisschildering; hij wreekt de Vlaamsche kunst in een stout gewrocht; hij deelt in de werkzaamheden van het Midden-Comiteit; hij onderhoudt briefwisselingen met honderden maatschappijen en taalminnaars van gansch Vlaamsch België; is er gevaar of moet er iets gewichtigs tot stand gebracht worden, hij doorloopt de steden en dorpen van Vlaanderen en gaat de liefde tot de vaderlandsche zaak en de verontwaardiging over het onrecht aanvuren, waar deze gevoelens dreigen te verkoelen....

DOM. MANDERS. Is er dan geen stem in uw moederhart die u verbiedt de idealen van uw zoon omlaag te halen? MEVR. ALVING. En de waarheid dan? DOM. MANDERS. En de idealen dan? MEVR. ALVING. Och ... idealen, idealen! Als ik maar niet zoo laf was als ik ben! DOM. MANDERS. Gooi de idealen niet weg, mevrouw,... want dat wreekt zich bitter. En dan vooral Oswald.

In het middeleeuwsche bewustzijn vormen zich als 't ware twee levensopvattingen naast elkander: de vrome, ascetische opvatting heeft alle zedelijke gevoelens tot zich getrokken: des te bandeloozer wreekt zich de wereldzin, geheel aan den duivel overgelaten.

Daar stormt Widar, Strijdvader's zoon, onweerstaanbaar los op den wolf, hij zwaait zijn zwaard, stoot het monster het staal in de gapende kaken, wringt het diep in het hart. Zoo wreekt hij zijn vader. Thonarr, de zoon van de warme aarde, de beschermer der menschen, stapt dreunend ten strijde naar de wereldslang.

Wreekt dit, is u uw moeders leven lief, Of ik erken niet langer u als zoons. DEMETRIUS. Dat ik uw zoon ben, moge dit getuigen. CHIRON. Ook dit is raak en tuige voor mijn kracht. LAVINIA. O kom, Semiramis, Of neen, barbaarsche Tamora, kom gij, Geen naam dan de uwe past bij uw natuur. TAMORA. Geef mij uw dolk, en gij zult zien, mijn knapen, Uw moeders hand wreekt uwer moeder smaad.

Toen ik haar nu laatst opzocht, stond ze in 'n schuit en schepte mest; ze zei, dat zoo iets heerlijk was;.... er waren meer studenten, geen intiemen;.... ach ja, de eenzijdigheid wreekt zich en geestelijk overladenen gaan in den grond ploeteren." Else keek haar even aan; zei toen verwonderd: ", zoo iets, zoo iets wijs, algemeens, waar haal-je dat van daan?

Door den voortdurenden strijd tegen de zinnelijkheid en de sexueele verzoeking wordt de phantasie juist bovenmate geprikkeld, en op oogenblikken, dat de wilskracht onder den opstand van het vleesch bezwijkt, wreekt zich de mishandelde natuur en drijft den vromen asceet dan niet zelden tot de ongehoordste natuurlijke en onnatuurlijke uitspattingen.

Maar wat ik kan, zal ik doen. Ik zal er je broer Karel over spreken." "O, ik dank Uwe Hoogheid wel voor die gunst," riep Pieter uit. "Vaarwel, Pieter," zeide de Prins, terwijl hij den krullenjongen verliet, die 's avonds thuis kwam en zegevierend vertelde met wien hij gesproken had. Van diens belofte echter zweeg hij wijselijk. Hoe een echt Hollandsche jongen zich wreekt.

Maar iets anders kon daar binnenkomen, kouder en verstijvender dan de Noordenwind; iets, wat haar warm bloed verkillen en haar warm hart met een ijskorst omgeven zou: iets, wat met één slag alle jeugdige geluksbloesems zou doen verdorren: het noodlot; het noodlot, dat de schuld en de zwakheid der mannen wreekt aan jonge, reine, gelukkige schepselen, die zich vertrouwend aan hen overgaven.

Mislukking, schande, armoede, smart, wanhoop, lijden, tranen zelfs, de gebroken woorden die over lippen in leed komen, wroeging die den mensch op doornen doet wandelen, schuldbesef dat veroordeelt, zelfverlaging die zich wreekt, ellende die asch op haar hoofd strooit, benauwing die een zak kiest voor haar kleedij en gal stort in haar eigen drinkwater, voor al deze dingen was ik bevreesd.