Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 mei 2025


Maar hoe dat ook zij Marius viel neer tusschen de tafel en de bank, vóór de leeraar bij hem was. "Viel hij?" vroeg de rector en kwam op Aalbom toe, die over de tafel gebogen stond en neerkeek op Marius. Maar op dat zelfde oogenblik klonk een stem door de klasse, trillend van gemoedsbeweging en afgebroken als door schreien.

"Hij heeft zich tegen zijn leeraars verzet, met gebalde vuisten gedreigd en leeraar Aalbom een duivel genoemd." "O Goddank, anders niet!" zei Mevrouw Wenche verlicht. "Anders niet, anders niet! Ja, dat lijkt jou! Jij kunt bijna voor niets anders meer sympathie hebben, dan voor oproer en verzet tegen alles en allen. Maar nu wou ik je één ding zeggen waarde Mevrouw nu is mijn geduld uit.

Allen keerden zich om en zagen Abraham Lövdahl; hij stond overeind, doodsbleek met vertrokken gezicht: "'t Is schande! 't is een groot schandaal" zei hij weer en hief zijn gebalde vuist tegen Aalbom op. "U is een... U is een duivel," bracht hij er eindelijk met moeite uit en hield zich vast aan den rand van de tafel. "Maar...... maar Abraham!

Abraham was vlijtig genoeg en had ook langzamerhand een eigenaardige manier gevonden om met de leeraren om te gaan; zelfs Aalbom vergat dien "duivel!" door zijn innemende vriendelijkheid en alleen de rector had nog iets tegen hem gehouden.

En 't ergste van alles is, dat hij er bijna op neerziet, als men iets verstandigs weet van de wereld zooals die is." "Ja Mevrouw," sprak Mordtmann, "uw zoon leeft in de wetenschappelijke wereld. Hij schrijdt voort naar den hoogen Parnassus der groote geesten! Ik ken dat. Ik heb zelf den omweg over den Parnassus gemaakt." "Wat meent u daarmeê, watte?" vroeg Aalbom. "O, dat kan ik u wel uitleggen!

Hij probeerde ook karikaturen te teekenen; en lang ging er een teekening rond in de vierde klasse van 't gymnasium, die de hel voorstelde, waar de heeren Aalbom en Borring van weerskanten onder elkaar een vuurtje stookten, terwijl de Conferensraad Madvig en Erik Pontoppidan een woesten "pas de deux" uitvoerden in de vlammen. Op school ging het hem nu heel goed.

En de rector moest bijna Aalbom gelijk geven, als hij steeds herhaalde, dat het een schandaal was zieke kinderen naar school te zenden. Maar Abraham Abraham Lövdahl brutaal oproerig, openlijk in verzet! daar kon men zich niet in vergissen; die jongen verborg onder een welopgevoed en vrijmoedig uiterlijk de allergevaarlijkste kiemen.

"Wat is dat toch voor een aap, die de kachel heeft opgestookt, ?" begon Aalbom, zoodra hij in de klas kwam. 't Was heelemaal niet warm meer, maar hij had den rector gesproken. "Dat heb jij zeker gedaan, Kruse! Jou, dikke ezel! Bah! Waar moeten we beginnen? Vers 122: qvas deas, lees op Gottwald, hardop! Och nonsens!

In haar hart vond ze, dat 't flink geweest was van Abraham, en dat ze daarom nog meer van hem hield; maar ze kon toch niet vierkant tegen zijn vader en de heele school in hem prijzen, omdat hij Aalbom voor een duivel had uitgescholden.

"Zijn moeder heeft een sterk oppositioneel karakter," bracht Aalbom voorzichtig in het midden; hij wist hoe hoog Mevrouw Wenche bij den rector stond aangeschreven. Maar de ander wendde de oogen af en antwoordde niet. Hem kwam het laatste gesprek op dien avond bij professor Lövdahl in de gedachte.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek