Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 mei 2025
Ze antwoordde niets; en lang meende zij, dat niemand anders het merkte, tot Peter op een dag plotseling zei: "Zeg, Moeder! ik heb drie kamertjes boven Mevrouw Gottwald gehuurd." "Maar mijn God! Peter! Waarom wil je uit huis gaan?" "Vindt u niet, dat ik daar oud genoeg voor ben, Moeder?" "Praatjes, Peter! meen je, dat ik niet aan je zien kan, dat je er een andere reden voor hebt!"
Broch heeft immers, vóór hij naar zijn plaats ging, gezegd, wat er verder gedaan moest worden. Of had de professor misschien wat anders te doen dan te luisteren? Kleine Gottwald moest er liever aan denken dat hij moest overgaan voor de groote vacantie en zijn moeder geen verdriet doen."
Je haalde je horloge uit, en keek daarna naar boven in 't gaslicht ; ja, kun je je niet begrijpen, dat ik angstig werd, omdat je daar alleen, in wanhoop rondliep?" "Maar Moeder! gelooft u dan, Mevrouw Gottwald! gelooft u, dat Moeder..." "Ik weet noch geloof iets; maar menschen, die ongelukkig zijn, moet men niet in 't donker laten loopen; kom, ga met mij naar de stad terug."
Wat wil je nu met die reduplicatie in de supinum?" riep Aalbom; maar een blik van den rector trof hem: "denk nu eens na, Gottwald! je kent die werkwoorden zoo goed, als je maar even nadenkt, er zijn er maar een stuk of vier zoo; je weet wel: pello, pepuli, pulsum dus fallo, fefelli... nu?" " pulsum," antwoordde Marius en rukte den blauwen zakdoek om zijn vingers. "Onzin Gottwald!
Maar in de kleine kamers van 't huis van Mevrouw Gottwald was het stil en treurig; de bel was omwikkeld en ze had een juffrouw genomen voor hulp in den winkel. Want kleine Marius werd erger. Dokter Bentzen had aan professor Lövdahl gezegd, dat men maar hopen moest, dat de jongen sterven zou: hij zou nooit zijn volle verstand terugkrijgen. Dat wist Mevrouw Gottwald niet.
Maar toen moesten Mevrouw With èn Mevrouw Bentzen beiden bekennen, dat ze wisten en heel, heel zeker wisten, want zij hadden beiden geïnformeerd, dat Mevrouw Wenche den avond had doorgebracht bij die zoogenaamde Mevrouw Gottwald, waar ze nu en dan een visite maakte Mevrouw Wenche bemoeide zich nu altijd 't liefst met menschen, waar een steekje aan los was.
Zelfs al waren er geen honderd andere dingen tegen dat, waar u op zinspeelt, dan moest het al volkomen genoeg en meer dan genoeg zijn, dat u mijn verleden kende." "Dat ken ik, Mevrouw Gottwald." "Ik ben geen Mevrouw," antwoordde de andere en boog zich over haar werk. "Dat weet ik ook; maar u hebt een kind gehad." "Ach ja! Een lieve, kleine ongelukkige jongen."
Abraham vermeed dat 't liefste; hij vond het niet prettig, als iemand hem naar binnen zag gaan, en hij vond het ook niet prettig naar Mevrouw Gottwald te luisteren. Zoodra ze hem goed en wel op de sofa had gekregen, begon zij over kleine Marius te praten. Ze kon immers den heelen langen dag geen woord spreken over het eenige, waar ze dag en nacht aan dacht.
Nacht Marius, groet je moeder van mij." Toen Marius ook was heengegaan, zeide de professor: "Een aardige jongen, die kleine Gottwald. 't Is wel erg 'chaud' tusschen jelui in den laatsten tijd." "Hij is mijn beste vriend," zei Abraham wat onzeker. "Beste vriend," herhaalde de vader en glimlachte. "Die soort van vriendschap voor leven en dood, die je zoo gauw sluit in je jongensjaren.
Je vrouw gaat heen en verstopt haar zilver en steelt ja ik zeg 't je ronduit ze steelt! en je vader! je groote vader niet genoeg, dat hij mijn vader en nog veel anderen ruïneert; maar ik zal je maar één ding vertellen, dat toont wat hij voor een kerel is; jij hebt hem gezegd, dat Mevrouw Gottwald wat gespaard had..."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek