Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 november 2025


"Es menier den baron euk op 't kastiel?" vroeg nog Rozeke. "Neen, nog niet, maar hij komt nu weldra," antwoordde zij. Haar wenkbrauwen trokken zich zenuwachtig samen en ietwat hooger kleurend wendde zij het hoofd om en bracht het gesprek op andere onderwerpen.

Zijn toon was ietwat uitdagend; daarin klonk iets van: weerspreek dat nu eens, indien gij soms iets op mijn hengelen tegen hebt. Maar ik had niets op zijn hengelen tegen, en weersprak het dus niet. "Een ander gaat naar de herberg, als zijn werk af is," vervolgde Arijan, "maar ik hengel een beetje." "Veel beter," oordeelde ik.

Dat was een gelukkige inval; haar vroegere opgewektheid keerde er geheel door terug. "Voor hen is het weer uitgezocht," ging ze voort, terwijl ze met een blij gezicht aan de ontbijttafel ging zitten. "Wat zullen ze genieten. Maar," (opnieuw ietwat angstig) "men kan niet verwachten dat het lang zal duren. Om dezen tijd van het jaar, en na dien aanhoudenden regen, kan het niet lang meer zoo blijven. 't Zal wel gauw gaan vriezen, en dan zeker nog al hard. Over een paar dagen misschien; dit bijzonder zachte weer k

Een oude-vrijsters-type, geel als perkament, met breede, als 't ware verwoeste trekken en groote zwarte oogen en een grootera tandeloozen mond, die toch wel vriendelijk, ofschoon ietwat wantrouwig, glimlachte. Is het wel hier, juffrouw, dat meneer Cathoen inwoont? vroeg ik, na gegroet te hebben. Jawel meneer, antwoordde zij, mij aandachtig monsterend. Is meneer thuis?

Hij zoû die vreemde ziel tot zijn eigendom maken. Daar was iets boeiends in dat kind van Dood en Liefde. Eensklaps stond hij stil, en zag op naar de gevels. Hij bemerkte, dat hij het huis zijner tante voorbij was, en, lachend over zichzelven, keerde hij terug. Toen hij de, ietwat donkere gang binnenkwam, zeide de butler hem, dat men reeds aan tafel was.

»Eilieve", antwoordde ik, ietwat kregel: want ofschoon dit jonge ding mij een weinig had doen schrikken, ontzag boezemde zij mij met hare geëmancipeerde manieren volstrekt niet in: »eilieve, mejuffrouw waarom zou ik =niet= meer onder de levenden zijn?

Onder de passagiers van de Lafayette bevindt zich een jonge Columbiaan, de heer Villavécès, met wien wij aan boord kennis hebben gemaakt. Het is iemand van een vroolijk, aangenaam humeur, beminnelijk, voorkomend, ietwat grillig, eene kunstenaarsnatuur.

De baas keek op, en, heel gewoon, even naar den buurman hoofdknikkend: Ieste klasse! scheun weer, ?" antwoordde hij; en verdween in het huisje. Ietwat teleurgesteld, staken de buren de hoofden bij elkaar. Hoe zoo: alles goed! ! wat vreemd!

Hoewel wij ons noch met zijn herkomst, noch met zijn politiek verzoenen kunnen, is het althans mogelijk, in het algemeen belang, hem onze medewerking te schenken." Naar onze consul mij verzekert, begint de handel langzamerhand te herleven, maar de oude, ietwat zorgelooze en voorname manier van zaken te doen is thans voorbij.

En bedenkende dat, wanneer ik niet het een of ander droevigs zeide over haar vertrek, de lieden al spoedig mijn geveins zouden bemerken, nam ik mij voor er ietwat over te klagen in een sonnet, hetwelk ik wil opschrijven, omdat mijne Vrouwe de onmiddellijke aanleiding voor zekere woorden was, welke in het sonnet staan, gelijk duidelijk is voor wie het begrijpt: en ik schreef toen dit sonnet , hetwelk begint: Gij, die 'k voorbij langs Amor's weg zie schrijden, Nu wilt aandachtig beiden: Zaagt ge ooit een smart gelijk de mijne groot?

Woord Van De Dag

kei

Anderen Op Zoek