Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juli 2025
Haddet gij, mijne ooms, in den oorlog tusschen beiden, Karel niet geholpen, wij zouden nu eenen vorst hebben met Kerlenbloed in de aderen; want de moeder van Willem was eene Kerlinne ." "En haddet gij en mher Isaac en velen uwer vrienden in den oorlog voor de Kroon u onzijdig gehouden", wedervoer Hacket, "de Kerels zouden waarschijnlijk nu de ongunst van den graaf niet te vreezen hebben."
"Ja, gij kunt het niet begrijpen", wedervoer Brigitta. "Beiden zijt gij in slavernij geboren, op een leen dat onze heer omtrent Aalst in Zeizers-Vlaanderen bezit; maar ik kwam ter wereld omtrent Loo, in het Land der Kerels, en ik ben eene Kerlinne geweest." "Wat doet het, vermits er insgelijks dienstbare Kerels zijn?" "Die zijn er niet, Martha. Wie zijne vrijheid verliest houdt op Kerel te zijn."
Wat kan hij tegen mij? Ik ben eene Kerlinne! Tusschen den dwingeland en het slachtoffer graaft de dood in een oogenblik eenen onoverschrijdbaren afgrond."
Wilt gij de vermaledijding te gemoet gaan van een gansch volk, dat door uwe zwakmoedigheid kan veroordeeld worden tot eeuwige slavernij? Ha, ha, ware jonkver Dakerlia hier met ons, en eischte ik van haar, tot redding onzer vrijheid, zulke opoffering, meent gij dat zij, die eene vrouw is, zou weigeren? Is zij geene Kerlinne?" Robrecht stond op.
Zij sprong in vervoering recht en, terwijl zij met de oogen rondom de kamer iets scheen te zoeken, ging zij voort: "Ik, zwakke vrouw, ik voel mij bekwaam om het vaderland op den snooden verrader te wreken! Ik ben eene Kerlinne; de haat maakt mij sterk.... Maar geen wapen, geen wapen! De booswicht heeft alles weggenomen; hij vreest! Ha, hij kent mij.
Verraad mij nimmer. Wat ik doe is uit eerbied, uit liefde tot u, en ik waag er misschien mijn leven aan ... Mijne jonkvrouw heeft uwe beloftegift u teruggegeven niet waar? Heeft zij u niet beschuldigd eene andere vrouw, eene Kerlinne, uwe liefde te hebben geschonken?" "Hoe weet gij dit? Gij waart niet tegenwoordig!" vroeg Robrecht verwonderd. "Dit is wat ik u wilde verklaren, heer.
"Mijn oom, de proost van St-Donaas, zegt, dat men hem ten onrechte zulks ten laste legt. Hij heeft integendeel de Kerels bij den graaf verdedigd." "Maar, Witta, jonkver Van Woumen moest trouwen met Ghijselbrecht Tancmar, den rusteloozen vijand der Erembalds?" "Van dit huwelijk is er geen spraak meer." "Het is gelijk: Placida is geene Kerlinne; het bloed der verdrukkers vloeit in hare aderen."
"Ik, Dakerlia Wulf, ik, eene Kerlinne, uwe vrouw? Nooit, nooit! Doe ons allen sterven. God zal mij daarboven met Robrecht, mijnen bruidegom, voor eeuwig vereenigen. Ha, gij meent mij vatbaar voor vrees? Neen, neen, onze onplooibare standvastigheid tot op het kapblok zal onze vijanden nog verbazen en de verraders van Kerlingaland beschamen!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek