Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 juni 2025
De slakken waren uitgestorven, maar de klissen niet. Deze groeiden en groeiden in alle paden, op alle bedden; men kon ze niet meer keeren; het was een echt klissenbosch. Hier en daar stonden appel- of pruimeboomen, anders zou men zeker nooit op de gedachte gekomen zijn, dat het hier een tuin was. Alles was kliskruid, en daarin woonden de beide laatste stokoude slakken, een mannetje en een wijfje.
Want aangeborene en uit de geschiedenis ontstane standen en scherp verschil van maatschappelijke klissen, bestaan eigenlijk niet in een land, waar een Kalmuck even gemakkelijk tot geheimraad en tot edelman van den eersten rang verheven kan worden, als een vorstenzoon tot een naamloozen Siberischen kolonist gedegradeerd worden kan waar burgervrijheid nooit ontstond waar hij, dien de lijfeigene zijn heer noemt, in het rijk slechts weder een knecht is, waar het maatschappelijk gebouw niet, naar het model eener Gothische kerk, met vele afdeelingen, trappen en spitsen gebouwd is, maar waar veeleer alles op een populier of denneboom gelijkt, een top, een stam en voor de rest niets anders dan kleine korte takjes.
Het volk hief een luiden jubelkreet aan. »Daar komen ze, daar zijn ze!" riep men, terwijl het gedrang toenam. »Pas op, dat ge niet op dat katje trapt!" »Minne, houd het meisje wat hooger, opdat het ook wat te zien krijge van al dat moois!" »Heila! je zult me nog in 't water duwen, Sebek!" »Zie dan toch toe, Phoeniciër, die jongens werpen klissen in je langen baard!" »Nu, nu, Helleen, je moet niet denken dat je in Egypte den baas moogt spelen, omdat Amasis je toestaat aan de oevers van den heiligen stroom te wonen!" »Onbeschaamd volk, die Grieken!
Deze liefde jegens hunne eigene afstammelingen, strekken zij echter tot hun geheele ras uit, wier leden, even als de kinderen Israëls, als klissen aan elkander hangen. Zij verloochenen hunne natuur nooit. Terwijl zij over het geheel genomen niets hebben, van hetgeen men sociaal instinct noemt, blijven zij in hunne familiën als met ijzeren banden aan elkander gebonden.
De luilak is natuurlijk weer identiek met den Meigraaf, Laubkönig enz., zie bl. 193; eveneens met de Pinksterbloem, waarover nader. Zeer merkwaardig is het te water gooien; ook de groene George wordt bij de Slovenen in Krain en Karinthië te water geworpen. Bij ons heet hij de groene man of ook, zooals te Haarlem, klisseboer, omdat hij geheel met klissen overdekt is.
Het voedsel van den Distelvink bestaat uit velerlei zaden, vooral echter uit die van berken en elzen en niet minder uit die van distels in de uitgebreidste beteekenis van het woord; men kan er daarom staat op maken hem te zullen aantreffen op plaatsen, waar distels of klissen groeien. In den zomer eet hij bovendien Insecten en met deze brengt hij zijne jongen groot.
Dicht daarnaast in het gras stond een troep pauwen met ontplooide, glanzige staarten. Ja, dat was werkelijk zoo! Doch toen de prins daaraan raakte, merkte hij, dat het geen dieren, maar planten waren; het waren groote klissen, die hier als een prachtige pauwestaart schitterden.
Verderop zag men zeventallen, die als klissen aan elkaar hingen en van boven naar beneden in het water rolden; maar zij bleven elkaar toetakelen en ranselen, zonder dat het water hunne woede bekoelde. En de heremiet lachte. Zij, die boven gebleven waren, sloegen elkander de oogen blauw en de tanden vaneen, rukten elkanders haren uit, en scheurden wambuizen en hoozen aan stukken.
Daar bestond geen derde stand, en de industrieele en werkzame Joden konden de plaats van dezen in zekeren zin innemen. Zij zijn de kooplieden, handwerkslieden en kunstenaars der Polen geworden, en hebben zich overal als klissen aan hen vastgehecht. Zeer spoedig kwam Polen daardoor in een toestand, die het dit land onmogelijk maakte de Joden te verdrijven, wilde het zich zelf niet verwoesten.
Ai, hoe ging het met het visschen? Greep je een walvisch bij de klissen? Heb je er zeven t'huis gebragt? Zie ik droomde 't menig nacht. Stil, stil! guitjen, stil! Scheld het voor geen malle gril, Mogt je beeld niet bij me wezen, Als ik jou planeet moest lezen, Voor je vrijsterken, mooi-Aagt, Daar je mij niet eens naar vraagt! 't Is een jeugdje van een meisjen; Zoen je haar nog wel een reisjen?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek