Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juli 2025
Het was spreekwoordelijk in de streek: wanneer iemand zich niet goed recht hield, zei men, ietwat geringschattend-spottend: Komt ge misschien van Meulegem?
Een jongmensch, netjes in de kleeren, maar ietwat aangeschoten en in vroolijke stemming, neemt de kruk van ’t portier in de hand en vraagt met min of meer bezwaarde tong: „Schroef jij ’s avonds dien knol uit mekaar? Ha! ha! ha! ’t Beest valt om, als je niet oppast. Zeg, Autómedon! zou je me nog zonder ongelukken naar Kras kunnen rijen?” „’t Zal wel lukken, meneer!
De terugkeer van haren zoon, de hoop dat zij haar ander kind weldra zou weerzien, het herstel van vrede en orde in het land, de veiligheid die thans voor de onderneming te Camdless-Bay gewaarborgd was, dat alles te zamen bracht het zijne er toe bij, om haar weer ietwat van hare moreele kracht, die zij verloren had, terug te doen erlangen.
Sommigen liepen in de nationale kimono, met een grooten hoed op, terwijl van een andere school allen een wit pak aan hadden, met een pet. Er waren verscheidene intelligente gezichten bij. Na in ons hotel geluncht te hebben, namen wij onze siësta totdat de grootste hitte ietwat geweken zou zijn.
Bij helder weer zie ik het ook soms, maar nu is het te grijs en mistig en mijn oogen zijn niet goed genoeg: nu zou ik het niet kunnen zien. Ziet gij het? Vindt ge 't? Eenklaps zag ik het: heel, héél verre en nauwelijks zichtbaar in de grijze lucht, als een ietwat doffer-grijze schaduwstolp. Ja, meneer Cathoen, ik zie het? riep ik. Dat is óns dorp, zei hij, met schor-trillende stem.
In den regel zien zij er bleeker uit dan haar engelsche zusters; minder geanimeerd ook; ze spreken langzamer, haast ietwat afgemat.
Mevrouw Dashwood echter, zich voegend, naar zij geloofde, naar den wensch van hare dochter, door wie zij zich, in hare verteederde gezindheid, in alles wilde laten leiden, begroette hem met een ietwat gedwongen minzaamheid, gaf hem de hand en wenschte hem geluk. Hij kleurde en stotterde iets onverstaanbaars.
»Gaven die bijzondere en buitengewone omstandigheden dan een grootere waarde aan dat loterijbriefje?" »Dat weet gij noch ik. Dat weet niemand te zeggen." »Nu, dat weet ik wel te zeggen, mijnheer Hog." »Laat hooren, vrouw Hansen," zei professor Sylvius Hog met een goedaardigen, doch wel ietwat spotachtigen glimlach.
Het kwam mij voor, dat de kapitein meer in gedachten verzonken was dan gewoonlijk; zijn tanden lieten zijn Daghestansch pijpje geen oogenblik los, en bij iederen stap raakten zijn hielen zijn paard, dat, ietwat slingerend gaande, een nauw merkbaar donker groen spoor achterliet in het vochtige, hooge gras.
Maar, hoewel de hand niet antwoordde, straalde toch van Warenka's gelaat een stil, blijmoedig, ofschoon ietwat treurig lachje, dat haar groote, maar fraaie tanden deed zien. "Ik heb het zelf al lang gewenscht," zeide zij. "Maar gij hebt het altijd zoo druk...." "Integendeel. Ik heb haast niets te doen...."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek