Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juli 2025


Zij liep gedurig af en aan, om ieder van het noodige te voorzien; maar Grietje van Buren begon haar veelbeteekenende oogen toe te werpen en op eene mysterieuze wijze toe te lachen, waarvan de zin was dat zij haar met mij plaagde, tot groot genoegen van al de anderen.

Maar weet je, daar spreek ik misschien wel eens later van; voor 't oogenblik wou ik maar zeggen dat Grietje Mispel, zoogoed als de beste in het testament vermeld stond.

"Nat werk... Nee!... Dan blijf ik liever hier." Ik spreek er niet verder over, drink van het glaasje slechte cognac om me een houding te geven. Grietje drinkt ook, kijkt met de groote, moeë oogen voor zich uit. "Krijg ik ook een glaassie?" Dat is de vriendin, die een stoel bijschuift. "Dank je." "Nou geef mijn nou ook 'n glaassie." "Dank je." Het wordt levendig.

De rookers en drinkers en de andere vrouwen aan de tafeltjes schreeuwden daar tusschen door, joelend en dol, dierlijk en dronken. Toen begon de dans weer, verwilderd, heet, lijf tegen lijf, paar tegen paar. Grietje zat stil. Maar met heel-zacht praten, met een stem van vertrouwelijkheid, kreeg ik het er uit, langzaam, stotterend, aanstijgend tot ingehouden woede.

Stel eens, Grietje is in het dorp gewonnen en geboren, en dus bij oud en jong bekend, maar Tjalling, haar man, van buiten ingekomen; of vader Tjalling is kort na de geboorte van zijn kind gestorven, maar moeder Grietje is blijven voortleven. Is het in beide die gevallen wel vreemd, dat men den zoon niet naar den vader maar naar de moeder, niet Seerp Tjallings, maar Seerp Grietjes heet?

"Dat is toch een naam, die mij voor u minder gepast voorkomt." "Ik draag hem toch gaarne," zeide zij, "ieder kind noemt mij zoo; altijd hebben de dochters uit ons huis dezen bijnaam gehad; 't zij lompenmolenaars Grietje, of Mina, of Lisette "

Als ik er maar uit kom!" "'k Zal is rondkijken." Twee avonden later. 'k Heb een "humaan" mensch gesproken. Hij wou Grietje wel. Goed. Ik het danshuis binnen. 't Is er leeg. Ik ga zitten, bestel. Grietje komt bij mij. Ik offreer een glas, zooals net en fatsoenlijk is. Ze ziet even bleek, met hetzelfde Madonnaprofiel, met dezelfde groote, stille oogen. "Ik heb wat." "Wat bedoelt u?"

Ik bid, ik smeek u om vergiffenis!" Ik was al bij de deur om heen te gaan, want bij zóó iets hoorde ik niet, maar het "Grietje blijf!" van mevrouw deed mij blijven en op den achtergrond staande, hoorde ik verder wat er tusschen mevrouw en haar ongelukkige nicht verhandeld werd, iets wat mevrouw, zooals HE. later zeide, deed, omdat ik ten deele de waarheid gehoord hebbende, haar ook geheel moest kennen, dewijl er leering uit te trekken en zij overtuigd was, dat ik er nooit dan gepast en ten nutte van anderen over spreken zou.

Dienaresse, GRIETJE SLUIMER, geb. Mispel. Arnhem, 22 Oct. 1856. Sluimer volgaarne, doch verzoekt HEd. vriendelijk zoo HEd. later weer mocht schrijven, iets meer op taal en spelling te letten, dewijl de correctie al te veel tijd vordert. Enkele fouten liet zij onverbeterd. Het laatste gedeelte van den brief was bijna onleesbaar. Mijnheer de uitgever van het Dames-Weekblad!

Dit is niet geheel juist... want, wèl beschouwd... maar als dichterlyke vryheid kan het er door. Pruik: vooruit. "GRIETJE WANZER, op een rups. Het rupsje zonder schromen, Springt rond op alle boomen." Beschryvende dichtsoort. Er is stoutheid in de voorstelling van die onbeschroomd rondspringende rups. Pruik: in rust. "LEENDERT SNELLEMAN, op de lente. In de lente is het heel aardig.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek