United States or Peru ? Vote for the TOP Country of the Week !


En had het God maar behaagd, omdat gij u tot zulk een oneerbaarheid liet verleiden, dat gij een man hadt genomen van U passenden adel, maar onder de velen, die mijn hof bezoeken, hebt gij Guiscardo uitgekozen, een jonkman van zeer lage afkomst, aan ons hof uit barmhartigheid van kindsbeen af tot heden opgevoed.

Onmogelijk, onmogelijk! Mijn hoofd is ontsteld, alles draait voor mijn gezicht. O, verlos mij uit dien schrikkelijken twijfel! Wie zijt gij?" "Ik ben Theresia De Wit en, dank zij den hemel, waarschijnlijk uwe nicht." "Maar, neen!" riep Willem met ziekelijke aan gejaagdheid. "Zijt gij de Rosa mystica, die ik van kindsbeen af heb bewonderd en bemind, dan is uw naam Flora.

"Wij, die, om zoo te zeggen, van kindsbeen af het brood der Reimonds hebben gegeten, wij zouden onzen ongelukkigen meester gaan verlaten, nu een droeve dood hem bedreigt? Nimmer, Jakob; wat er ook geschiede, ik verlaat hem niet zoolang hij leeft." "Zijt gij dan niet vervaard, Peternelle? Vreest gij niet, dat de zwarte man ons beiden...."

Ook de Fransche bakker is specialiteit. Ook hy bakte gisteren reeds, verleden week, voor jaren, van kindsbeen af. En hy beweert dat 'n Hollandsche broodmaker de zaak niet verstaat. Ik had in 1850, 51 nog geen bakken geleerd. Wie had gedacht dat hy zoo laag vallen zou, de achtenswaardige kommandant van de Bayonnaise, die me leeren wilde hoe men goed brood bakt!

Of wij nu konden lezen en schrijven, wat zou het ons helpen? Hebt gij er minder om gewonnen, dat gij zoo min als ik, eene A uit eene B kent? Kom, kom, zotte hoovaardigheid en onnoozele praat allemaal. Onze ouders hebben gewerkt van kindsbeen af, wij hebben evenzoo gewerkt, en onze kinderen kunnen ook maar werken, dan valt er niets op te zeggen.

Nu zei de heer op zekeren dag tegen den schim: «Daar we nu op zulk een wijze reiskameraden geworden en tevens van kindsbeen af met elkaar opgegroeid zijn, moeten we eens op onze verbroedering drinken. «Jij» en «jou» klinkt toch vertrouwelijker

Even voorbij den Lusthof, achter een soort van dam waarover, dwars door het weiland, een steenweg liep, strekten zich ver en wijd de Meylegemsche Meerschen uit. Ik heb steeds een groote liefde gevoeld voor de Meylegemsche Meerschen. Iets, ik weet niet wat , heeft mij daar altijd, van kindsbeen af, aangetrokken en trekt er mij nu nog aan.

LANS. Als een mensch zijn dienaar zich hondsch tegen hem gedraagt, ziet ge, dat is hard; een, dien ik van kindsbeen af heb opgebracht, een, dien ik voor verdrinken bewaard heb, toen drie of vier van zijn blinde broeders of zusters er aan moesten gelooven! Ik heb hem afgericht, juist zooals iemand, die zich voorneemt: "Zoo wil ik een hond africhten."

De ridderromans beginnen met de opvoeding van de held of heldin van kindsbeen af aan een vorstelik hof te schilderen. Of wel is het de zoon van een edelman, Guillaume, die aan het hof van de keizer van Italië opgroeit met 's keizers dochter Alis, of de dochter van een kristen-ridder, Blanchefleur, is gevangen bij het hof van een Spaans-Moors koning en groeit daar op met prins Floris.

Het windje, dat het water van de mooie vijvers rimpelen doet, speelt met de veêren van trotsche zwanen. Het bosch heeft allen zwier van ons Bois, met de zindelijkheid bovendien, die netheid en keurigheid, waar ik zeker nog telkens op zal terugkomen, en waar de bezoekers hier van kindsbeen af aan zijn gewend geraakt.