Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juli 2025
Augusta was niet bepaald mooi te noemen; het krullend, bruine haar en de prachtige oogen waren haar grootste sieraad; voor het overige was haar gezichtje goed besneden, ofschoon de ietwat te groote mond er iets onregelmatigs aan gaf.
Zij kwamen lachend en ietwat gegeneerd om hun eigenaardige plunje, alle twee barrevoets over het mollig gras onder de bloeiende boomen naar het Zonneputje toe. Standje zag er uit als een verschrompeld karikatuur-ventje, zoo sehraal en houterig met zijn smal kippeborstje en zijn dunnen bruinen baard; maar Leontientje was om dol te worden van verrukkelijke, frissche schoonheid.
Hoewel de letterkundige schoonheid van het gedicht niet zeer groot is, verdient het toch onze belangstelling, niet alleen om de aantrekkelijkheid van het onderwerp, maar ook om de aangename, zij het soms ietwat eentonige wijze van vertellen.
Chilling was ouder dan de Vos, misschien telde hij negentien winters, maar hij behandelde den Vos met een zekere onderscheiding, die er op scheen te wijzen, hoe hij zich ietwat de mindere voelde wat geest en vakkennis betreft.
Men voert ons met vieren de stad door. Mijn broer wenkt mij toe uit een venster. Ik glimlach... ietwat zuur. Vrouwen loopen mede met den stoet, havelooze vrouwen. Opeens vind ik mijn jas veel te mooi; ik zet mijn kraag op... Vreemd... dit is het eerste »sociale gevoel« van mijn leven... Daarom moet ik, ditmaal oprecht, even lachen... De rest is een roes...
Frigga was de godin van de atmosfeer, of liever van de wolken, en werd als zoodanig voorgesteld in sneeuwwitte of donkere kleeren, in overeenstemming met haar ietwat veranderlijken aard. Zij was de koningin der goden, en zij alleen had het voorrecht te mogen zitten op den troon Hlidskialf, naast haar verheven echtgenoot.
De golfjes kwamen er tot aan den voet van 't kerkhof uitkabbelen en heel het dorpje van slechts ettelijke huisjes lag daar aan den rand: witte huisjes, roze huisjes, blauwe huisjes, groengeluikt en kleingeruit, met één enkel, ietwat ruimer gebouw in het midden: een tamelijk groote, lage, geelgeverfde herberg, waarop in groote, zwarte letters stond geschilderd: In het Gemeentehuis.
Hij zag bij het phosphoresceerend lichten der golven het gelaat van dat overschoone jonge meisje voor zich, het gelaat, dat wel ietwat bleek uitzag, niet door vrees, maar door vermoeienis, het gelaat dat boven de woedende zee en de kokende waterkolken verrees als de geest der stormen!
Slechts één rood pannen dak is er, op de woning van den assistent-resident Hellwig, den man, die de zaken op Zuid-Nieuw-Guinea met vaste hand heeft aangegrepen. In de rivier steekt een houten, ietwat bouwvallige pier uit, waaraan een paar kleine handelsvaartuigen liggen.
Het was een verheven gezicht; toch wekte het een angstig gevoel op, want het gevaar was groot, om door den bliksem getroffen te worden. Helaas, de schroeven vertraagden hare omwentelingen nog meer, en wat tot nu toe slechts op eene ietwat snelle nederdaling geleken had, dreigde thans een val te worden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek