Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juli 2025
Myn mooije jongen hoorde naauwlyks, dat ik Abraham Blankaart was, of hy kwam by my, en zei, dat hy ook verzogt om de eer van met my te eeten; "ik kan my niet beter by u recommandeeren," zei hy, "dan door u te zeggen, dat Hendrik Edeling myn eigen Broeder is." Zie, Mevrouw, dat was my zo aangenaam, zo aangenaam, dat ik het niet zeggen kan. Komt, kinderen, zei ik, zit aan, en weest myne Gasten.
Men zie hierover de aanteekeningen in het derde deel op Koning Hendrik VI. Met Koning Richard III kan men rekenen, dat deze eerste periode van Shakespeare's leven gesloten wordt, die, behalve de genoemde stukken, nog enkele blijspelen, verscheidene sonnetten en Venus en Adonis heeft opgeleverd.
"Mevrouw..... belieft.....?" "Je zoudt dokter zeggen dat ik hem wacht." Hendrik aarzelt. "Mevrouw zal niet kwalijk nemen, maar dokter is op menheers bureau, en toen ik zooeven met de brieven boven kwam, toen zei mevrouw Mansburg, die juist op den overloop was, dat ik niet zou aankloppen maar de brieven hier brengen. Een is er voor dokter bij.
'k wou ook niet alléén meêgaan; mijn neef Hendrik, die de zoon is van Jochem Voss, wou met mij gaan, en wij dachten, als gij ons een schrijven, zooveel als een brief van vrijgeleide, meê zoudt willen geven, dan kon ons niets kwaads overkomen." "Een brief van vrijgeleide?" vroeg de oude heer, en schudde nog erger met het hoofd.
Hij nam 't aan omdat hij 't moeilijk kon weigeren, zonder blijdschap. Hij was er nooit geweest, hij kende alleen Hendrik en zijn zuster Lize, die aan 't souper op die trouwpartij naast hem gezeten had. En 't was een groote familie; veel kinderen; Hendrik was de oudste. Nu kwam hij niet graag in groote families.
En toen Hendrik zoo bleef staan en naar Frederiks voetstappen luisterde, toen hoorde hij van den hoek, bij de apotheek, nog: "Dumouriez! Vervloekte patriotten!" Dat het in de wereld, in Stavenhagen en in 't molenaarshuis bont toegaat. Waarom de molenaar en Frederik naar Stavenhagen rijden en waarom Fieken hen volgt.
De toegangsprijs bedroeg bij mindere schouwburgen voor de benedenplaatsen slechts een of twee stuivers, maar bij den Globus- en den Blackfriars-schouwburg zes stuivers, voor de galerijen en voor de plaatsen op het tooneel een shilling, zooals in den proloog van "Koning Hendrik de Achtste" vermeld wordt, prijzen dus, die, naar de toenmalige geldswaarde gerekend, niet gering te noemen zijn, daar men ze ter beoordeeling naar de tegenwoordige verzesvoudigen moet.
Mijn beroep is timmerman en ik moet in weer en wind, dikwijls in plasregens of sneeuwbuien, boven op daken of schouwen klimmen; dat maakt mij gehard; Jan daarentegen is bij den goudsmid Verhoef, en staat meest aan den heeten smeltoven." "Verhoef?" zeide de Prins. "Die naam komt mij bekend voor." "Hij heet Hendrik Verhoef en woont op de Vogelenmarkt." "Maar Jan zal je toch wel komen bedanken."
Den 20sten Juli 1668, stapten zij in Holland aan wal. Dit boek van Hendrik Hamel, dat ook in andere talen vertaald is geworden, schijnt het eerste boek geweest te zijn, dat over dit land en zijn volk met werkelijke kennis van zaken handelt.
't Zal wel slecht gaan; maar door den hollen weg is niet door te komen, en ge kunt dan toch ook met uw' vader spreken." "Halt," riep Fieken, "niet rechts, naar den molen toe; neen, links, van den molen af; ik wil niet met hem spreken. Goede hemel, nu heeft hij ons al gezien en hij wenkt ons." "Fieken," zeide Hendrik, toen hij volgens hare aanwijzing reed, "wat beteekent dit?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek