Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juli 2025
"En wie heeft hem ontdekt?" vroeg hij eindelijk. "Gij zeker, Harbert?" "Neen, Pencroff, mijnheer Spilett." "Mijnheer Spilett!" riep de zeeman uit, terwijl hij den correspondent in zijn armen sloot, zoo stevig, dat hij naar adem hijgde. "Heila! Pencroff," antwoordde Spilett, terwijl hij weer een weinig bijkwam.
Onder het graven stootte Joe's mes op een hard voorwerp. "Heila!" "Wat is het?" vroeg zijn kameraad. "Een half verrotte plank, neen, het is een kist, geloof ik. Kom, help een handje en wij zullen zien wat het is. Pas op, ik heb er een gat in gestooten." Hij reikte hem de behulpzame hand en zij trokken het voorwerp naar boven. "Man, het is geld!"
"Kom, ik zal 't je wijzen. Ga mee." Zij stapte moedig in 't hooge kruid met hare tengere beentjes. "Geef me maar een hand" vroeg hij, beschermend. Zoo daalden ze, wijdschrijdend, samen de helling af. "Heila!" donderde een zware mannenstem. "Waarheen moet dat met jullie daar?" "Ik wou het beekje wijzen, daarginds." "Wat jij, beekje, gauw terug, vlegel!
Ik trok hem bij den arm, maar hij vervolgde: Wilt ge mij een eierstruif geven van zes en niet van acht eieren; snijd hem maar in twaalven; dan zal ik hem opeten, als ik thuis kom. Hoort gij hem, oom Gaspard? Ja, hij droomt. Welneen, hij is wakker. Hij praat onzin. Ik verzeker u, dat hij wakker is. Heila, meester! Wilt gij medeeten, Gaspard? Kom dan, maar ik zeg u, dat wij wind krijgen.
Het volk hief een luiden jubelkreet aan. »Daar komen ze, daar zijn ze!" riep men, terwijl het gedrang toenam. »Pas op, dat ge niet op dat katje trapt!" »Minne, houd het meisje wat hooger, opdat het ook wat te zien krijge van al dat moois!" »Heila! je zult me nog in 't water duwen, Sebek!" »Zie dan toch toe, Phoeniciër, die jongens werpen klissen in je langen baard!" »Nu, nu, Helleen, je moet niet denken dat je in Egypte den baas moogt spelen, omdat Amasis je toestaat aan de oevers van den heiligen stroom te wonen!" »Onbeschaamd volk, die Grieken!
"Wél geslapen, mijn jongen?" roept de luitenant bij het binnentreden.... doch zie, daar valt zijn slapende pupil hem in 't oog; eenige oogenblikken beschouwt hij hem aandachtig, en 't is alsof diezelfde lach van vroeger hem weer om den knevel speelt. Mij dunkt, van vieren tot tienen of elven heb je een heelen deun kunnen maken. Hei! heila!
Tom watertandde bij het gezicht van den appel, doch hij witte ijverig door. Ben zeide: "Heila, oude jongen, je moet voor straf werken, he?" "Wel, Ben, ben jij daar? Ik zag je niet." "Zeg, ik ga zwemmen. Zou jij ook niet willen, als je mocht? Maar jij moet werken, niet waar?" Tom keek den jongen aan en zeide: "Wat noem je werken?" "Wel, is dit geen werken?"
Juist toen zij weder verder wilden gaan, stapte de boschwachter uit de deur en zeide: "Heila! wie is dat?" "Huck Finn en Tom Sawyer!" "Dat treft bijzonder. Gaat gauw met me mee, jongens; iedereen zit op jelui te wachten! Hier, spoedig maar, naar boven. Ik zal het wagentje wel dragen. 't Is waarachtig een vracht! Wat zit er in, steenen of oud ijzer?" "Oud ijzer," zeide Tom.
Eenige dagen later kreeg Jack op een mooien morgen aan den anderen kant van een heining, een appelboom met verlokkende vruchten in het oog. Onmiddelijk kroop hij door de heining, klom in den boom, zocht de lekkerste appels uit en ging zitten eten. "Heila mannetje, wat doe je daar?" riep een barsche stem. Jack keek naar omlaag en zag beneden een stevigen boer staan.
Aan deze onzekerheid moest een einde gemaakt worden. Hij zou haastig zijn boterham eten en dan Huck opzoeken. Huck zat aan dolboord van een plat vaartuig, achteloos met zijn voeten in het water te schoppen en zag er zeer droefgeestig uit. Tom besloot te wachten, totdat Huck over de zaak zou beginnen. Als hij dat niet deed, was het avontuur slechts een droom geweest. "Heila, Huck!" "Heila, jij!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek